Extra aflevering: Sander Middendorp (CEO SBR Nexus) over Marktstandaarden (transcriptie)

Transcriptie: Sander Middendorp

In deze extra aflevering over marktstandaarden en de uitwisseling van data praten we met de CEO van SBR Nexus. Data is er genoeg, zegt onze gast, maar wat die data extra waarde geeft is hoe je ermee omgaat. “Banken hebben heel veel behoefte aan informatie en die informatie is in principe allemaal beschikbaar. Wat je vooral moet organiseren is dat je er toegang tot krijgt.” Data kun je pas echt delen als er een gemeenschappelijke standaard is, zegt onze gast. Daar houdt zijn bedrijf zich dan ook actief mee bezig. Hoe meet je de duurzaamheid van een bedrijf? Dat is één van de vragen waarmee hij zich bezighoudt. “Er zijn heel veel standaarden, volgens mijn lijstje zijn dat zes of zeven dingen. ESG, GRI, allemaal standaarden. Maar allemaal macro en allemaal zonder context. Dus je weet eigenlijk niet goed, is het nou wel waar of is het niet waar? Iedereen maakt mooie leaflets: Kijk eens hoe duurzaam we zijn. Maar het ontbreekt aan context, het ontbreekt aan vergelijkingsmateriaal. Is het ene beter dan het andere?” SBR Nexus probeer coalities te smeden om daarin duidelijkheid te scheppen zoals in de data over duurzaamheid van bedrijfspanden. Nu de overheid steeds meer eisen stelt aan bijvoorbeeld het hebben van een energielabel ziet onze gast de onduidelijkheid toenemen. “Als je dat van een energielabel terug redeneert naar welke elementen het dan verwacht, dan zie je ook heel veel diversiteit. Het ene energielabel zegt eigenlijk ook niks, als je niet de onderliggende data weet.” Welke waarde zit er achter de data? Onze gast in deze extra aflevering is Sander Middendorp, je gastheer als altijd Jeroen Broekema.

Jeroen: Welkom bij een extra aflevering van Leaders in Finance, dit is dus geen reguliere aflevering waar we in gesprek gaan met leiders uit de financiële sector, waar de focus altijd leiderschap is. Dit is een extra aflevering, gedreven door de inhoud waar we dieper in de materie duiken van een specifiek onderwerp in natuurlijk de financiële sector. Het onderwerp van vandaag is: Marktstandaarden in de financiële sector en de uitwisseling van data. Een ontzettend relevant onderwerp, wat mij betreft. Zeker in het licht van de duurzaamheidsuitdaging waar we als mensheid mee te maken hebben en de rol van de financiële sector daarin. Ik vroeg me ook af: Wat is nou de kwaliteit van duurzame gegevens op dit moment? Zijn ze vergelijkbaar? Je hoort heel veel dat dingen ESG-proof zijn. Maar zijn ze dat wel? Zijn ze ook hetzelfde als je ESG-proof bij de ene hoort en bij de andere? Kortom: het klinkt alsof het tijd is voor een marktstandaard daarin. Ik heb Sander Middendorp, de CEO van SBR Nexus bereid gevonden met mij hierover van gedachten te wisselen. SBR Nexus ontwikkelt samen met de overheid, het bedrijfsleven en de financiële sector marktstandaarden. Dus volgens mij zitten we met de juiste persoon aan tafel, welkom Sander! 

Sander: Dankjewel!

Jeroen: Leuk dat je de tijd neemt om hierover van gedachten te wisselen. We zitten hier in het groen van Grytte Bloemenheuvel in Driebergen. We kennen elkaar al een tijdje, we kwamen elkaar voorheen zo nu en dan tegen. Leuk om een keer in deze setting te zitten!

Sander: Zeker!

Jeroen: Het is misschien leuk om eerst even een introductie over jou te krijgen, dat we een beetje weten met wie we in gesprek zijn. Kan jij iets over jezelf vertellen?

Sander: Jazeker! Ik ben Sander Middendorp, zoals je net al zei. Ik ben woonachtig in Abcoude. Ik ben getrouwd en heb drie kinderen. Zakelijk gezien ben ik geboren en getogen bij Rabobank. Ik ben daar gestart vanuit de studie Bedrijfseconomie, heb MBA gedaan en zoals je bij Rabobank zegt heb ik daar bij de lokale banken gewerkt, vooral in Amsterdam. Daarna heb ik een aantal jaren voor Rabobank in het buitenland gezeten, in Californië. Ik heb onder andere in Silicon Valley gezeten en daar ben ik in contact gekomen met het fenomeen fintech. Dat kenden we toen eigenlijk niet, dat werd voor het eerst genoemd. Ik heb daar middenin de kredietcrisis gezeten en was op zoek naar oplossingen voor de toekomst. Ik ben toen teruggekomen naar Rabobank in Utrecht, daar ben ik verantwoordelijk geworden voor Projectmanager, voor zakelijke kredietverlening. Ik heb onder andere gewerkt aan de eerste digitale Kredietstraat voor Rabobank, om digitaal krediet te verlenen. Een hoop geld uitgegeven, heel veel geleerd, veel fout gedaan en uiteindelijk daar ook geleerd wat de waarde van data is in de financiële sector. Op een gegeven moment heb ik de overstap gemaakt naar SBR Nexus om voor de drie banken te gaan kijken hoe ze data beter kunnen benutten en de data uit de markt kunnen halen, vooral voor hun zakelijke klanten. Dat doen we nu een aantal jaar.

Jeroen: Je noemde even je tijd in de Verenigde Staten, in Californië. Is dat heel bepalend geweest voor je denken?

Sander: Zeker. We hebben er een aantal jaar gezeten, middenin de kredietcrisis. We moesten redden wat er te redden viel voor Rabobank. We zaten in de buurt van San Francisco en daar zat Rabobank ook, dus we hebben ook een maand of zes echt rondgelopen in die fintech scene om te kijken “Wat doen ze daar nou eigenlijk en wat zou je kunnen leren als Rabobank om dat toe te passen in je eigen processen?” Dat is wel bepalend geweest voor het denken en doen over digitalisering, over data daarin en vooral ook wat de kwaliteit van data moet zijn om dat soort processen goed te kunnen laten functioneren. Wat je daar ook zag, als het over transacties gaat zoals in het betalingsverkeer wat je nu heel erg ziet, dan is het allemaal best wel oké te digitaliseren. Op het moment dat het gaat over adviesprocessen zoals het verstrekken van een zakelijk krediet of waar echt kennis aan toegevoegd wordt, dan wordt het toch een stuk complexer. Dat zien wij nog steeds dagelijks terugkomen.

Jeroen: Dus dat heeft je horizon verbreed, die tijd. Is je horizon ook verbreed sinds je uit de Rabobank bent en met veel meer banken en partijen samenwerkt?

Sander: Zeker. Het is toch opmerkelijk in zo’n land als Nederland, wat toch relatief klein is, dat je met drie banken, met drie culturen en drie manieren van kijken naar hoe je met klanten omgaat, dat het heel anders kan zijn. Als je geboren en getogen bij de Rabobank bent, dan denk je toch wel dat dat de waarheid is. In mijn wereld zeker. Wie kent de toren in Utrecht niet, dan denk je dat het het centrum van de wereld is. Dat blijkt dan op een gegeven moment toch niet zo te zijn. Dat is dan toch ook weer een interessant perspectief dat je meeneemt. Daarom is zo’n periode in het buitenland heel gezond, daar leer je ook dat Nederland ook niet het centrum van de wereld is. Wel dat het een mooi land is en dat het heel prettig is om hier te wonen. Hetzelfde zie je als je meer naar buiten gaat, dat er nog veel meer speelt dan Rabobank.

Jeroen: Dus je bent wel blij met je overstap.

Sander: Zeker, ik was heel blij. Het was wel even wennen, uiteraard. Want je komt echt in een andere wereld. Je hebt ook opeens weer met heel veel andere partijen te maken dan alleen het product dat Rabobank verkoopt. Maar veel meer met klanten, met leveranciers die samenwerken met banken. Hoe kijken die eigenlijk tegen banken aan? We weten allemaal dat het soms oké is, maar het is in ieder geval heel divers.

Jeroen: Dat kan ik me voorstellen. SBR Nexus, als we dat eens proberen neer te zetten aan de hand van de verschillende stakeholders, dat doe ik graag, dan heb je er een beetje een gevoel bij wat er allemaal speelt. Om te beginnen bij de klanten, wie zijn uiteindelijk jullie klanten?

Sander: Onze klanten zijn in feite de banken. Zo simpel is het eigenlijk; onze klanten zijn de banken, dat zijn ook onze eigenaren. We zijn een coöperatie van de drie banken: ABN AMRO, ING en Rabobank. Die zijn ook vertegenwoordigd in onze Raad van Commissarissen. Die doen ook de funding van het bedrijf. Die zijn tegelijkertijd ook onze klanten. Daarnaast hebben we nog een aantal andere klanten, zoals de Volksbank, Credit Agricole, Pentrax, RNHB, andere financiële instellingen die ook behoefte hebben aan die zakelijke data om hun processen mee te funden. Die zijn ook klant. Dus vooral bedrijven uit de financiële sector.

Jeroen: Kunnen al die bedrijven die dat zouden willen zich aansluiten?

Sander: Ja.

Jeroen: Het maakt niet uit, gezien dat de aandeelhouders de drie grootbanken zijn?

Sander: Nee, iedereen kan klant worden. Het is een coöperatie van de drie banken, dus de banken pakken de verantwoordelijkheid om iets te willen oplossen met elkaar. Maar iedereen kan klant worden bij ons, absoluut.

Jeroen: Zijn jullie ook actief ermee bezig om nieuwe banken bijvoorbeeld of andere financiële instellingen bij jullie aan te sluiten?

Sander: Onlangs is RNHB klant geworden, een vastgoedbank. We zijn bezig met een aantal fintechs, om die ook aan te sluiten. Je ziet dat steeds meer partijen eigenlijk de transitie maken van documenten die ze gebruiken, dossiers die ze maken vanuit het verleden willen schakelen naar data. Maar wat heb je aan de data als de kwaliteit onzeker is? Dat is een heel groot vraagstuk voor heel veel partijen. Wat heb ik voor kwalitatieve data in huis? Kan ik daar mijn processen zodanig mee laten functioneren dat ik er ook op kan vertrouwen? Dat is een complex gebeuren.

Jeroen: Dat kan ik me voorstellen. Uiteindelijk alles wat je wil standaardiseren in data, hoe meer partijen er meedoen, in eerste instantie wordt het er ingewikkelder door. Maar uiteindelijk zorgt het er wel voor dat het echt de standaard wordt, lijkt mij. Je hebt met de grootbanken natuurlijk een enorm groot deel te pakken.

Sander: Ja, de grootbanken hebben een grote impact op de markt. Je hebt meteen ook de complexiteit te pakken. We leren natuurlijk tegenwoordig “Je moet klein beginnen.” Dat doen wij niet; we zijn groot begonnen en we proberen het weer klein te maken en nu weer groot te maken. Het is goed om te weten dat dit concept eigenlijk al tien jaar bestaat, maar de laatste jaren pas een vlucht begint te krijgen omdat het toch complex is om een hele keten data te standaardiseren. Terwijl, in die keten zijn verschillende partijen actief, stakeholders, aan de ene kant heb je de banken. Maar die data moet ook ergens vandaan komen. Die komt uit een hele andere hoek, die komt bij ondernemers vandaan en hun dienstverleners en accountants.

Jeroen: Jullie hebben ervoor gekozen om met een paar producten te beginnen. Ik weet niet of ik het producten mag noemen.

Sander: Zeker, wij noemen het zelf ook producten, data-producten.

Jeroen: Kan je ze eens aflopen?

Sander: We hebben nu concreet eigenlijk drie producten. Dat is de SBA-jaarrekening, de jaarrekening zoals we die allemaal kennen maar dan in de vorm van gevalideerde data, die ook digitaal ondertekend wordt door een accountant. Dan niet digitaal ondertekend zoals we het kennen bij een PDF, maar echt een ondertekening van de dataset. Wij doen het standaard voor taxaties. Vastgoedtaxaties, commercieel vastgoed. Bijna alle commercieel vastgoedtaxaties lopen via ons platform in data. Dus die krijgen banken dan ook in data in hun systeem en kunnen die meteen verwerken. Sinds dit jaar doen we ook de huurinformatie in deze panden. Wat een belangrijke informatie voor de waardering van panden is: welke huren zitten erin? We kennen nu met de coronacrisis natuurlijk een hele veranderende situatie waarbij heel veel huurders niet meer kunnen betalen, niet meer willen betalen, niet meer weten wat hun toekomst is. Dan gaat de waarde van die panden fluctueren en dat wil men heel snel weten. Dat is met documentjes aanleveren en de achterkant van bierviltjes, zoals het nu soms gebeurt, heel ingewikkeld. Dus dat zijn de drie producten die we nu hebben. We voeren niet alleen een standaard, maar wat we ook faciliteren op ons platform is om ook uitwisseling te doen. Dan hebben we nog een ander product onlangs ontwikkeld, dat is KYC. Dus we hebben met de banken gekeken naar welke standaard we kunnen neerzetten om KYC-data uit te wisselen. Ook een hele interessante ontwikkeling, ook vrij complex om dat uit te vogelen. De taxonomie hebben we nu sort of in Excel uitgewerkt. We gaan nu kijken hoe we die willen implementeren om ze ook echt te gaan uitwisselen, dan gaan we een proof of concept draaien. Wat nog in de kinderschoenen staat, maar waar wel heel veel interesse voor is is sustainability data, duurzaamheidsdata, om te kijken “Kunnen we nu al nadenken over welke standaarden we in Nederland willen gaan voeren met elkaar om zo snel mogelijk ook impact te maken op de duurzaamheid?”

Jeroen: Die noemde ik al even in de introductie, die vind ik heel erg interessant. Daar komen we straks nog even op terug. Maar ik wil nog even de stakeholders aflopen. De eigenaren heb je al genoemd, de klanten, dus daaronder de producten. Hoeveel mensen werken er bij jou en wat voor achtergronden hebben die?

Sander: Wij werken met een man of twintig. Het ligt er een beetje aan hoeveel projecten we hebben. Soms breidt het wat uit omdat we een groter project hebben. Het zijn mensen met een achtergrond bij de banken, die in bankprocessen hebben gezeten. Het zijn mensen met een achtergrond uit accountancy. Een aantal mensen met een achtergrond van vastgoed. Eigenlijk proberen we vanuit alle partijen die in de keten actief zijn mensen binnen te halen die wel een affiniteit hebben met data en digitaliseren, maar ook begrijpen hoe zo’n sector in elkaar zit en wat een sector denkt en doet. Want uiteindelijk kan je het allemaal technisch bedenken, maar het gaat het erom of de mensen elkaar begrijpen en begrijpen wat ze met elkaar aan het doen zijn. Dus je moet die sectoren en die partij in de keten ook kunnen begrijpen om ook die verbinding te kunnen maken tussen die partijen zodat ze ook iets met elkaar gaan doen.

Jeroen: Toen ik de website zat te bekijken en wat andere dingen zat te lezen wilde ik even checken of ik het goed begrepen heb. Je bent aan de ene kant bezig met standaardiseren, zorgen dat iedereen dezelfde waarde gebruikt, om het maar even in mijn woorden te zeggen. Aan de andere kant ben je ook bezig met het zorgen dat vervolgens diezelfde data ook met elkaar gedeeld kan worden. Heb ik dat goed begrepen?

Sander: Ja. Grofweg doen wij drie dingen. Ten eerste ontwikkelen wij met de ketenpartij een standaard, zowel in de data, de manier van uitwisselen en welke techniek we daarvoor gebruiken, de API’s. Die standaarden ontwikkelen we met elkaar, we spreken met elkaar af. Een voorbeeld: de SBA-jaarrekening is een standaard, zo ziet een jaarrekening eruit. Daar gebruiken wij een bepaalde technologie voor, XBRL. Ik zal daar verder niet al te technisch over uitweiden. Dat is een taxonomie die geïmplementeerd wordt bij de softwarepartijen van accountants zodat accountants dat met diezelfde data kunnen versturen naar de banken die dat ook geïmplementeerd hebben in hun systemen. Daartussen zit een platform, dat is ons platform. Dat platform verzorgt het transport van die data en verzorgt de validatie. Dus daar zit een validatie op zodat de datakwaliteit tot op zekere hoogte ook geborgd is. Enerzijds wordt de datakwaliteit geborgd door degene die het aanlevert, zoals een accountant met de juiste verklaring en handtekening. Aan de andere kant wordt het geborgd door de technologie die we gebruiken doordat we een crosstekst kunnen doen. Het simpelste dat ik altijd even voorleg is dat in een jaarrekening de debet en credit van de balans klopt. Als dat niet klopt wordt het teruggestuurd. Dat is de simpelste, zo zitten er nog heel veel andere checks in. Hetzelfde geldt voor een taxatierapport. Daar zit bijvoorbeeld een consistentiescore in. Is de waarde die afgegeven wordt consistent met eerdere waardes die afgegeven werden of is er op een pand ineens heel veel meerwaarde terwijl dat onlogisch is, gezien de onderliggende data? Die consistentiechecks zorgen ervoor dat banken uiteindelijk beter kunnen vertrouwen op de informatie die ze krijgen. Het derde is dat we ons als kennispartner opstellen om banken en al die ketenpartijen ook te helpen hoe dit te implementeren en elkaar daarin te verbinden. Dus wij hebben ook allemaal overlegstructuren waarbij al die partijen aan tafel zitten en ze van elkaar kunnen leren “Hoe werkt het eigenlijk bij jou?” Banken willen altijd te veel, die hebben altijd heel veel vragen, ze willen altijd heel veel hebben. Dat wilden ze vroeger al, dat willen ze nu nog en dat willen ze waarschijnlijk binnen een jaar nog. Accountants, hun klanten, zijn niet altijd gedegen om dat allemaal te geven. Want wat doet een bank ermee? Soms doen ze er het goede mee, maar soms gaan ze ook wat minder leuke dingen ermee doen. Die partij probeert toch bij elkaar te blijven, van “Ik heb dit nodig”, maar waarom heb je dat nou eigenlijk nodig en wat ga je ermee doen? Door dat bij elkaar te brengen creëer je een soort wetendheidsbegrip waardoor er beter geleverd wordt.

Jeroen: Ik weet van voorheen, waar ik ergens werkte, dat je een nieuwe softwaretool voor iets moest gaan gebruiken en er waren twintig aanbieders op de markt. Dan was er een enorme discussie intern welke we dan moesten gebruiken. Dat moet je hier ook hebben, toch? Want de ene wil dit item er wel in hebben, misschien wil de bank het juist wel, misschien alle banken wel. Maar dan willen de accountants het weer niet. Je gaf dat ook al een beetje aan. Je moet ook enorm diplomatiek te werk gaan om iedereen mee te krijgen. Want als niet iedereen tevreden is gaan ze het misschien ook niet gebruiken.

Sander: Zeker, dat is een groot probleem. Dat zie je nu ook bij de SBA-jaarrekening, dat duurt al vrij lang. Je hebt het over het implementeren, het implementeren van een product kan vrij lang duren. Zoals ik al zei, als het onderdeel is van een adviesproces, een jaarrekening is vaak onderdeel van een kredietverleningsproces. Daarover hebben heel veel mensen het idee “Daar moeten we advies over geven, wel financieren of niet financieren? Is dat dan goed voor je of niet goed voor je?” Terwijl het verstrekken van een waarde van een pand een transactie is, “Hoeveel is het waard? 100 of 200?” Dat wat het is is het. Je ziet ook verschil in adoptie.

Jeroen: Taxatie gebruik je bij iedereen, zei je?

Sander: Ja.

Jeroen: Dus daar is de adoptie heel hoog.

Sander: Ja.

Jeroen: En bij het huurproduct en bij de jaarrekening?

Sander: Bij het huurproduct zijn er ook transacties op, dat vergemakkelijkt: “Dit is de huur en klaar.” Maar bij de jaarrekening zijn veel meer variabelen. Daar kan je ook veel meer als accountant interpreteren “Hoe vul je dingen in?” In het verleden was het natuurlijk zo, de banken deden het eigenlijk met wat er was. Die zeiden tegen een klant “Doe mij een jaarrekening” en dan kregen ze een mapje met een ringbandje en daar stond een logootje van accountants op en ergens onderin stond een aantekening “We hebben alles opgeteld wat de klant gevraagd heeft. Dat staat hierin.” Daar deden ze het mee. Totdat je gaat digitaliseren en dan kwam er een medewerker van de bank, die tikte dat over en wat er niet in stond vroeg hij nog eens aan de klant en uiteindelijk kwam dat in het systeem van de bank. Toen hadden we opeens datakwaliteit en dat bleek niet helemaal goed te zijn. Toen gingen we digitaliseren en als je digitaliseert moet je wel weten wat je wil. Want je kan niet tegen die computer zeggen “Interpreteer jij even wat erin moet.” Dus je moet veel meer weten “Wat heb ik nou nodig per klant aan data en informatie om mijn processen te laten werken?” Dat is een heel lang proces waar banken achter moeten zien te komen. Dat is toch niet zo makkelijk als je denkt, dan krijg je heel veel discussies over “Ik wil dat veldje en dat veldje.” Een voorbeeld, de eerste dataset die wij uitvroegen bij klanten waren 14.000 velden van een jaarrapport. 14.000 velden.

Jeroen: Klinkt als heel veel. Dit is ook heel veel, toch?

Sander: Het is ook heel veel voor iemand die het moet maken. We zijn nu terug naar ongeveer 1400. Dus dat is het verschil en we zijn er nog niet. We moeten eigenlijk nog naar minder. Het proces dat we hebben gevolgd in de eerste instantie was “Wat heb je nodig en wilt u leveren?” Toen zijn we drie jaar geleden overgestapt naar “Wat kunnen we elkaar leveren? Wat is er beschikbaar? Wat kun je ontvangen? Waar kan je wat mee? Laten we eens kijken wat er wel kan en laten we dan eens met elkaar kijken waar we cohesie over krijgen en afspraken daarover maken. Dan gaan we daarna samen wat bouwen: we hebben nog een beetje extra van dit nodig, kan je dat leveren?” Zo bouw je samen die dataset op. Daar ben je een jaar zoet mee.

Jeroen: Als je het over een jaarrekening hebt, heb je het dan echt over de eenmalige jaarrekening op jaarbasis? Of gaat het hier ook uiteindelijk naartoe dat je daardoor bijvoorbeeld elke maand de maandcijfers krijgt in dit formaat?

Sander: Ja. Het proces vraagt nu eigenlijk gewoon om een jaarrekening bij een bank. Dat klinkt heel gek. Er wordt ook wel veel betalingsverkeer gedaan, maar dat is ook een heel moeilijk proces om ook betalingsverkeer te doen. Dat is heel volatiel en ook de kwaliteit daar is onzeker. Wat je wel ziet, wij hebben nu inmiddels proeven gedaan, ook met ING. Kan je diezelfde dataset ook gewoon maandelijks leveren, bij wijze van spreken per dag? Nu blijkt uit onderzoek dat per kwartaal een goed idee is omdat de Btw-aangifte per kwartaal gebeurt. Dus dan zijn de cijfers up to date en is er de kwaliteit. Ongeveer per kwartaal kan je die informatie krijgen op dit moment. We hebben inmiddels een proef gedaan dat het ook per maand kan en dat werkt op zich goed. Wat je wel ziet is dat een discussie ontstaat, je moet wel een soort afspraak hebben waarom je dat dan per maand wil hebben. Want een klant zegt “Waarom per maand, ING? Wat ga je er dan mee doen? Wat levert mij dat op?” Maar in bijzonder beheersituaties is het heel logisch en daar werkt het goed. Dat bouwen we verder uit. Het grappige is, banken hebben heel veel behoefte aan informatie en die informatie is in principe allemaal beschikbaar. Maar die zit allemaal in het systeem bij een accountant. Als je het over vastgoed hebt, dat zit in het systeem bij taxateurs. Wat je vooral moet organiseren is dat je er toegang tot krijgt. Dat is het belangrijkste. Zorg dat je er toegang tot krijgt want de banken hebben die informatie gewoon zelf niet. Ze denken wel dat ze heel veel hebben, maar als iedereen morgen stopt met informatie aanleveren naar de bank omdat ze geen zin meer hebben of niet willen, dan droogt het allemaal vrij snel op. Wij verzorgen die toegang tot de informatie en dat kan je eigenlijk alleen maar doen met een standaard. Als je dat niet met standaarden doet wordt het heel ingewikkeld.

Jeroen: Waar ik het ook met je over wil hebben zijn belangen. Zijn de belangen uiteindelijk hetzelfde? Gaat de discussie vooral over de invulling van wat er wel en niet bij moet? Of is het ook een belangenkwestie? Een voorbeeld dat ik van tevoren heb bedacht is: Als je hieraan als accountant gaat meewerken zou je bijvoorbeeld kunnen denken dat op termijn klanten direct naar de bank leveren, dat de accountant op bepaalde onderdelen eruit kan. Spelen dat soort belangen een rol of is iedereen er wel van overtuigd “We moeten naar één standaard toe”?

Sander: In het verleden was het zo – banken hebben daarin ook een handje gehad – we gaan de accountants disrupten; we gaan het allemaal zelf doen. Er zijn ook banken die boekhoudsystemen zijn gaan ontwikkelen. Tellow is een systeem dat door Rabobank ontwikkeld is en zo zijn er ook wel een aantal dingen. Ik geloof niet dat dat een toekomst heeft. Ik geloof dat de rol van een accountant is wat hij is en dat moet hij gewoon blijven doen en die moet daar ook verantwoordelijkheid in nemen. Hij zet ook zijn handtekening onder de boekhouding. Hij heeft er ook voor doorgeleerd; hij is ervoor naar school geweest. Hij heeft ook de basis om het te doen. Het is goed als banken daarop vertrouwen en daar niet zelf een rol in gaan spelen. Ze kunnen eigenlijk ook die verantwoordelijkheid niet aan, dan wordt je verantwoordelijk voor de kwaliteit van de data die je daarna zelf nodig hebt. Dat klinkt heel romantisch, maar het is niet zo’n goed idee. Dus die keten blijft op zich staan, het is wel belangrijk dat het actueler wordt, relevanter wordt en de frequentie omhooggaat en de kwaliteit goed blijft. Dat is wel belangrijk. Dus die belangen vallen op zich wel mee.

Jeroen: Het gaat meer over de invulling en de uitwerking dan over het doel.

Sander: Ja, het gaat meer over de invulling en de uitwerking, de programmatiek, de investering die je moet doen om iets te kunnen leveren. Dus voor allebei de partijen, zowel banken als accountants, maar ook taxateurs. Dat moeten we niet vergeten; in het vastgoed zitten we ook, al is het een wat kleinere markt. Dan is het wat makkelijker. Het zijn twee sectoren die per definitie niet heel snel veranderen, eerlijk gezegd. Dat kan ook niet want ze zijn beide fors gereguleerd. Iedereen kijkt ook naar een bank als een stabiele organisatie. Dus als die morgen heel innovatief gaan doen raakt iedereen ook in de war. Dus die verandering gaat ook wat trager en ze hebben allebei een regulering, ze worden allebei anders gereguleerd. Het zit vooral in “Hoe zorgen we dat we die twee werelden bij elkaar brengen en ze elkaar gaan versterken binnen die context?”

Jeroen: Wat ik ook interessant vind, als je als voorbeeld die taxaties neemt, omdat de adoptiegraad daarvan één van de hoogste is van jouw producten. Kan je op hoofdlijnen schetsen hoe zoiets gaat? Je zegt “Je hebt gekozen, we gaan de taxatieroute in.” Ik neem aan dat je dan wat geklankbord hebt met de aandeelhouders. Vanaf dat moment, als je daarvoor gekozen hebt, hoe pak je zoiets aan?

Sander: Dat is wel interessant, want niet iedereen is daar natuurlijk blij mee. Er was gewoon een regulier proces. Er waren gewoon softwarepartijen die taxaties maakten en die netjes leverden aan de banken. Op een gegeven moment zeggen de banken “De portefeuille vastgoed is zo groot, de toezichthouder is zo groot, ook de Nederlandsche Bank, we willen veel meer weten van die portfolio. We moeten veel meer weten wat de waarde is van die portfolio.” In de kredietcrisis heeft men wel gemerkt destijds dat die waardes niet allemaal waren wat ze toen echt bleken te zijn. Dus toen werd er aan ons gevraagd “Kan je eens kijken of je daar een data standaard voor neerzet?” Dus wij gaan dan naar die softwarepartijen en zeggen “Wij zijn SBR Nexus, wij komen namens de banken data standaarden afspreken hoe we die portfolio gaan waarderen.” Dan moet je een heel verhaal uitleggen wie je bent en wat je doet en dergelijke. “Maar ik lever al aan ING, ABN AMRO en Rabobank.” Ik zei “Dat doen jullie ook goed, maar we gaan nu nieuwe standaarden ontwikkelen en die standaarden zijn net iets anders als jij ze hebt.” Van daaruit zijn we gaan ontwikkelen, dat heeft wel wat gesprekken gekost met die partijen voordat ze gingen meewerken. Dus je moet dan wel echt het nut en noodzaak voor die partijen ook gaan brengen om te zorgen dat ze ook echt gaan meewerken. Want je hebt hen nodig om die keten op te zetten. Het is dus een kwestie van praten en dan gaan we met die partij de standaarden maken. We kijken wat er Europees beschikbaar is, we maken dat specifiek voor Nederland. Dan spreken we af “Dit zijn de standaarden”, dan helpen we ze een beetje met implementeren. We sponsoren ze een beetje zodat ze daar niet al te veel kosten hoeven te maken en dan gaan we starten. Dan ga je continu aan die banken vragen “Wat heb je nodig? Wat kunnen ze leveren?”

Jeroen: En ook dat gaat over jullie platform uiteindelijk?

Sander: Ja.

Jeroen: Dat doe je altijd?

Sander: Ja, dus een klant van een bank krijgt de opdracht van de bank van “Ik wil de waarde van dat kantoorpand weten”, dan gaat die naar een taxateur, CBRE or whatever. Die zegt “Ga jij dat pand taxeren”, die gaat dat met al zijn kennis doen. Die zet dat in een softwaresysteem. In dat softwaresysteem van die taxateur zit dan de standaard, zoals wij die hebben gedefinieerd. Aan het einde van de rit zit er een knop: Stuur naar Rabobank, ING, ABN AMRO. Dan drukken ze op die knop en dan gaat het via ons platform. Dan wordt er bij ons een validatie gedaan conform de afspraken en dan landt het in de juiste dataset, techniek en vorm in de API bij de banken. Dan kan de bank het verwerken in zijn processen.

Jeroen: Is uiteindelijk een gestandaardiseerd taxatierapport of jaarrekening of welk ander product dan ook minder fraudegevoelig? Of zitten daar andere fraudecomponenten in?

Sander: Het is wel minder fraudegevoelig omdat je consistentiechecks kan doen: Als dit, dan dat. Dat kunnen wij in de software organiseren. Dus je haalt gekke dingen er wel uit. Als je wil kan je natuurlijk zeggen “Dat pand is honderd” en je maakt er tweehonderd van. We hebben nu wel ook de conformiteitsscore. Dat zorgt wel dat je kijkt hoe comfortabel je bent met de waarde. Dan doe je checks door veel te kijken hoe eerdere taxaties zijn gelopen en of daar dus bepaalde afwijkingen in zitten waarvan je denkt “Dat is een beetje gek.” Dat doe je ook om de waarde goed in te schatten, maar je zou natuurlijk ook kunnen kijken of er fraude tussen zit. Het is niet bestemd om fraude eruit te halen, dat niet. Dus dat is niet het doel, maar een bijproduct is wel dat het veel lastiger wordt. Standaarden zorgen dat je beter kan vergelijken. Fraude bestaat natuurlijk een beetje door informatieongelijkheid, geld verdienen ook, maar fraude dus ook.

Jeroen: Mooie vergelijking!

Sander: Dus wat wij doen is natuurlijk de informatieongelijkheid fileren en dan kan je beter vergelijken, zodat je dit soort dingen eruit kan vissen.

Jeroen: Weet je ook of er nou vaak nog additionele vragen gesteld worden door de gebruiker, de bank in dit geval, van een taxatierapport of van een jaarrekening? Dat er wordt gezegd “Ik heb maar 1400 velden, maar ik wil toch nog die positie uitgesplitst hebben”?

Sander: In bepaalde sectoren, bijvoorbeeld de agrarische sector is een mooie sector, de business kan je niet uit een jaarrekening halen. Dus wat wij daarvoor ontwikkelen is aanvullende taxonomieën specifiek per sector. Dan heb je het dus over bijvoorbeeld melkvee of plantjes. Vooral de agrarische kant is daarin belangrijk. We zeggen weleens gekscherend “Hoeveel melk een koe geeft staat niet in de jaarrekening, maar is wel belangrijk om te weten of het bedrijf goed functioneert.” Daar hebben wij aanvullende datasets voor ontwikkeld waar specifieke accountants in dit geval – er zijn een aantal grote accountants die voor boerenbedrijven het meeste werk doen – daar die informatie kunnen zetten en die sturen ze dan mee met de basis set gegevens die we vragen. Onder andere werken wij samen met brancheverenigingen die daarin helpen en ook de kennis en knowhow hebben van “Wat is nou relevant voor zo’n type bedrijf in die sector?”

Jeroen: Als we uitzoomen en naar de wereld kijken, lopen wij in Nederland voor of achter, zitten we in het midden? Zijn er gidslanden voor jou?

Sander: Nee, wij lopen in Nederland voor. Het SBR-concept is een origineel concept dat door de overheid is geïnitieerd. Standard Business Reporting om de rapportagelasten van ondernemers richting de overheid te verminderen. Het wordt ook gebruikt voor belastingdienst, KVK. Er staan een paar honderd miljoen berichten in SBR over de lijnen. Je ziet wel dat wij als klein landje hoog gedigitaliseerd zijn, de wil hebben om efficiënt te werken. Doordat we met weinig zijn moeten we efficiënt werken om veel te doen en zie je dat we vooroplopen. Je ziet dat SBR wel gebruikt wordt in de Nordics. Maar we lopen daar wel op voorop in wat we doen. XBRL, de taal die we gebruiken is in Amerika ook heel groot, daar zie je het ook gebeuren maar in een andere vorm. In Nederland lopen we hier wel op vooruit en we kijken ook naar het buitenland, bijvoorbeeld België. Daar zijn we even geweest om te kijken hoe het werkt. Daar konden we snel weer weg want daar werd het op een hele andere manier georganiseerd. We hebben weleens met een partij gesproken om het in Frankrijk te organiseren. Dat is voorlopig ook geen optie. Wat je in Nederland vaak ziet, wij hebben toch wel de natuurlijke drang om met elkaar te gaan nadenken “Hoe kunnen we samenwerken? Wat is het competitieve deel wat we doen en wat is het niet-competitieve deel wat we doen?” Het competitieve deel laten we zitten, dus wat je met de data doet en welke keuzes je maakt moet iedere bank zelf weten. Maar wat je samen kan doen, dan hebben we toch wel de neiging om dat efficiënt samen te doen. Lees: het kost minder. Dan zijn we toch geneigd om dat samen te doen.

Jeroen: Polderen.

Sander: Polderen heeft ook een functie, in dit geval wel.

Jeroen: Krijg je dan ook delegaties over de vloer uit allemaal landen als wij als Nederland relatief voorlopen?

Sander: Zeker. Je hebt wel een Europese vereniging, XBRLEurope en Nederland. Dus wij zijn voor corona regelmatig op pad geweest waarbij we in Italië en Duitsland zijn geweest om uit te leggen wat we doen en hoe we het doen. Dat is natuurlijk bijster interessant, maar die mensen zitten er met grote ogen naar te kijken dat er dus drie banken samen aan het overleggen zijn van “Hoe kunnen we dit efficiënt organiseren?” Zij denken “Hoe kan ik met al die banken in Duitsland gaan overleggen om het efficiënt te organiseren? Dat werkt niet zo.” In Frankrijk niet, België kan nog misschien wel. Dus de context waarin je dit kan organiseren is wel heel erg belangrijk.

Jeroen: Ja, Duitsland met 1800 lokale banken, dat is wel lastig.

Sander: Ja, dat wordt heel ingewikkeld.

Jeroen: Financieel gezien minder ontwikkelde landen, hebben die ook nog interesse?

Sander: Het grappige is, waar we ook aan hebben gewerkt is Aziatische landen. Dus Singapore en dergelijke, daar hebben ze ook dit soort concepten waar ze naar kijken. Maar die zijn vanuit een andere reden wat makkelijker te besturen. Dat is niet zozeer de Polder, maar dat is gewoon het directieve “Zo gaan we dat doen”, vanuit een controlegedachte. “Als we ze allemaal op één manier waarderen hebben we er veel beter zicht op wat iedereen doet.” Dus we hoeven op dit punt niet zoveel naar het buitenland te kijken. We hebben bijvoorbeeld vorig jaar een analyse gedaan op KYC. Samen met partijen hebben we wereldwijd gekeken “Wat is er te krijgen op KYC-gebied?” We zijn naar de Nordics geweest, naar België, overal waarvan we dachten dat ze goed georganiseerd zijn. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat het toch misschien nog het beste georganiseerd was in Abcoude bij SBR Nexus en als we daar tijd en energie in zetten we het daar voor Nederland het beste konden organiseren. Hoe maak je een standaard? Je hebt samen eigenlijk het platform om het organiseren met de partijen erop. Het zou toch de beste oplossing kunnen zijn voor de toekomst.

Jeroen: Dat gaat puur om het onboarden van nieuwe klanten, echt het Know Your Customer aan de onboardingskant?

Sander: En de bestaande klanten, dus de review van bestaande klanten. Het gaat er vooral om dat we heel veel klanten hebben die zeggen “Bij ABN AMRO moet ik alles aanleveren, bij die moet ik alles aanleveren, een week later moet ik weer alles aanleveren. Kun je niet gewoon een standaard bedenken dat ik gewoon in één keer dat verzamel en in één keer kan aanleveren en updaten?” We hebben ook nog gekeken of banken van elkaars data gebruik konden maken, maar daar moeten we over nadenken of we dat doen.

Jeroen: Dat is een perfect bruggetje naar de privacy kant. Heb je veel te maken met de autoriteit persoonsgegevens?

Sander: Nee, want wij doen geen persoonsgegevens. Het is dus allemaal zakelijk. We zijn bezig met IB-aangifte, dat is voor de kleine ondernemer, daar zitten natuurlijk wel wat persoonsgegevens in. Daar moeten we wel goed kijken naar wat er wel door mag en wat niet.

Jeroen: Jullie hebben wel met privacywetgeving te maken bij het delen van informatie.

Sander: Zeker. Information security, privacy, met dat soort dingen hebben we te maken. Maar de feitelijke echte persoonsgegevens delen doen we niet.

Jeroen: Helder. Zoals al aangekondigd in de introductie wil ik het ook graag hebben over de duurzaamheidskant. Als mij daar iets opvalt, gewoon als consument bijvoorbeeld maar ook breder dan dat, is dat er ongelooflijk veel termen worden gebruikt. Ik heb het gevoel dat elke belegger ESG-proof is. Zoals ik al zei in de inleiding, gevoelsmatig kan er wel wat gestandaardiseerd worden, doe je daar al iets mee, ben je het aan het bekijken?

Sander: We zijn vorig jaar gestart met te kijken naar duurzaamheidsdata want wij zien dat natuurlijk ook. Ook op verzoek vanuit de bank. Banken denken veel vanuit risico en duurzaamheid wordt gezien als risico. Dat zien we nu met bosbranden, als jij daar je spulletjes hebt staan en de boel brandt af, dan heb je risico. Dus de toezichthouder en de Europese Commissie zijn nu allerlei wetgeving aan het laten neerdalen op die financiële sector en de financiële sector heeft ook heel dapper zijn vinger opgestoken “Wij gaan meehelpen om naar Parijs te gaan en we gaan daar een hele belangrijke rol in spelen.” Ook interessant, dat je dus de economie moet redden en je moet KYC doen. Dus je bent ook politieagent, maar nu moet je ook nog de duurzaamheid organiseren. Het is heel interessant hoe banken dat doen. Dus wij zijn gestart met kijken van “Hoe kan je nou vaststellen of iemand impact maakt op duurzaamheid en hoe kan je nou vaststellen dat die inderdaad CO2-besparend is of niet?” Dat is heel interessant want er zijn heel veel standaarden. Er is een lijstje van zes of zeven dingen, ESG, GRI, allemaal standaarden, maar allemaal macro en allemaal zonder context. Dus je weet eigenlijk niet goed “Is het nou wel waar of niet waar?” Iedereen maakt mooie leaflets “Kijk eens hoe duurzaam we zijn”, maar het ontbreekt aan context, het ontbreekt aan vergelijkingsmateriaal. De ene is daar beter in dan de andere. Daarbij zie je dat heel veel van de footprint van bijvoorbeeld CO2 ligt in het MKB. We hebben een onderzoek gedaan samen met CapGemini en dan blijkt dat 70% van de footprint van CO2-druk bij corporates ligt in de toeleveringsketen, daar zit allemaal MKB. Hoe ga je dat nou meten? Hoe gaat nou bij wijze van spreken de bakker die lunchbroodjes levert aan de Shell directie meten of die wel of niet duurzaam is? Terwijl we dat straks verwachten van Shell dat ze dat weten. Daar hebben we toen naar gekeken, we hebben gekeken “We moeten eigenlijk een model maken met elkaar waarin we dat gaan doen. We zijn nu gestart met een aantal coalities. Met banken, accountants, maar ook in de vastgoedsector, het netwerk wat we hebben. We hebben gezegd “Kunnen we niet eens met elkaar in gesprek gaan over hoe we een aantal simpele dingen kunnen verzinnen rondom die thema’s en heel concreet maken “Hoe gaan we dat nou meten? Waar zijn we het dan over eens wat we wel weten?” Want we kunnen een heleboel dingen roepen, maar heel veel dingen gaan gewoon nog niet. Daar zijn we nu mee gestart en in vastgoed hebben we al een taxonomie gemaakt voor duurzaamheid, voor panden. Dus de duurzaamheid van een pand. Dat is wel voor iedereen prettig want dan kan je meten “Hangt er ledverlichting in, kunnen er zonnepanelen op, zit er dubbel glas in?”

Jeroen: Dat wordt dan aangeleverd bij een bank en die kan het gebruiken in bijvoorbeeld kredietverlening?

Sander: Ja.

Jeroen: En die geeft dan een min of een plus?

Sander: Ja, voor panden is het heel relevant, want nu is er gezegd vanuit de overheid “Als je pand voor een bepaalde datum geen energielabel heeft x, y of z mag het pand niet meer open. Dan is het vervuild. Je ziet ook allerlei panden die nu verbouwd worden om te komen tot dat energielabel. Als je dat van een energielabel terug redeneert naar welke elementen het dan verwacht, dan zie je dat er ook heel veel diversiteit is. Het energielabel zegt eigenlijk ook niks als je niet de onderliggende data weet. Dus daar zijn we mee gestart en daar hebben we een duurzaamheidsscore voor, samen ontwikkeld met ING. ING heeft gevraagd “Willen jullie dat in de markt zetten?” Samen met de Dutch Green Building Association ga je dat doen. Aan de andere kant zijn we bezig met accountants en ondernemers en banken om te kijken “Hoe ga je dat dan voor bedrijven doen?” Dat wordt een journey.

Jeroen: Sluit je daar aan bij een internationale standaard?

Sander: Ja.

Jeroen: Ik kan me voorstellen dat het niet echt nuttig is om in Nederland weer een eigen standaard te creëren?

Sander: Nee, wat wij meestal doen, je kijkt eerst naar een wereldwijde standaard. Dan dril je die door naar Europa en dan ga je kijken “Wat is er nog in Nederland specifiek?”, waardoor je die standaard specifiek voor Nederland kan maken. Dan ga je kijken “Hoe maak ik hem specifiek voor de bedrijven die met elkaar moeten gaan werken?” Dat zijn eigenlijk continu de lagen die je pakt. Dan kom je tot iets en daar ga je aan werken met de wetenschap dat het nooit perfect is. Dus je doet een deel goed en dan ga je met elkaar werken en dan mis je een deel of er kan niet geleverd worden en dan ga je steeds verbeteren in plateaus. Het is een ongoing journey.

Jeroen: Ik kan me voorstellen, als je de analogie volgt van hoe je het eerder hebt aangepakt, dat je ook hier weer begint met een paar semi-niche markten, vastgoed bijvoorbeeld. Dat is heel groot, maar een niche binnen het totaal.

Sander: Je hoeft niet zozeer in grootte te kijken, maar het zit meer in complexiteit. Het moet begrijpbaar zijn voor mensen, want je start met mensen om erover te praten. Iedereen kan je uitleggen “Daar staat een pand en dat pand stoot CO2 uit”, dat begrijpt iedereen. Dan begint iedereen te begrijpen hoe het werkt en dan pak je een iets complexere situatie waarbij het niet helemaal duidelijk is of zo’n bedrijfsproces nou wel of niet duurzaam is, ja of nee. Als je data steal neemt en Shell kom je er ook wel snel achter. Maar als je gewoon met een sector gaat praten zoals transport en dergelijke, dan wordt het een stuk ingewikkelder. Het lijkt spannend, maar het is toch ingewikkelder als je er echt induikt. We beginnen gewoon met vastgoed, dat is overzichtelijk. Dan heb je ook een hoge impact, zeker voor de financiële sector. Dat is ook een drive om het te willen doen; mensen moeten er ook wel zin in hebben. Dan pak je een steeds complexer iets.

Jeroen: Wat is de rol van de overheid uiteindelijk hierin? Want het kan ook zijn dat de overheid gewoon bepaalde standaarden oplegt of accountants verplicht om bepaalde dingen op te nemen in hun jaarrekening.

Sander: Ja, zeker. Die beraadt de jaarverslaggeving en jaarlijks stelt die vast wat erin moet. Dat komt dan in de Nederlandse taxonomie en die nemen wij dan over. Vaak stoppen we er als bank ook nog wat bij en die neem je over. Dus er is jaarlijks een soort review en dan zegt de overheid “Dit moet erbij, dit moet anders genoemd worden”, etc. Zo werkt dat proces. Voor taxaties zit het weer anders, dan zijn we het veel meer zelf die bepalen wat de standaard is en hoe we dat doen. Het ligt er een beetje aan of er een overheidsinstantie is of een toezichthouder die zich daarmee bemoeit.

Jeroen: Dat is helder uitgelegd! Een beetje richting het einde toewerkende, wat zijn jouw grote wensen voor de komende tijd? Waar zou je echt groot succes mee kunnen boeken?

Sander: De jaarrekening loopt gewoon door, dat is een ongoing proces, dat heeft ook nog hele andere dynamieken waarom dat gaat groeien. Je ziet daarbij aan de corporate kant dat er nog een hele slag te maken is. Dat is veel handjeswerk; digitalisering in de grootzakelijke financieringshoek staat eigenlijk nog in de kinderschoenen. Vastgoed gaat gewoon door, het mooie aan vastgoed is dat het een vrij traditionele sector is maar ze hebben nu wel de digitaliseringslag gevonden. Ik vind het onderwerp sustainability bijster interessant; er is veel over nagedacht, er is een enorme drive van mensen om duurzaam te zijn. We hebben nu het fenomeen data, we kunnen meteen beginnen met data, er zijn niet allerlei documentjes waar het in vastligt en dergelijke. De legacy is wat minder. Dus je kan daar meteen goed starten met elkaar en dat lijkt me echt wel cool, als je als financiële sector zegt “Wij gaan meehelpen aan die transitie”, dan zou het wel goed zijn om daar nu ook al met elkaar over na te denken. Dat gebeurt ook in allerlei samenwerkingsverbanden, PCAF is er één, de coalitie die wij ontwikkelen is er één. Dat zou wel leuk zijn. Data is natuurlijk leuk, maar het is eigenlijk helemaal niet tastbaar. We zitten er de hele dag over te praten, maar we zien helemaal niet wat er gebeurt. Hiermee kan je ook nog een beetje impact realiseren en kan je ook laten zien wat het doet als je op een goede manier met die data en die datastandaarden omgaat, dan heb je ook nog een goed gevoel erbij.

Jeroen: Dat kan ik me voorstellen. Als je nog directer impact hebt is dat natuurlijk altijd mooi.

Sander: Ja, dan heb je ook een beetje een goed gevoel bij wat je doet. Dat is natuurlijk het leuke van je werk.

Jeroen: Ik krijg een heel goed gevoel bij dit gesprek, heel helder. Voordat ik ga afronden, is er nog iets waarvan jij zegt “Dit is nog iets wat ik graag had willen delen” of iets wat je hier nog graag wil bespreken?

Sander: Volgens mij heb ik alles wel genoemd, we zijn een heel eind gekomen en zoals ik al zei, sustainability is heel belangrijk. De algemene discussie over data vind ik altijd heel interessant. Ik ben ook nog voorzitter van de Data Sharing Coalition. Dat gaat over crossectoraal data delen, dus hoe gaat de energiesector data delen met de financiële sector? Bijvoorbeeld hebben we daar nagedacht over concepten rond de hypotheken, je digitale energiemeter zegt iets over de duurzaamheid in je huis, kan je die meegeven aan de hypotheek en daardoor een goedkopere hypotheek krijgen? Of IOT-data die vanuit een boerderij komt, kan je die gebruiken om betere business te doen en je koeien beter te voeren? Dus ook op andere niveaus ben ik betrokken bij data delen. Wat heel interessant is en wat wel aardig is met data, mensen vinden het toch wel lastig, men denkt altijd dat data ergens is, dat dat rondzweeft. Iedereen denkt dat alles in de cloud staat, maar hier in de Polder staat gewoon een groot gebouw met allemaal servers en dat is de cloud, die is er gewoon fysiek. Dat is zo met data ook. Ik denk dat iedereen zich moet realiseren dat data wel ergens gemaakt moet worden. Dat is niet iets dat ontstaat en daar moet je gewoon over nadenken: Wat heb ik nodig? Welke data heb ik nodig? Ik denk in de financiële sector, als je erin werkt, dat het handig is om te weten dat het ergens gemaakt moet worden.

Jeroen: Mooi einde! Ja, het moet ergens vandaan komen.

Sander: Het moet ergens vandaan komen, ja.

Jeroen: Sander, ik wil je heel hartelijk danken voor de tijd en de hele heldere uitleg. Ook met mooie humor tussendoor, dat maakt het nog leuker om naar te luisteren. Ik heb twee pakketjes liggen van Bocca Coffee, dat is een B-corps gecertificeerd bedrijf dat de bedankjes verzorgt voor Leaders in Finance. Je mag straks kiezen of je de gemalen wil of de bonen. Dat doen we even na de aflevering. Heel erg veel dank voor je tijd!

Sander: Dankjewel!

Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook via de social media kanalen of direct via een email. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun, dat zijn Kayak, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Bedankt voor het luisteren!

Door deze site te gebruiken ga je akkoord met het plaatsen van cookies. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten