#1: Martijn Rozemuller (transcriptie)

Transcriptie Martijn Rozemuller

Intro

Jeroen: Dit is Leaders in Finance: een podcast waarin ik op zoek ga naar de mens achter het succes. Ik praat met leiders van nu en later over hun drijfveren, carrière en privéleven. Waarom? Omdat er meer gesproken moet worden in de financiële sector.

Koos: Oké, Jeroen, wacht even. Hele mooie intro, duidelijk, goede muziek. En ik begrijp dus dat je deze podcast met ons wil gaan maken?

Jeroen: Ja, Koos. Jullie zijn toch de podcast-experts? De mannen van Microphone Media, jullie hebben toch de beste zakelijke podcast 2019 gewonnen. Dat kan toch niet iedereen zeggen?

Koos: Nee, het is goed. Ik snap het inderdaad, wij moeten dat met jou produceren. Maar waarom moet jij het gaan maken?

Jeroen: Nou ja, ik ben vijf jaar Manager Director geweest van een Fintech, ik heb zeven jaar voor een grootbank gewerkt. Ik hoop met die bagage iets te kunnen toevoegen. Kijk, ik begrijp misschien die mensen niet helemaal, maar ik denk dat ik toch wel een beetje hun taal spreek.

Koos: Oké, oké. Dat is best overtuigend. Mag ik je toch nog één vraag stellen?

Jeroen: Natuurlijk, kom maar op!

Koos: Heb je wel mensen die bij jou in de podcast willen?

Jeroen: Ja, zeker, Koos! Ik heb nu twintig CEO’s, partners, MDs, een lid van de tweede kamer en ook leraar, leden van de raad van bestuur (ofwel allemaal Leaders in Finance) bereid gevonden om mee te doen aan onze podcast.

Koos: Klinkt hartstikke fantastisch, I rest my case! Zet hem op!

Martijn en Jeroen tijdens de opname

Interview met Martijn Rozemuller

Jeroen: Deze aflevering is met Martijn Rozemuller van VanEck. Leaders in Finance wordt mede mogelijk gemaakt door Kayak, FG Lawyers en Bizcuit. Martijn Rozemuller is Managing Director bij VanEck Asset Management en Head of Europe bij VanEck Europe. VanEck (voorheen Think) is de eerste Nederlandse beleggingsinstelling die ETF’s uitgeeft (ofwel Exchange Traded Funds, ook wel Trackers genoemd). De filosofie van VanEck is dat kwaliteit en goede service ook gepaard kunnen gaan met lage kosten. Martijn groeide op in Nijverdal, waarna hij in 1995 als Technisch Bedrijfskundige afstudeerde aan de Universiteit Twente. Hierna ging hij aan de slag als market maker bij Optiver, waar hij het tot partner schopte. Hier vertrok hij in 2003. Na een sabbatical, waarin Martijn psychologie studeerde aan de Universiteit van Amsterdam, richtte hij in 2007 ThinkETF’s op, een aanbieder van ETF’s. In 2018 werd Think overgenomen door VanEck, waar Martijn zijn huidige functie kreeg. Martijn is 48 jaar, is getrouwd, heeft zeven kinderen en woont in Amsterdam. Welkom, Martijn!

Martijn: Dankjewel, Jeroen!

Jeroen: Leuk dat je er bent. Ik zeg het elke keer weer; leuk dat je er bent. Maar ik ben eigenlijk altijd bij de gasten, dus ook dank dat we hier bij jou op kantoor kunnen zijn. Geweldig dat je tijd hebt vrijgemaakt om met mij gedachten te wisselen. Het is misschien goed om te vermelden dat we elkaar kennen en elkaar een aantal keer zakelijk ontmoet hebben. En zoals altijd, als je elkaar kent, dan kom je elkaar opeens continu tegen. Dat is tenminste mijn ervaring. Niet alleen persoonlijk, maar in jouw geval ook weleens in de krant of in een andere podcast. Voordat ik je kende, was ik zelf al fan van ETF’s. Ik heb ze zelf ook al sinds jaar en dag en ik ben onder de indruk hoe je ThinkETF’s hebt opgebouwd als bedrijf en het uiteindelijk hebt verkocht aan VanEck. Wat mij altijd opvalt is hoe professioneel jullie externe uitingen zijn, waar dan ook, de krant of andere plekken. En ik ben heel erg nieuwsgierig om heel veel aan jou te vragen vandaag. En de mazzel die ik heb is dat ik dat nu mag doen in de rol van interviewer, dus lucky me! Maar laten we starten met deze gelegenheid te gebruiken om juist wat vragen te stellen over de sector. Je bent er als geen ander in deze sub sector van de financiële dienstverlening bij betrokken. Kan je iets zeggen over de meest in het oog springende veranderingen over die periode dat jij ermee bezig bent?

Martijn: Graag! Er is inderdaad de afgelopen tien of twaalf jaar natuurlijk best veel veranderd. Toen wij begonnen – toen nog Think – was de ETF in Nederland natuurlijk een niet heel veel gebruikt instrument, het was bij veel beleggers nog onbekend maar ook bij veel financiële aanbieders. Dat is de afgelopen tien jaar natuurlijk enorm veranderd. De ETF is steeds meer richting mainstream gegaan en dat zie je er niet alleen aan dat het veel meer gebruikt wordt als instrument, je ziet ook dat er veel meer smaken gekomen zijn. Het aantal ETF’s is inmiddels ruim boven de 6000. Dus er zijn heel veel verschillende mogelijkheden. Dat is aan de ene kant goed, aan de andere kant moeten we ook oppassen dat we niet doorslaan als sector, denk ik. De hele specialistische exposers, ik weet niet of dat altijd echt iets toevoegt. Maar wat in ieder geval goed is, denk ik, is dat het instrument veel meer mainstream is, dat particulieren beleggen niet meer standaard een beleggingsfonds kiest, maar inderdaad ook veel vaker een ETF overweegt, met alle voordelen qua risicospreiding en lagere kosten van dien. 

Jeroen: En de technologische kant? Heeft dat een invloed gehad?

Martijn: Ik denk dat dat op zich meevalt, de impact van de technologie. De technologie die we tien of twaalf jaar geleden gebruikten, gebruiken we eigenlijk nog steeds. Dat is aan de achterkant het managen van het fonds, daar is in essentie weinig veranderd. En als ik heel eerlijk ben, is daar eigenlijk ook sinds mijn tijd als beurshandelaar niet zo heel veel veranderd. Alhoewel, als ik heel ver terugkijk – toen ik begon midden jaren negentig – dan ging je nog letterlijk met een steekwagentje papieren, output ophalen bij de clearing om vervolgens te checken met pen en papier of alle trades erin stonden. Daar is natuurlijk wel veel verbeterd en veel geautomatiseerd. Maar de afgelopen tien jaar valt het wel mee. Ik zie vooral aan de Fintech-kant dingen gepresenteerd worden, innovatie. De voorkant is dan iets mooier gemaakt, maar aan de achterkant gebeurt er voor een heel groot deel gewoon hetzelfde.

Jeroen: En jullie zelf? Jullie hebben natuurlijk ook net een grote verandering achter de rug qua bedrijf. Zijn jullie zelf nog met veranderingen bezig?

Martijn: Nou, de grootste verandering waar mij nu midden inzitten is dat wij van een Nederlands georiënteerd bedrijf een Europees georiënteerd bedrijf worden. Wij zijn in Europa als VanEck op drie plaatsen actief. We hebben een kantoor in Amsterdam, in Frankfurt en in Zurich. Die werken eigenlijk alle drie samen om de Europese markt te veroveren en de focus op meerdere landen met verschillende talen, verschillende toezichthouders, verschillende culturele aspecten, dat brengt wel een verandering met zich mee, overigens een hele leuke. Het zorgt ervoor dat het allemaal wat uitdagender is, op een leuke manier. Maar het brengt ook met zich mee dat we bijvoorbeeld onze website – als je het dan over technologie hebt – een beetje moeten updaten, we moeten ervoor zorgen dat alles in de local languages geschreven wordt. Daar zitten natuurlijk een paar uitdagingen, maar die pakken we met veel plezier aan.

Jeroen: Mooi! En als ik er dan naartoe beweeg naar jou als persoon, om even helemaal terug te gaan naar jouw jeugd, ik zei al dat je in Nijverdal opgegroeid bent, in welke soort omgeving ben je opgegroeid? Als je daar iets over wil zeggen?

Martijn: Ik ben met name opgegroeid in de garage van mijn vader. Mijn vader was Volkswagen-dealer en midden in het dorp stond de garage. En ik kan me als klein jongetje niet anders herinneren, vooral op zaterdag, dat ik daar natuurlijk rondliep en bijbaantjes had als autowasser en later pompen diende. Nog weer wat later als hulpverkoper in de showroom. Dus auto’s waren een belangrijk onderdeel van de omgeving waar ik opgegroeide. Gaandeweg, zeker de laatste jaren van de middelbare school de laatste jaren, begon die beurs een klein beetje te trekken. Toen ik ging studeren in Enschede werd ik eigenlijk gelijk al tijdens de introductieperiode lid van de beleggingsstudieclub. De universiteit van Twente is een vrij ondernemende universiteit en had ook een hele actieve ondernemende beleggingsstudieclub, dus daar rolde ik toen automatisch in. Overigens zeker nog niet met het idee dat ik daar later mijn werk van wilde maken.

Jeroen: Dus jouw ouders hadden een Volkswagenbedrijf, het waren ondernemers. Dus dat ondernemende komt daar vandaan?

Martijn: Ik denk het wel. Dat wordt er natuurlijk een beetje met de paplepel ingegoten en één van de dingen die ik zeker van mijn vader heb overgenomen is het klant-gedreven aspect. Mijn vader kon je inderdaad op een doordeweekse avond of op een zondagochtend als klant bellen van “Goh, ik sta langs de kant van de weg” of “Ik ben mijn sleutels kwijt of in de auto laten liggen”, dan ging hij natuurlijk gewoon helpen. Hij wist als geen ander dat, met name in een kleinere gemeenschap, mond op mondreclame goud waard is. Zoals je nu de online reviews hebt, zo had je toen de real life reviews – die je ook nog steeds hebt – in die gemeenschap was dat heel belangrijk. Dus dat heb ik echt wel van hem geleerd; de klant is koning.

Jeroen: Betekent dat ook dat je eigenlijk tijdens je studie in Twente, of later, maar eerder dan dat je daadwerkelijk begon te ondernemen, had willen beginnen met ondernemen? Want je begon al in loondienst, toch?

Martijn: Ja. Maar ik werd partner, dus dat is een soort ondernemer. Mijn rol bij Optiver of mijn eerste baan kwam eigenlijk heel grappig tot stand. Ik ging richting afstuderen en toen zei iemand tegen me dat ik er goed aan zou doen om een sollicitatiegesprek te oefenen voordat ik echt een serieus gesprek ging doen. En toen dacht ik “Dat klinkt inderdaad verstandig”. En diegene had ook gezegd “Je moet dan wel iets kiezen waar je in theorie zou kunnen werken, iets waarvoor je interesse hebt”. En ik zag een advertentie staan in het NRC waarbij een optiehandelaar gezocht werd voor een bedrijf dat Optiver heette. De criteria waren vrij ruim, je moest academisch opgeleid zijn, affiniteit hebben met opties en/of beleggen en kwantitatief ingesteld zijn. Dus ik dacht “Dat klinkt als iets waar ik best wil gaan oefenen”. En zo gezegd, zo gedaan, ik heb een brief geschreven. En tot mijn geluk mocht ik op gesprek komen. Ik weet het nog goed, ik ging vanuit Enschede helemaal naar Amsterdam met de trein. Het was echt enorm takkeweer, ik moest vanaf het centraal station richting de dam lopen, ze zaten daar in een klein steegje. En tot mijn verassing kom ik daar naast twee andere sollicitanten te zitten, want Optiver had het beleid dat je begon met een rekentest van zeven minuten. Omdat maar zo weinig mensen die test haalden, vonden ze het een beetje zonde om veel tijd aan die sollicitanten te besteden. Dus dat was natuurlijk niet mijn bedoeling, ik wilde oefenen. Dus ik deed mijn stinkende best om die test te halen en dat lukte gelukkig. En dan kon ik eindelijk oefenen, maar geleidelijk aan – er zijn dan twee of drie vervolgmeetings geweest – vond ik het zo’n leuk bedrijf dat ik bij mijn oefen-sollicitatie ben blijven hangen. En zo ben ik dus daar terechtgekomen, maar niet met het vooropgezette idee van “Dit wil ik”. Bij de sollicitatie dacht ik “Het klinkt heel gaaf en dat ga ik een paar jaar doen”. Ik denk dat het feit dat ik inderdaad uiteindelijk partner kon worden en dus een beetje ondernemender in de wedstrijd kwam te zitten ertoe heeft bijgedragen dat ik wat langer ben gebleven. Dat was sowieso een hele mooie leerschool en het is nog steeds een bedrijf waar ik met veel respect naar kijk. Ze zijn ook enorm uitgegroeid; toen ik begon in 1995 waren we 20 of 25 man groot in Amsterdam. En dat was het hele bedrijf. In die periode gingen we naar Australië, later zijn we ook naar Amerika uitgebreid en naar Azië. Inmiddels zijn er ongeveer 1000 mensen werkzaam wereldwijd. Dus er is nogal wat veranderd en ik heb er veel respect voor hoe ze dat gedaan hebben met behoud van de cultuur die er al destijds in Amsterdam aan de Papenbroeksteeg al was; namelijk de focus op inhoud en niet op uiterlijk, en “Doe maar normaal, dan doe je gek genoeg”. Een hele goede en gezonde bedrijfscultuur. Iets wat ik ook altijd binnen Think en nu binnen VanEck probeer na te doen. Daar heb ik echt van geleerd hoe waardevol dat is. Maar ik ben dus nooit echt op zoek geweest naar het ondernemerschap, daar ben ik een beetje ingerold. Ik weet nog goed toen ik met Think begon, dat is ook weer een beetje een toevalligheidje. Ik zat op een avond in Amsterdam met een oude Optiver partner en een vriend ergens te eten en zij hadden op dat moment start gemaakt met Flowtraders (een bedrijf dat zich met name richt op market making en ETF’s) en die avond ontstond eigenlijk het idee van “Moeten we niet ook een issuer opzetten, een bedrijf dat ETF’s uitgeeft?” En ik weet nog dat ik in eerste instantie dacht “Dat lijkt me best leuk om te doen. Maar daar ga ik niet al te veel eigen geld insteken”. Ik had een bepaalde mate van financiële onafhankelijkheid op dat moment dat ik wel prettig vond. Het gaf veel rust. Dus ik begon er nog aan met het idee van “Ik doe dat vooral in loondienst met een beetje upside”. En gaandeweg werd ik er ingezogen en voordat ik het wist, zat er toch opeens na een paar jaar best veel privégeld in en was ik eigenlijk veel meer ondernemer dan dat ik van plan was geweest. En dat kwam, denk ik, omdat ik – zeker in de beginjaren – erachter kwam dat het veel moeilijker was om een ETF-bedrijf op te zetten in Nederland. Zeker in die periode werden bijna alle beleggingsproducten verkocht met een kickback. Wij wilden bewust hele goedkope producten aanbieden, we wilden/konden geen kickback betalen. Dus ook daar ben ik weer middels een aantal toevalligheden in die rol gedoken.

Jeroen: En nog even terug naar die beleggingsclub; wat deed je daar precies? Je hebt daar dus ook met echt geld gehandeld, neem ik aan?

Martijn: Ja.

Jeroen: Was het dan geld dat je verdiend had aan de pomp? Waar kwam dat vandaan? Hoe ging dat?

Martijn: Tot op zekere hoogte klopt dat, inderdaad. Het begon uiteraard vooral – zoals dat in de studententijd hoort – met heel veel bierdrinken erbij. En gaandeweg werd het ook wat meer inhoudelijk en ben ik inderdaad in de optiecommissie gaan zitten. Ik denk dat we destijds misschien 1500 of 2000 gulden in totaal in de pot hadden, waar we dan opties mee konden kopen. Dat was regelmatig op het einde van het jaar ook weer helemaal op. Dus dan moest er weer ergens geld vandaan komen. Ik was altijd wel iemand die naast zijn studie veel werkte, naast inderdaad de pomp-guldens uit die tijd werd het op een gegeven moment werken in de showroom. Maar daarnaast werkte ik ook nog één of twee avonden per week in een kroeg in Enschede. Dus ik had altijd minstens twee baantjes en op die manier ook wel iets geld om te beleggen. Het meeste geld wat ik overigens belegde ging niet via de beleggingsclub, want dat was echt meer droog oefenen waar iedereen dan een klein beetje inbracht. Maar ik had mijn eigen beleggingsrekening waar ik dan wat actiever was en ook wel met misschien een beetje beginnersgeluk, maar ik had zeker in het begin een paar hele mooie uitschieters. Ik weet nog dat Holland Colors één van de aandeeltjes was waar ik in zat. En via via hoorde ik van iemand “Dat is echt een mooi bedrijf”. Dan ga je daar dus in en dat gaat dan goed. Ik weet nog dat op een gegeven moment de ING warrants had uitgegeven. En die werden aangeraden door iemand van de lokale Rabobank waar ik dan mijn beleggingsrekening had. Ik dacht “Nou, klinkt mooi. Warrants, een beetje leverage erin”. En dat pakte ook goed uit. Ik heb overigens ook een aantal optieconstructies opgezet die dan net weer niet goed uitpakten, maar per saldo heb ik in mijn studententijd inderdaad mijn zuur verdiende geld ook nog een beetje kunnen laten renderen.

Jeroen: We kunnen in ieder geval zeggen dat het een hele actieve beleggingsstrategie was. Het was weinig passief, denk ik?

Martijn: Ja, het was zeker heel actief. Het was ook heel gefocust en inderdaad, op het moment dat je met opties of warrants werkt, dan heb je een hele leverage. Dan is dat wel iets heel anders dan wat ik nu doe. Overigens ook misschien wel een beetje… Ik denk dat het gezond is – zeker zolang je nog niet heel veel geld hebt – om te experimenteren en te kijken “Wat werkt wel en wat werkt niet?”

Jeroen: In die beginperiode van werken, van het werkende bestaan en misschien tien jaar daarna, zijn er specifieke personen geweest – je hoeft geen namen te noemen, maar het mag wel – die heel veel impact op je gehad hebben in het vervolg en wat je bent gaan doen en hoe je bent gaan denken?

Martijn: Absoluut. Zoals ik al zei, ik denk dat die Optiver-periode mij heel veel heeft gebracht qua kennis. Maar niet alleen harde-feiten-kennis, maar met name ook het leren omgaan met bepaalde dingen; onverwachte gebeurtenissen, simpele boerenwijsheden: if it seems too good to be true, it usually is. Op zo’n beursvloer leer je gewoon best wel veel wijsheden die je in het dagelijkse leven ook kunt gebruiken. Niet alleen per se als het gaat om geld of om beleggen, maar gewoon dagelijkse dingen. Dus er zijn zeker een aantal mensen die daar een extra rol in hebben gespeeld. Bij Optiver hadden we iemand die als een soort chef van de vloer de handelaren aanstuurde. Die was met name heel erg gefocust op risico. Wij moesten proberen ons geld te verdienen met zo min mogelijk risico, terwijl heel veel bedrijven en handelaren eigenlijk juist proberen geld te verdienen door heel veel risico te nemen. En één van de dingen die ik daarvan geleerd heb is dat met name het beperken van je risico’s de sleutel is naar langdurig succes. Je kan best af en toe succes hebben als je veel risico neemt, maar er zijn ook helaas voorbeelden van bedrijven die dat uiteindelijk moesten bekopen met een faillissement. Dus mijn leerschool was er echt eentje van “Kijk niet alleen naar de upside, hou ook vooral je downside in de gaten”.

Jeroen: Helder. En die hele optiehandel, voor mezelf zou ik toch zeggen dat het best ook een stressvolle business is. Ben jij stressbestendig? Kan je er goed mee omgaan?

Martijn: Ik denk dat anderen van mij vinden dat ik daar goed mee om kan gaan. Ik denk dat ik me realiseer dat het wel degelijk iets met me doet. Maar ik denk dat dat misschien ook wel gezond is. Als je namelijk stressbestendig bent in de zin dat het je gewoon eigenlijk geen bal interesseert en dat je het naast je neer kan leggen – ik zeg weleens “Ignorance is bliss” – het is heerlijk als je op die manier kan leven, maar dan heb je weer geen oog voor de downside. Dus ik denk dat ik wel degelijk stress ervaar en dat ook nodig heb om me scherp te houden. Maar ik kan er inderdaad wel mee omgaan. En de kunst is natuurlijk – je leest tegenwoordig steeds meer over dingen zoals burn-out – je moet wel voor jezelf er een balans in kunnen vinden. Gedurende de afgelopen tien jaar heb ik die wel kunnen vinden. Maar zeker de beginjaren, toen Think net een beetje begon en we erachter kwamen hoe moeilijk het was om met die kickbacks om te gaan of hoe moeilijk het dan is om marktaandeel te winnen, dan ervaar je best die stress omdat je weet “We hebben op een gegeven moment klanten, we hebben personeel, ik heb mijn eigen geld in de zaak”, dat is echt wel iets wat je niet zomaar naast je neerlegt.

Jeroen: Kan je je nog goed herinneren wat je allereerste moment was dat je verantwoordelijk werd voor iemand anders?

Martijn: Ja. Het allereerste moment was toen mijn oudste dochter geboren werd. Dan word je echt letterlijk verantwoordelijk voor iemand anders. Dat was in 1996, dan was ik overigens natuurlijk vrij vroeg mee, zeker in die optiebeurswereld waren er weinig mensen van mijn leeftijd (of zeg maar gerust geen), die waren veel ouder. Maar vervolgens was denk ik het eerste zakelijke moment… Ik las toevallig vanochtend in het FD dat de bonuscultuur op Wall Street aan het veranderen is, dat het meer naar groepsprocessen gaat, teamwork, teambonussen. Wij deden dat binnen Optiver eigenlijk al in de jaren 90. Niemand was groter dan het geheel. Er werd er heel hard op gefocust dat je het goed moest doen en dat droeg er ook aan bij dat iedereen zijn risico’s in de gaten hield. Dus ik voelde me als onderdeel van dat team, altijd ook wel verantwoordelijk voor het geheel. Maar vervolgens kregen we richting 2001 de overgang naar schermhandel. En heel veel van de met name oude garde vloerhandelaren geloofden in het begin nog niet zo erg dat schermhandel ook daadwerkelijk zou doorgaan, want was er nou mooier dan handel op de vloer? Waar ik het tot op zekere hoogte met hen eens was, want het was inderdaad een hele leuke tijd. Maar goed, dat project kwam eraan. Iemand moest dat gaan doen, ik ben uiteindelijk binnen Optiver diegene geweest die het schermhandelstraject of het project heeft gerund. En dat was natuurlijk wel voor het eerst dat ik voor meer verantwoordelijk was dan alleen maar eigen PNL in de fronten waarin ik handelde. Ik werd ineens verantwoordelijk; we gingen een nieuw schermhandel-systeem bouwen en op de vloer was Optiver heel dominant. Wat zou er gebeuren als we straks overgingen op het scherm? Ja, daar voelde ik me natuurlijk heel verantwoordelijk voor, want als dat niet goed gegaan was, dan waren we van één van de topbedrijven op de beurs opeens naar misschien wel de schlemiel. Dus dat gaf me wel degelijk wat verantwoordelijkheidsgevoel en druk.

Jeroen: Hoe motiveerde je de mensen in je team die aan het project werkten voor de schermen?

Martijn: De grap was dat het project in de eerste instantie natuurlijk een relatief klein project was. Want de beurs had besloten om gefaseerd van vloer naar scherm te gaan. Dus het ging voor ons per fonds. Mijn team was qua handelaren heel beperkt en vooral ikzelf, eigenlijk. En er was een jongen van IT bij betrokken en IT was destijds natuurlijk een heel klein clubje. Ik denk dat we drie of vier mensen hadden op IT en meer generalisten dan echt specialisten. Dus gaandeweg groeide dat een beetje heel natuurlijk. Ik hoefde de mensen niet eens echt te motiveren of te enthousiasmeren, met name de IT-kant, die jongens vonden dat natuurlijk gewoon prachtig. En ze hadden kennis en affiniteit met die dingen die ik zelf niet eens had. De basishouding die er binnen Optiver destijds al was, wat je net vertelde; “Je doet het als team”, die zorgde ervoor dat het automatisch ging.

Jeroen: En wat denk je dat mensen zeggen als ze jou als leidinggevende beoordelen en evalueren? Hoe zien ze jouw stijl hoe jij leidinggeeft?

Martijn: Ik denk en hoop dat ze zullen typeren als niet-micromanagement maar meer grote lijnen. Ik denk dat mensen veel vrijheid krijgen om hun eigen invulling te geven tot op zekere hoogte. Ze moeten verantwoordelijkheid kunnen nemen en daar hoort ook een beetje ruimte bij. Ik denk dat ik een ondersteunende manager ben, ik probeer mensen echt te laten zien waar ze sterk in zijn en ze daar te laten groeien door te steunen. Als er dingen gebeuren waarvan ik denk “Dat kan anders”, dan probeer ik ook altijd meer het inzicht over te brengen dan gewoon te zeggen van “Je moet het gewoon zo doen”. Ik hou ervan als mensen zelf de conclusie trekken dat de andere manier beter is. Ik ben heel erg op de inhoud; ik vind het belangrijk dat mensen zich inhoudelijk ontwikkelen, ik probeer ook altijd ruimte te geven voor mensen die bijvoorbeeld een opleiding willen doen naast hun werk en zeker als dat ook in het belang van het bedrijf is. Dan krijgen ze alle ruimte.

Jeroen: Eén van de dingen waar ik heel erg nieuwsgierig naar ben: ik heb ontzettend veel over jou gelezen, je bent één van de gasten waarvan online best wel veel over te vinden is. Dus ik heb een heel dossiertje gekregen met allemaal informatie over jou en dan zie je een ontzettend mooie carrière. Maar wat ik er nog steeds niet uit heb kunnen halen – en nu heb ik eindelijk de kans om het jou te vragen – wat motiveert jou nou echt het meest? Wat is nou echt je drive met de dingen die je tot nu toe gedaan hebt?

Martijn: Als je kijkt naar wat ik gedaan heb; de beleggingsstudieclub, op de beurs gewerkt, op een gegeven moment psychologie studeren en toen een bedrijf opgezet dat met name natuurlijk kijkt naar producten die zo transparant mogelijk zijn en zo veilig mogelijk zijn tegen zo laag mogelijke kosten, ik denk dat de rode draad is dat ik er oprecht van overtuigd ben dat beleggen veel te lang iets geweest is voor de elite. Beleggen was veel te lang niet toegankelijk voor de kleinere belegger. Ik hoop te bereiken dat dat echt veranderd. Er is natuurlijk de afgelopen tien jaar wel iets veranderd, maar nog steeds niet heel veel. En ik las de afgelopen maanden en jaren regelmatig stukken over de groeiende kloof tussen rijk en arm, dat het mogelijk best wel een maatschappelijk probleem kan worden; de pensioenen en het eventuele korten daarvan. Vanochtend las ik ergens op een online medium iets over een nieuw initiatief, waar onder andere Polman – de oud-CEO van Unilever – bij betrokken is “Millionaires against pitchforks”. Alleen de titel trok mij al aan om het te gaan lezen en het was inderdaad zoals ik me voorgesteld had, ik had een beetje zo’n Shrek-beeld voor me van gasten die met hooivorken achter iemand aan gaan. Ik denk oprecht dat als we niet beter gaan letten als financiële industrie op meer inclusion, ook van de onderkant van de maatschappij, dat we het risico lopen dat inderdaad die hooivorken op een gegeven moment de straat op gaan. De gele hesjes in Frankrijk is daar een voorbeeld van. Het klinkt bijna een beetje te hoogdravend als de directeur van een relatief kleine beleggingsinstelling, maar ik hoop oprecht dat we als financiële industrie kunnen voorkomen dat het verder uit het lood loopt en dat we die massa kunnen betrekken bij beleggen, dat we ze kunnen laten zien hoe ze dat voor een heel groot deel zelf kunnen doen en daarmee wat meer evenwicht brengen in de maatschappij als het gaat om de verdeling van rijkdom.

Jeroen: Heb je dat boek van Polman – Het grote gevecht gelezen?

Martijn: Nog niet, maar na dat artikel staat wel hoog op de lijst.

Jeroen: Het is een interessant boek. In heel veel van die teksten kom ik Warren Buffett tegen. Dat is toch wel iemand die volgens mij… Ik weet niet of je een fan bent, dat moet je maar even toelichten, maar je haalt hem in ieder geval best wel vaak aan. Wat is jouw relatie met hem? Ik neem aan dat je hem nooit ontmoet hebt?

Martijn: Nee, ik heb hem helaas nog nooit ontmoet. Ik zou het overigens wel graag een keer willen, mocht je zijn nummer hebben, dan hoor ik het graag. Mijn affiniteit met wat hij doet zit hem denk ik in een paar dingen. Ten eerste vind ik in hem terug wat ik eigenlijk in mijn jeugd in Twente bij veel mensen terugvond en wat ik ook zeker in het begin bij Optiver met name op directieniveau terugvond; mensen die eigenlijk heel bescheiden zijn, heel erg op de inhoud zijn en die niet dat hele exorbitante gedrag vertonen, maar wel heel succesvol zijn. Warren Buffett is natuurlijk een heel mooi voorbeeld van iemand die denkt zijn succes voor een groot deel te danken heeft aan een aantal dingen, namelijk een bepaalde zuinigheid, een bepaalde focus op inhoud, zich niet gek laten maken door de waan van de dag en dat ook heel erg uitdraagt. Ik vind ook de manier waarop hij samen met onder andere Bill Gates en inmiddels nog heel veel anderen ook iets terug probeert te doen voor de maatschappij en zijn succes – met name zijn financiële succes – niet alleen gebruikt om iedere keer weer een grote jacht te kopen, dat spreekt me erg aan. Maar ook inhoudelijk; de manier waarop hij zijn succes behaald heeft – dat beleggingsbeleid wat Berkshire Hathaway voert – lijkt veel meer op passief beleggen dan mensen denken. Dat is ook, denk ik, de reden dat Warren Buffett zich heel regelmatig positief uitlaat over passief beleggen, over wat ik doe. En ik denk dat de overeenkomsten zitten in het aanbrengen van veel spreiding; Berkshire is niet een bedrijf dat maar in twee of drie andere bedrijven belegd; ze hebben meestal zeventig of tachtig bedrijven in hun portefeuille. Ze zijn heel erg gefocust op lange termijn. Ze weten dat de waan van de dag niet het verschil gaat maken en juist als iedereen in paniek is proberen ze het hoofd koel te houden en bij wijze van spreken nog wat koopjes op te pakken. Maar als iedereen iets te enthousiast wordt, zijn ze ook terughoudend. De focus op kosten, de focus op bijvoorbeeld het herbeleggen van dividenden, dat zijn allemaal dingen die mij erg aanspreken, waarvan ik oprecht ook denk dat dat dé manier is om met je beleggingen om te gaan. En de manier waarop hij dat dan uitdraagt op een hele rustige en bescheiden manier, dat spreekt me ontzettend aan.

Jeroen: En je wordt er nog heel oud mee ook.

Martijn: Ja, hij heeft in ieder geval laten zien dat dat kan. Dus dat is wel de reden dat ik hem regelmatig noem, dat zijn echt die kwaliteiten die hij wat mij betreft heeft en waar mensen echt iets van kunnen leren.

Jeroen: Ja, mooi. En Charlie Munger heeft ook mooie kompanen die grotendeels hetzelfde uitdragen. Wat ik interessant vond is een mooi bruggetje naar één van de dingen die ik aan je wilde vragen, namelijk dat teruggeven aan de samenleving. Doe jij daar ook iets mee? Ben je daar ook actief mee? Je hebt het natuurlijk ook heel druk thuis, gezien je gezinssituatie en druk met het bedrijf. Zit daar iets in of ben je dat nog van plan?

Martijn: Het is zeker iets wat ik al jaren doe. Onder andere in mijn sabbatical – we hadden het er even kort over – dat ik tussen Optiver en Think psychologie gestudeerd heb en er dus een aantal jaren eruit geweest ben. Maar we hebben in die periode als gezin ook heel bewust gekozen om een soort opvanggezin te worden voor crisispleegzorg. Dus we hebben in die periode in totaal dertien of veertien kinderen opgevangen. Niet allemaal tegelijk, gelukkig, hoor! Maar één voor één. Maar ook een beetje met het idee van “Wij hebben het heel goed, onze kinderen hebben het heel goed. We willen heel graag dat gebruiken om af en toe iemand anders te helpen”, naast het – bijna standaard – geven van af en toe giften aan goede doelen. We hebben onlangs ook bij het tienjarig bestaan van Think en de re-branding naar VanEck heel duidelijk gekozen om UNHCR te ondersteunen (de vluchtelingenorganisatie van de UN) en ze een podium te geven, ook letterlijk, tijdens onze jubileumavond, maar ook om hen financieel te ondersteunen en onze gasten die avond uit te nodigen om ons daarin te helpen. En dat zijn allemaal voorbeelden van hoe ik wel probeer daar een klein verschil te maken en ook probeer dat op mijn kinderen of onze relaties een beetje naar de buitenwereld toe uit te dragen.

Jeroen: Ik kan me voorstellen dat dat inderdaad al dingen zijn waar je heel trots op bent. Zijn er nog andere zakelijke dingen waarvan je zegt “Daar ben ik echt heel trots op dat we dat bereikt hebben”? Je bent heel bescheiden, dus ik moet je misschien een beetje dwingen om dat op te lepelen.

Martijn: Als ik denk aan de afgelopen tien jaar, dan ben ik in ieder geval trots dat we niet na twee of drie jaar de handdoek in de ring hebben gegooid. Toen we erachter kwamen hoe moeilijk het was om producten van de bank op het schap te krijgen zonder daarvoor te betalen, dat was misschien ook een reactie geweest van “Dan stoppen we ermee, want dit is bijna niet te doen”. Dus ik ben wel trots dat we dat hebben volgehouden en dat we doorgegaan zijn. Ik ben ook best trots dat we inmiddels hier in Amsterdam elf man op kantoor hebben zitten en dus werkgelegenheid hebben geschapen. Ik ben er trots op dat een grote Amerikaanse partij het toch leuk vond om ons over te nemen en daarbij merk ik overigens ook op dat de kwaliteit die ik net noemde; sommige mensen uit begin Optiver-tijd of Warren Buffett zie ik ook terug bij bijvoorbeeld VanEck als familiebedrijf. Jan Van Eck is ook echt op inhoud, een hele bescheiden man, zeker niet exorbitant in zijn gedrag en hij staat ook gewoon met beide benen op de grond. Dus dat zo iemand dan ons bedrijf mooi genoeg vindt om over te nemen, daar ben ik best trots op. En tot slot, ik ben ook heel trots dat we erin geslaagd zijn om een bedrijfscultuur hier in Amsterdam te hebben en nu ook in de rest van Europa die heel erg lijkt op wat ik vroeger bij Optiver had; op een goede manier samenwerken en dat zorgt ervoor dat ik iedere dag met veel plezier naar kantoor kom.

Jeroen: Leuk om te horen! En wel grappig vond ik om te zien dat VanEck – ik geloof vijftig miljard of iets dergelijks hebben jullie wereldwijd onder beheer – dat daar een Nederlands tintje aan zit.

Martijn: Ja, absoluut.

Jeroen: Is er ook iemand die daar Nederlands spreekt?

Martijn: Jan spreekt – of Jaan, zoals hij zichzelf noemt – een heel klein beetje Nederlands, overigens ook een stuk Duits. Zijn moeder is van Duitse afkomst. De familie van Eck is oorspronkelijk uit Nederland afkomstig, ze zijn in de jaren twintig van de vorige eeuw naar Amerika geëmigreerd, dus de opa van Jan (onze huidige CEO). Jan’s vader is in Amerika geboren, die heeft het bedrijf opgezet in 1955 en de familie is daar altijd gebleven. Maar er is wel degelijk een affiniteit met Nederland en Europa. Jan komt hier ook twee of drie keer per jaar met plezier en zeker als we in Duitsland zijn, dan vindt hij het ook erg leuk om ook onderling Duits te praten om te oefenen, tot de hilariteit van heel veel mensen, uiteraard. Het Duits is uiteraard niet vlekkeloos, maar wel beter dan Louis van Gaal.

Jeroen: Je sabbatical, je haalde het al even aan, de meeste sabbaticals die ik ken van mensen die zijn een half jaar misschien een jaar. Bij jou heeft die wel wat langer geduurd, ik geloof vier of vijf jaar. Je hebt die wel heel actief ingezet om te studeren, psychologie. Waarom was je sabbatical zo lang? Was je het van plan? Waarom psychologie?

Martijn: Psychologie had met name te maken met het feit dat ik in mijn beurstijd mensen die relatief hoog opgeleid waren en in mijn ogen dus slim zouden moeten zijn toch soms hele domme dingen zag doen met geld. En ik was wel nieuwsgierig van “Goh, misschien als ik psychologie ga studeren, dat ik er een beetje achter kan komen waarom slimme mensen soms zulke domme dingen doen”. En dat was nog net voordat Behavioral Finance echt als richting opkwam, maar die kant probeerde ik een beetje op te gaan. Daar kwam bij dat ik van oorsprong Technisch Bedrijfskundige ben, dan zit je een beetje tussen de techniek en de alfawetenschappen in. En die psychologie had me altijd al wel een beetje nieuwsgierig gemaakt, dus ik dacht “Nu krijg ik de kans om iets heel anders te doen, dus dat wordt het”. Toen ik overigens mijn sabbatical inging, had ik ook niet echt een plan van “Het wordt een half jaar of een jaar”. Ik had wel besloten – zeker na de Optiver periode – “Ik ga goed nadenken over wat ik wil”, want je krijgt niet heel vaak de kans om je carrière een beetje opnieuw te beginnen of een andere richting te kiezen, dus daar moet je goed over nadenken. Dat heb ik gedaan. Vergeet overigens ook niet de pleegzorg die in die periode gebeurde, want dat was natuurlijk ook wat tijdrovend en zeker in combinatie met ons eigen gezin en mijn studie heeft dat er ook wel voor gezorgd dat ik misschien iets minder tijd had om over sommige dingen na te denken dan ik misschien in het begin gedacht had. Maar uiteindelijk ben ik wel heel blij dat ik de tijd heb kunnen nemen, want in alle eerlijkheid, je moet ook maar zo’n tijd ertussenuit kunnen. Dat is ook niet altijd makkelijk. Maar ik kijk terug op de tijd waarin ik in ieder geval een aantal nuttige dingen gedaan heb, goed nagedacht heb en uiteindelijk heel leuk terechtgekomen ben.

Jeroen: Het voelde waarschijnlijk niet zozeer als vrij, of wel? Want je had die pleegkinderen, je gezin begon al wat groter te worden. Je vrouw was volgens mij ook aan het werk. Het was eigenlijk helemaal geen ‘vrij’, waarschijnlijk was je gewoon voor je gevoel aan het werk, of niet?

Martijn: Ja, dat is zeker waar. Vrij in de zin dat er iets minder druk op me zat qua… Als je als beurshandelaar werkt, dan heb je je eigen positie. Dus als optiehandelaar heb je je eigen optiepositie. Daar zitten opties in die bij wijze van spreken nog drie tot vijf jaar lopen. En zelfs als je een dag vrij neemt, die positie is er altijd. Dus die zit altijd in je hoofd. Op het moment dat je dus – zoals in mijn geval – echt een sabbatical neemt, dan ben je ook opeens van die positie af. Die gaat over naar iemand anders, maar ik heb er niets meer mee te maken. Dus in dat opzicht voelde het wel als een soort van vrijheid die ik in al die jaren daarvoor natuurlijk nooit gehad had. Want zelfs als je op vakantie gaat is je positie er nog. Er is iemand anders die hem in de gaten houdt, maar hij is er wel en hij gaat nooit echt weg. Dus in dat opzicht was het sabbatical wel echt heel vrij. Ik heb overigens nog steeds een heel klein belang in VanEck Amsterdam. Als ondernemer ben je ook nooit echt helemaal vrij, want dat bedrijf is er altijd. Ook als ik op vakantie ben. Onze klanten zijn er altijd. Dus zo’n sabbatical heeft wel een beetje iets magisch, maar inderdaad, ik was niet heel veel minder druk dan in de periodes dat ik wel werkte.

Jeroen: Als je nu aan de basis zou staan van een carrière, je komt net uit de schoolbanken, leef je even in zo’n situatie in. En je wil in je financiële dienstverlening (misschien wel specifiek in deze business) actief worden en je bent ook ambitieus, je wil er echt wat van gaan maken, wat zouden jouw tips zijn?

Martijn: Mijn eerste tip zou zijn – voor zover ze dat niet al deden – ga zelf beleggen. Zorg dat je de poot in de klei hebt, dat je snapt hoe dat werkt. Mijn tweede advies zou zijn: probeer niet (wat veel mensen wel doen) te denken dat je ergens een soort van gouden formule kan vinden om snel rijk te worden, want dat is niet waar het in de financiële wereld om gaat. Een ander advies zou zijn (een beetje in het verlengde van wat ik net zei): de financiële wereld gaat steeds meer over de algoritmes achter het handelen. Overigens is handelen natuurlijk niet het enige in de financiële wereld, er zijn een aantal andere takken van de sport. Maar als je al echt in die beurs en in die handel geïnteresseerd bent, als je al niet programmeur bent, dan zou ik in ieder geval een stukje programmeur-cursus gaan doen, want dat is iets wat zeker van pas komt. En wil je breder in de financiële wereld actief zijn, denk dan na over hoe je kan bijdragen aan het vergroten van kennis van met name de mensen die daar nog niks mee doen. Zeker nu ABN, die de rente onlangs echt naar nul heeft gebracht en zelfs vorige grote getallen negatief gemaakt heeft, er is nog een hele grote groep mensen die eigenlijk wel zou moeten beleggen, die dat in het verleden nooit echt hoefden of tenminste nooit echt inzagen dat ze dat hoefden. Die groep heeft heel veel guidance nodig om fouten te voorkomen. Daar is misschien ook wel echt werk weggelegd voor mensen die bijvoorbeeld affiniteit hebben met ergonomie. Hoe zorg je ervoor dat je een platform opzet waar mensen laagdrempelig aan de slag kunnen zonder dat ze allerlei fouten gaan maken? De grote angst van iedere spaarder die gaat beleggen is, denk ik “Als ik mijn geld maar niet kwijtraak. Als ik maar niet per ongeluk iets doms doe”. Dus ik denk dat daar ook nog wel misschien voor psychologen of ergonomen bepaalde rollen zijn weggelegd.

Jeroen: Mooi, mooi. Geloof je in het feit dat je veel uren moet maken? Zeker aan het begin van je carrière?

Martijn: Ja, links of rechts geloof ik daar zeker in. Bijvoorbeeld Malcolm Gladwell heeft ergens die tienduizend-uren-regel geïntroduceerd; je bent pas ergens echt goed in na tienduizend uur. Dat is overigens vooral voor dingen die een trucje zijn, dus bijvoorbeeld een sport of een vaardigheid. Maar goed, tot op zekere hoogte geldt dat hier ook, denk ik. Maar ook omdat je ervaring nodig hebt. Dus ook door die uren te maken bouw je die ervaring op, leer je omgaan met dingen die misschien onverwacht zijn. Dus het is zeker belangrijk om veel uren te maken. Hou daarbij ook wel een beetje de balans in de gaten tussen de zuidas-advocatenkantoren waar je 60 uur per week werkt aan het begin van je carrière. Dat is ook je uren maken, maar of dat nou supergezond is en echt bijdraagt aan een evenwichtige carrière, dat vraag ik me weleens af.

Jeroen: Ja, als je snel burned out bent, je haalde het al even aan, dat is natuurlijk een hele kortzichtige strategie, lijkt mij. Want die privé/werkbalans, dat is een mooi bruggetje. Ik heb gelezen dat je zeven kinderen hebt, we hebben dat in het begin ook genoemd in de inleiding. Dat is niet standaard, dus ik gok dat je daar vaak op bevraagd wordt?

Martijn: Klopt.

Jeroen: Vind je dat vermoeiend, als mensen daarnaar vragen?

Martijn: Nee, niet echt. Ik snap dat het iets is wat opvalt en tegenwoordig is het ook heel gebruikelijk om als je voor het eerst met iemand afspreekt die persoon even te Googelen. En bij mij kom je dan al snel ook het verhaal van zeven kinderen tegen. Dus ik ben daaraan gewend en ik vind het prima. Het is een leuk onderwerp. En wat er nogal eens gebeurt, en ik vind het wel grappig, je ziet soms bij mensen een beetje van “Zal ik nou wel of niet vragen of het bij één vrouw is?” Vaak ben ik dat dan maar voor. Maar het levert vaak hele leuke gesprekken op. Die balans overigens bij mij is er denk ik redelijk. Ik gaf al een beetje aan dat die sabbatical periode niet alleen was om te gaan studeren en eens goed na te denken, het was ook wel om de balans in het gezinsleven terug te brengen. Die beursperiode was natuurlijk best intensief wat dat betreft. Mijn vrouw (die overigens iets jonger is) heeft in mijn sabbatical-periode zelf haar studie afgemaakt. Dus dat was ook een manier om die balans in ons gezin weer terug te vinden. Sinds ik met Think begonnen ben en ook in de VanEck-periode probeer ik ook die balans wel te houden. Ik ben natuurlijk nu vaker op reis, maar ik probeer dan op andere momenten wel daar weer wat terug te doen. Ik breng bijna iedere ochtend mijn kinderen naar school en op dit moment is het alleen nog maar de jongste. De rest zit allemaal al op de middelbare school of is ouder. Maar goed, ik probeer daar wel heel bewust mee om te gaan en ik heb het geluk dat ik vlakbij mijn kantoor woon. Dus als het af en toe nodig is, dan kan ik nog een keer op en neer fietsen naar school om iemand te halen.

Jeroen: Komt één van jullie ook zelf uit een groot gezin?

Martijn: Nee, eigenlijk niet.

Jeroen: Dus jullie zijn wat dat betreft de grote verandering in de generatie?

Martijn: Ja, absoluut.

Jeroen: Grappig. En de eersten zijn nu uit huis?

Martijn: Ja, de oudste twee zijn op kamers. De oudste al een jaar of drie of vier inmiddels. Degene die daarna kwam nu ongeveer een jaar. Dus gaandeweg wordt het wat rustiger.

Jeroen: Het wordt wat saai thuis, of niet?

Martijn: Ik heb nog vijf kinderen thuis.

Jeroen: Dus dat valt mee! Als je zeven gewend bent – en een vrouw – dan… Dat is mooi. Hoe zorg je dat je fit blijft? Want zeker in die periode waar je je eigen bedrijf begon, én je had je kinderen en misschien nog zelfs die pleegkinderen, dat kan ik me bijna niet voorstellen hoe je dan niet een burn-out krijgt.

Martijn: Ja goed, die heb ik gelukkig ontlopen, maar zeker in die periode niet doordat ik heel veel sport bedreef. Zeker de middelbare schoolperiode was ik een hele fanatieke turner en ik denk wel dat ik toen heel fit was. In mijn studententijd werd het al ietsje minder. Maar goed, als student probeerde ik natuurlijk nog wel een beetje fit te blijven en een sportschoolbezoek hielp daarbij. Toen ik ging werken werd het al een stukje minder. In de Optiver-tijd squashte ik en bleef op die manier nog een beetje fit. En zeker de eerste paar jaar bij Think was dat eigenlijk helemaal weg. En dan vond ik zelf ook geen tijd voor sport en het hardlopen (wat mijn vrouw heel fanatiek deed) dat vond ik maar niks en saai. En ik had ook het idee dat ik daar niet voor gebouwd was. Wat natuurlijk een heel mooi excuus is om niet te hoeven hardlopen. En uiteindelijk een jaar of vier geleden, misschien inmiddels iets langer, nadat ik een paar dingen geprobeerd had; wielrennen, je ziet dingen die oudere mannen vaak gaan doen, golf overigens heb ik echt nooit willen doen. Maar misschien ben ik er ook net te kort voor met mijn 174 cm. Maar op een gegeven moment kwam er een nieuwe sportschool bij ons vlak in de buurt en die bracht iets nieuws, dat heette Crossfit. En Crossfit was op dat moment in Nederland nog niet heel bekend, maar dat bleek een combinatie van turnen, cardio en gewichtheffen te zijn. Met name dat turnen-aspect vond ik op zich wel grappig. En het idee van cardio zou vooral roeien en touwtje springen zijn. En mijn vrouw heeft mij eigenlijk een beetje overgehaald om daar dan een keer een proefles te nemen en ik vond dat heel leuk. Behalve dat ik gelijk al (ik geloof de tweede of derde les) te horen kreeg dat we gingen hardlopen. Dus dat was even wennen. Maar goed, inmiddels doe ik het nog steeds één of twee keer per week en ben ik zelfs zo ver dat ik in het weekend ook (geheel vrijwillig) af en toe ergens tussen de vijf en de tien kilometer ga hardlopen. En ik merk inmiddels ook wel dat me dat helpt. Dus als ik echt ergens over aan het malen ben en denk van “Goh, hoe ga ik dit nou eens aanvliegen?”, dan kan het enorm helpen om inderdaad eventjes een halfuur in het Vondelpark te rennen en mijn hoofd leeg te maken. En wat ik overigens wel al die jaren al deed en ook om mijn hoofd leeg te maken, is zo veel mogelijk tussen het woon- en werkverkeer te fietsen. Binnen Amsterdam is dat sowieso de snelste en meest praktische manier. Maar ook dat heeft natuurlijk een beetje bijgedragen aan fit blijven en af en toe je hoofd kunnen leegmaken.

Jeroen: En je vrouw heeft een marathon gelopen, las ik.

Martijn: Meerdere.

Jeroen: Wanneer ga jij je eerste lopen?

Martijn: Nou, die ambitie heb ik absoluut niet. Het verste dat ik ooit gelopen heb is vijftien kilometer en toen kwam ik ook een beetje strompelend over de finish. Dus nee, ik vind het leuk om misschien nog een keer een Rotterdam of heel misschien ooit een keer een halve marathon te lopen. Maar een hele marathon, nee. Ik kan me niet eens voorstellen dat ik het zou volbrengen.

Jeroen: Ik heb afgelopen jaar de man versus horse gelopen. Dat is een hardloopwedstrijd in Wales waar je tegen paarden strijdt. Dat is 33 km, toch wel veel.

Martijn: Tof! Het klinkt prachtig, maar ik denk inderdaad voor mij nog iets te hoog gegrepen.

Jeroen: Waar zie jij jezelf over respectievelijk vijf en tien jaar, zakelijk?

Martijn: Ik heb afgelopen november bij het tienjarig bestaan van Think en de re-branding naar VanEck gezegd “Ik hoop dit zeker nog tien jaar door te doen”. Dus de tien jaar daarvoor nog eens te verlengen. Dus over vijf en over tien jaar zie ik mezelf nog wel op deze plek. Ik hoop dat we ergens gaandeweg die periode in Europa een plekje in de top tien te kunnen veroveren met VanEck. We zijn nu – als je gaat kijken naar de ranglijstjes – nummer zeventien qua assets in Europa. In Amerika zijn we als bedrijf een top tien speler; nummer acht, nummer negen, dat wisselt een beetje. Dat is wel een ambitie die ik heb binnen nu en de tien jaar om dat in Europa ook te verwezenlijken. Daarnaast hoop ik dat we – en dat is een beetje mijn achterliggende missie of achterliggende ambitie – ook echt een verschil kunnen maken in het meer engageren van de massa in beleggen, dat we daar ook een rol kunnen spelen en dat we met misschien wel hulp van een aantal andere clubs daar ook een verschil kunnen maken.

Jeroen: Dat is interessant. Welke landen in Europa zijn groot qua ETF’s op dit moment?

Martijn: Ik denk dat de belangrijkste Engeland, Nederland, Duitsland, Zwitserland en Italië zijn. Dat zijn ook de landen waar wij op focussen. Maar de Scandinavische landen zijn ook absoluut belangrijk. De vijf landen die ik net noemde, dat zijn echt onze focuslanden. Maar daarnaast hebben we dus met name Scandinavië, Oostenrijk, Spanje als landen waarin we zeker ook geïnteresseerd zijn en waar we ook wel (maar iets minder) een bepaalde focus op hebben.

Jeroen: Mooi. De pleaser/teaser van deze week; ik heb jou van tevoren verteld wat dat inhoudt. De pleaser, daar komen we zo op. De teaser, daar wil ik mee beginnen. Ik heb het volgende opgeschreven: “Passief gemanaged vermogen is nu groter dan welke vorm van beleggen ook. Ik lees continu berichten daarover hoe gigantisch groot het geworden is. Daarbij worden letterlijk duizenden miljarden gemanaged door algoritmes”. Als het niet klopt, spreek me dan graag tegen. “Het kan de basis zijn van een volgende crisis omdat bepaalde events in de wereld ‘verkeerd’ geïnterpreteerd kunnen worden door algoritmes en op die manier in een razendsnelle spiraal naar beneden kunnen geraken”. Ben je het daarmee eens?

Martijn: Nee. Ik ben toevallig net een boek aan het lezen van Hannah Fry – Algoritmes aan de Macht. En dat gaat er overigens met name over hoe data die jij en ik delen met de sites die we bezoeken gebruikt wordt. Maar algoritmes worden inderdaad heel vaak aangehaald in de straat- en beurshandel. Ik zie dat vooral aan de Optiver-kant van de beurs. Dus de handelshuizen die inderdaad middels algoritmes proberen in te spelen op bewegingen in de markt. Ik denk aan onze kant zijn indices veel bepalender. Dus hoe die miljarden die passief belegd worden verdeeld worden, dat heeft met name te maken met welke index een ETF-aanbieder kiest en hoe die index vervolgens door de indexaanbieder gemanaged wordt. Dat gaat natuurlijk op hele andere manieren; ten eerste wordt zo’n index vaak maar één of twee of drie keer per jaar herwogen of eens per jaar, per halfjaar of per kwartaal. En op het moment dat zo’n index verschuift, verschuiven als het goed is ook de assets van een ETF. Maar dat valt op zich wel mee, plus dat er zoveel verschillende indices en ETF’s zijn dat daar wat mij betreft niet zoveel dreiging vanuit gaat. Wat al wat gevaarlijker zou kunnen worden is natuurlijk de manier waarop de market makers in die verschillende producten markten onderhouden. En daar heb je in het verleden inderdaad weleens ongelukken gezien waarbij als dat helemaal geautomatiseerd gebeurt met algoritme… De Flash Crash in 2010 was een voorbeeld, er is later nog weleens één of twee keer iets gebeurt waarbij inderdaad zo’n handelssysteem van een market maker op hol slaat en heel stuk van de markt mee duwt. Ook daar zijn natuurlijk wel lessen getrokken uit het verleden, dus dat gebeurt wel steeds minder. Je kan het nooit helemaal uitsluiten, maar ik denk dat het minder te maken heeft met passief of actief en meer te maken heeft met de handelshuizen en hoe die hun rol vervullen.

Jeroen: Helder, oké. We gaan het waarschijnlijk meemaken.

Martijn: Ik heb misschien nog één kleine toevoeging. Als je puur kijkt naar het beherend vermogen, dan is actief nog steeds veel groter dan passief. Dus het is wel zo dat inderdaad van het geld dat op dit moment belegd wordt, de nieuwe instroom, dat is inderdaad voor een heel groot deel passief, maar ook nog niet eens 100%. Maar van het geld dat al belegd is de aflopen decennia is nog steeds – ik zou het niet helemaal willen zeggen – maar mijn inschatting zou zijn zeker 60-70% nog actief gemanaged. En het is dus zeker niet zo dat passief de meerderheid is.

Jeroen: Oké. De pleaser: ik was benieuwd naar jouw favoriete boek en eventueel ook je favoriete Netflix Tv-serie.

Martijn: Qua boek, ik heb al een aantal boeken genoemd en bij mij zit het altijd een beetje in de populaire wetenschappelijke hoek. Ik vind het altijd leuk om dingen te lezen die te maken hebben met bijvoorbeeld psychologie, maar ook andere populaire wetenschap, historie. En toch is één van mijn favoriete boeken eerder Science Fiction, van Isaac Asimov. Die heeft ooit, een aantal decennia geleden, de Foundation trilogie geschreven. Inmiddels is het uiteindelijk uitgegroeid tot zes delen, geloof ik. Wat me daar enorm in aansprak was zijn eigenlijk bijna visionaire visie op hoe de wereld zou kunnen veranderen en de manier waarop hij enorm groot durft te denken. Het universum dat hij beschrijft beslaat vele duizenden of misschien wel tienduizenden bewoonde planeten; een heel interessant beeld waarbij techniek ook weer hand in hand gaat met bepaalde meer psychologische of andere fenomenen. Ik ga niet gelijk alle geheimen verklappen, want het is echt leuk om te lezen. Maar het geeft een heel interessant wereldbeeld en één van de dingen die als thema in zijn boek voorkomen is een soort van een psycho-historie waarbij met wiskundige technieken voorspellingen over de toekomst worden gedaan. Dat raakt natuurlijk een klein beetje aan mijn vak en hoe sommige mensen proberen de toekomst te voorspellen. En de stelling in dat boek is dat op het moment dat je steekproef groot genoeg wordt, dan wordt het steeds makkelijker om iets te voorspellen. En zeker in een universum met tienduizenden bewoonde planeten en triljarden levenden organismen daarop. Dat is één van mijn favoriete boeken en als ik dan toch eentje moet noemen, dan maar die trilogie.

Jeroen: Hoe kwam je erbij?

Martijn: Heel ouderwets; ik denk dat ik een jaar of negentien was of zo toen ik op vakantie ging en voordat ik op vakantie ging, ging ik altijd even langs de bibliotheek, die had je toen nog (die heb je nog steeds, maar ik denk dat het steeds minder gebruikt wordt). Ik was gewoon een beetje aan het neuzen tussen de boeken en ik kwam één boek van hem tegen en toen ik erachter kwam dat er meerdere waren, heb ik ze allemaal gelezen.

Jeroen: Toen was je verkocht.

Martijn: Ja.

Jeroen: En TV, Netflix of iets dergelijks?

Martijn: Ik ben een hele slechte Tv-kijker. Ik maak er te weinig tijd voor. Maar ik heb wel zeker een aantal pubers thuis die natuurlijk graag naar Netflix kijken. En zo heb ik met hen de afgelopen jaren de Game of Thrones serie gekeken, in de eerste instantie leek me dat vrij absurd. Maar na twee of drie afleveringen zat ik er toch in. En overigens moet ik bekennen dat het wel weer begon met het boek. Eén van mijn zonen had één van de boeken van Game of Thrones en toen ik daar één keer een beetje in zat, dacht ik “Misschien is het best leuk”. Dus die hebben we de afgelopen tijd met veel plezier gekeken. Helaas is dat voorlopig afgelopen, maar er schijnt eventueel nog weer iets nieuws aan te komen.

Jeroen: Dat is mooi. Dat moet je in de gaten houden. Wie is jouw Leader in Finance?

Martijn: We hebben al heel kort Buffett genoemd, die zou zeker ook in dat rijtje staan. Maar als ik dan iemand anders moet noemen, dan is het toch wel Bogle; de oprichter van Vanguard. Helaas niet meer onder ons, maar hij is ook heel oud geworden, overigens. En ik heb hem ook helaas nooit echt ontmoet maar weleens meegemaakt in zo’n satellieteninterview, waarbij je in een grote zaal zit en dat hij dan door iemand op het podium wordt bevraagd en in beeld verschijnt en antwoord geeft. En tot het allerlaatst is hij altijd superscherp en superhelder gebleven. Hij heeft natuurlijk al midden jaren zeventig de beweging naar passief in gang gezet op het moment dat iedereen hem eigenlijk voor gek verklaarde. En ik hou altijd wel van dat soort figuren die dan ondanks iedereen zegt “Waar begin jij aan?” doorgaat en uiteindelijk gelijk krijgt en nu in ieder geval postuum volledig het gelijk aan zijn kant heeft. En ook de manier waarop Vanguard dat gedaan heeft en hoe kritisch hij altijd geweest is, ook op de financiële wereld, dat is wel iets waar ik een voorbeeld aan probeer te nemen. Ik heb niet de illusie dat ik ooit in zijn schoenen sta, maar ik heb wel echt veel respect voor wat hij gedaan heeft. Als ik dan toch een voorbeeld moet kiezen, dan iemand zoals hij.

Jeroen: Mooi. Heb jij nog iets waarvan jij zegt “Nou Jeroen, dat zouden we hier echt moeten bespreken”?

Martijn: Meestal als we op dit punt in een gesprek zijn aangeland begin ik me te realiseren hoe veel ik al gepraat heb en volgens mij heb ik al best veel verteld. Nee, ik denk niet dat we veel gemist hebben. Maar ik vond het wel superleuk om te doen en met name gaandeweg zo’n gesprek ga je af en toe kanten op die je vooraf misschien niet eens bedacht had. Ik vond het heel leuk en mocht je over een hele lange tijd weer eens willen re-visiten, dan hou ik me aanbevolen.

Jeroen: Leuk! Nou, geweldig. Hartstikke bedankt, ik vond het ook een ontzettend leuk gesprek. Veel dank ook voor je openheid en ook leuk hoe we gemeanderd hebben tussen privé en werk en weer terug, dat vond ik vooral heel erg leuk! Mooie mix daarin en je uitnodiging om nog eens terug te komen neem ik graag aan. Heel erg bedankt.

Martijn: Graag gedaan!

Jeroen: Dit was Leaders in Finance. Elke week weer een nieuwe aflevering, elke week weer een mens achter het succes. Ik vind het belangrijk om te zeggen; deze podcast zou er niet zijn zonder onze partners: Kayak, FG Lawyers en Bizcuit.

*** 

Volg Leaders in Finance via linkedin.com/company/leaders-in-finance 

*** 

Zou je graag een bepaalde gast willen zien bij Leaders in Finance of ken je iemand die je wil voordragen? Laat het ons weten via [email protected] 

*** 

Als je de Leaders in Finance podcast leuk vindt, zou je dan een review willen achterlaten bijvoorbeeld bij Apple Podcasts? Of ons willen volgen bij Spotify. Veel dank, want sommige mensen gaan alleen luisteren naar deze podcast als ze weten dat er genoeg anderen zijn die het leuk vinden!

Door deze site te gebruiken ga je akkoord met het plaatsen van cookies. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten