#124: Jan-Willem König (transcriptie)

Dit is Leaders in Finance: een podcast waarin we op zoek gaan naar de mens achter het succes. We praten met leiders van nu en later over hun drijfveren, carrière en privéleven. Waarom? Omdat er meer gesproken moet worden in de financiële sector. Onze gast deze week heeft zonder meer een groene bril, maar kan hij ook iets vertellen over zijn ondernemende bril? “En de afweging van, ‘Is dit een leuk idee of een goed idee?’, als het alleen een leuk idee is, laat het vooral een leuk idee zijn maar doe er niks mee. Maar als het een goed idee is, ga er vol voor. Alle hobbels die je tegenkomt, daar moet je oplossingen voor vinden.” Als kind was een zes op zijn rapport vaak aanleiding voor extra aandacht. Hoe kijkt hij naar de rapporten van zijn eigen kinderen? “Zoek uit waar je passie ligt, kijkt niet naar het zesje, maar kijk vooral hoe die acht in de toekomst ervoor gaat zorgen dat jij echt onderscheidend bent. Dat vind ik eigenlijk veel belangrijker.” En hoe kunnen honden je helpen bij het oplossen van de meest ingewikkelde problemen? “Ik heb twee jachthonden en ik vind het heerlijk om te wandelen op de hei. In de eerste instantie kom je tot rust, een minuutje of tien, dan komen opeens alle problemen langs waar je mee bezig bent. En als je die een beetje aandacht geeft, komen gratis de oplossingen ook langs.” Onze gast deze week is Jan-Willem König, CEO van Polestar Capital, je host is Jeroen Broekema.

Jan-Willem König te gast bij de Leaders in Finance Podcast

Jeroen: Welkom bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance. Deze week is te gast Jan-Willem König, de CEO van Polestar Capital. Welkom, Jan-Willem!

Jan-Willem: Dankjewel! Leuk om hier te zijn.

Jeroen: Absoluut, ik vind het ook heel leuk om jou tegenover mij te hebben en we gaan zo uitgebreid in gesprek met elkaar. Allereerst wil ik onze partners bedanken voor hun steun, dat zijn: KAYAK, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Verder wil ik de luisteraars erop wijzen dat recent mijn boek met de titel 100 Gesprekken: De mens achter het succes is uitgekomen met persoonlijke fragmenten van de eerste honderd gasten van de podcast. Dus van Ali Niknam, Klaas Knot, Jeroen Dijsselbloem tot Karin van Baardwijk, Chantal Vergouw en Annette Mosman en dus 94 anderen. Ze komen allemaal aan bod. Vind je dat nu interessant en wil je er meer over weten? Ga dan naar boek.leadersinfinance.nl om het te bestellen en uiteraard kan het ook via bol.com, Amazon, Managementboek en vele andere online boekenverkopers.Dan nu terug naar mijn gast van vandaag, Jan-Willem König is de CEO van Polestar Capital, een 100% impact vermogensbeheerorganisatie waar hij in 2009 één van de oprichters van was. Hij is zijn carrière gestart bij Kempen & Co Corporate Finance, waar hij heeft meegebouwd aan de renewable energy desk, waarna hij CFO was van een projectontwikkelaar van biomassa projecten. Jan-Willem heeft bedrijfseconomie gestudeerd aan de Universiteit van Rotterdam, is 44, getrouwd, heeft twee kinderen en, mooi om te noemen, twee honden en woont in Loosdrecht. Dan hebben we een introductie van jou. Het klopt allemaal, volgens mij?

Jan-Willem: Ja, helemaal waar.

Jeroen: Helemaal duidelijk. En ik vind het leuk, voor mensen die Polestar Capital nog niet kennen, om dat eerst eens even goed neer te zetten. Luisteraars weten dat ik dat heel graag doe aan de hand van de verschillende stakeholders om het enigszins te structureren. Allereerst, je bent één van de medeoprichters, voordat we de eerste stakeholder behandelen, hoe kwam het tot stand? Waarom heb je het opgericht?

Jan-Willem: We begonnen in 2009 met de gedachte, “We moeten weer opnieuw een duurzame energie desk opzetten.” Dat was natuurlijk oorspronkelijk het geval wat ik ook met mijn team gedaan heb bij Kempen & Co. Toen was ik daar heel erg junior en heb ik vooral geleerd van de rest. En nu was het tijd om het zelf te gaan doen met de andere twee oprichters. Mijn ervaring zit alleen maar in de duurzame energie sector, dus dat ik daarin doorgegaan ben is natuurlijk hartstikke logisch. Wat we op dat moment zagen is dat het behoorlijk ingewikkeld was om de financiering van projecten gewoon voor elkaar te krijgen. Je moest bankfinanciering organiseren, achtergesteld kapitaal, eigen vermogen, dat was allemaal nog best wel ingewikkeld in die tijd. Daarvoor was specifieke expertise nodig. Dus dat was expertise die we in het begin naar de markt gebracht hebben, lastige projecten gefinancierd, biomassa, biogas, bodemsanering systemen, aardwarmte. Dat zijn de meest complexe projecten en dus ook het meest leuk.

Jeroen: In eerste instantie begon je om die eerste stakeholder dan beet te pakken, namelijk jouw collega’s, jouw medewerkers. Jullie begonnen met z’n drieën, zei je?

Jan-Willem: Ja.

Jeroen: En al snel werden het er meer, hoeveel zijn het er nu?

Jan-Willem: We zijn rustig begonnen, met z’n drieën en langzaam gegroeid tot 2020, tot een mannetje of acht. Vanaf daar is het behoorlijk hard gegaan, want inmiddels zijn we met 125 man. Dat zie je ook heel erg duidelijk in Nederland terug. We hebben altijd achteraan gezeten in de lijstjes in Europa met de verduurzaming van Nederland en gelukkig hebben we de ‘gas knop’, dat is misschien niet goed verwoord, maar de biomassa knop, de duurzame energieknop gevonden om echt meters te gaan maken in Nederland.

Jeroen: Als je dan kijkt naar die 125 mensen, wat voor soort rollen vervullen die?

Jan-Willem: Dat is heel verschillend. Het mooie is, als je zo hard groeit, in het begin zoek je elke keer naar een schaap met niet vijf poten, maar zeven poten. We proberen drie functies in één vacature te stoppen. Wat nu het mooie is, is dat je gewoon experts kunt binnenhalen. Dus je ziet dat mensen van multinationals, van banken, echte toppers komen gewoon naar ons toe met hele specifieke expertise. Dat is geweldig. Er is niks mooiers om met experts te werken en een multidisciplinair team samen te stellen uit verschillende type mensen, maar ook verschillende expertises.

Jeroen: Noem eens wat functieprofielen of titels, wat voor soort mensen werken bij jullie?

Jan-Willem: Natuurlijk investment managers, we investeren dus we hebben een hele hoop investment managers. We verstrekken ook financiering, kredieten, dus we hebben kredietacceptanten in dienst. We werken met IT-platforms, dus we hebben echt een heel team dat dat soort platforms kunnen inregelen voor klanten en producten kunnen bouwen en introduceren. Dat is heel belangrijk voor de duurzame energie sector, er moeten nieuwe financieringsproducten gemaakt worden. Dus dat is iets wat we kunnen. En die expertise hebben we ook in huis. Natuurlijk moet je risk & compliance hebben als financiële instelling. Op deze schaal heb je inmiddels ook je eigen HR-afdeling in huis. Finance & reporting voor alle reporting en data management, dat is echt super belangrijk in de impactwereld, want we moeten allemaal gaan verklaren hoeveel impact we maken. Dat doe je met data, dat doe je met reporting. Dus de koppeling tussen business en reporting en data is echt het thema voor het komende jaar.

Jeroen: De stakeholder klanten, wie zijn het?

Jan-Willem: Ik wil nog even bij je eerste stakeholder terugkomen, dat zijn natuurlijk je mensen. Dit is people business, we geven advies, we verstrekken financiering, we structureren, we zitten echt met behoorlijk complexe projecten waar we mee werken. Het team is echt nummer één stakeholder. Dat had je goed gezien.

Jeroen: Dat hebben we even gezegd, in ieder geval.

Jan-Willem: Dat is natuurlijk waar we alles voor doen. En daarna, onze klanten zitten eigenlijk aan twee kanten. Enerzijds hebben we investeerders, die hebben een bepaald doel, die willen hun middelen aan het werk zetten, hun geld aan het werk zetten en daar een bepaalde impact mee halen. Als je kijkt naar die investeerders, dan zijn er eigenlijk drie soorten categorieën. Dat zijn overheden die een speciaal maatschappelijk doel nastreven van verduurzaming, circulaire economie, what have you. We hebben pensioenfondsen die steeds meer de stap willen maken van de oude fossiele wereld naar ook vergroening, verduurzaming, investeren in Nederland, investeren in het MKB, dichterbij hun klanten staan. Dus ook meer de verbinding maken met de personen die daadwerkelijk een inleg doen in een fonds. En als derde groep heb je de banken die meedoen als financier in fondsen die we bijvoorbeeld beheren.

Jeroen: Ik kan me voorstellen, aan die investeringskant – als de ene kant van de klanten kant, je komt zo op de andere kant van de klanten kant – overheden, pensioenfondsen, banken, die doen dit soort dingen meestal niet voor een paar honderdduizend euro. Die doen het voor miljoenen of het liefst tientallen of honderden miljoenen. Is dat ook wat jullie doen, klopt dat?

Jan-Willem: Jazeker. We zijn ooit begonnen op het moment dat Essentverkocht werd jaren terug, in 2011 of 2012. Dan kwamen er middelen vrij voor provincies en gemeentes. Het mooie is dat een aantal van die partijen hun middelen aan het werk gezet hebben om die verduurzaming voor elkaar te krijgen. Dus dat was ook ons eerste fonds, Limburgs Energie Fonds. Dat begon piepklein, 18 miljoen, om te bewijzen dat dit van toegevoegde waarde is. Dat hebben we inmiddels laten groeien tot 170 miljoen. We investeren daar in Limburg op gebied van CO2-besparing, circulaire economie, asbestsanering, dat soort thema’s. Als je kijkt naar pensioenfondsen, dan willen die hun geld aan het werk zetten en eigenlijk elke keer opnieuw aan het werk zetten. Ze krijgen elke maand premie-inkomsten binnen, die moeten uitgezet worden. Dus het heeft niet zoveel zin om dat met kleine tickets te doen. Ze zijn heel erg op zoek om in fondsen te investeren waar ze meerdere malen door in kunnen investeren, maar ook duidelijk dat impact thema kunnen bewijzen.

Jeroen: Noem nog eens een paar getallen die je mag delen?

Jan-Willem: We zijn ooit met 18 miljoen begonnen en momenteel hebben we ongeveer een miljard onder beheer. We zijn ooit met één investeerder begonnen, inmiddels hebben we er elf. We zijn overigens met vijf partijen momenteel in gesprek om nog verder te groeien met hun kapitaal. Dus dat is echt het thema van nu, dat is de verduurzaming en het aan het werk zetten van kapitaal. Maar ook heel specifiek investeren met een bepaald doel. We hebben ons circulaire fonds waar we investeren in projecten waar we afval omzetten in grondstoffen en halffabricaten van een eindproduct. Dat zijn hele ingewikkelde projecten, maar die leveren ook heel veel impact op. CO2-besparing, afvalbeperking, vermijden van fossiele brandstof of hulpstoffen. Daar kun je echt veel impact mee maken.

Jeroen: De andere kant van de klanten, waar gaat al het geld naartoe?

Jan-Willem: Dat zijn drie groepen, we hebben ook drie soorten business die we wat dat betreft doen. We verstrekken financiering aan ondernemers met ons circulair fonds, met ons energiefonds. Dat zijn voornamelijk de ondernemers die hun eigen projecten hebben of die een stukje van hun huidige onderneming verduurzamen. Dus dat is een hele grote groep. Een tweede grote groep is meer non-profit gerelateerd, dus een vereniging van eigenaren die hun pand willen verduurzamen. Scholen, maatschappelijk vastgoed. En de derde groep zijn particulieren die hun woning willen verduurzamen. Dus je ziet dat we hele grote tickets hebben en hele kleine tickets.

Jeroen: Dat wilde ik je net vragen, hoe gaat die distributie dan in zijn werk? Doen jullie dat allemaal zelf, heb je daar allemaal partners voor? Want een woning verduurzamen gaat misschien om 10.000 € of 25.000 of 50.000 €, ik weet het niet. Terwijl die grote ondernemingen of grote non-profit organisaties, dat gaat om miljoenen. Dus hoe doe je die distributie?

Jan-Willem: Dat zijn drie totaal verschillende aanpakken. Dus de meest complexe projecten, dat zijn grote tickets, dan heb jee dedicated team van pure specialisten die het project door en door willen begrijpen, die alles moeten begrijpen, die alles evalueren en die een hele financieringsstructuur in elkaar zetten. Een super specialistisch team, tailormade financiering, dat gaat gewoon niet anders. En dat is de enige manier om innovatie te financieren, dat is op deze manier. Dat is mijn stellige overtuiging. Het mooie is dat we een groot team van mensen hebben die hiermee bezig zijn. Ik denk dat we wel mooie resultaten meemaken. Als je wat meer kijkt naar de non-profit partij, dan zie je dat er repeteerbare business is. Zoals je een vereniging van eigenaren hebt die een pand wil verduurzamen, die zitten heel vaak met dezelfde soort maatregelen. Dus dubbel glas, driedubbel glas, isolatie, zonnepanelen, dat zijn eigenlijk dezelfde thema’s die regelmatig terugkomen. Alleen, de veelheid van maatregelen is een verschil en de complexiteit van het pand, natuurlijk. Dat zijn grote variabelen, omvang van de VV. Maar op zich zijn dat projecten die redelijk vergelijkbaar zijn en werken dus ook op een meer gestandaardiseerde manier. Dus daar hebben we minder tailormade financiering, we werken op process flow systemen, et cetera. We proberen in een zo kort mogelijke tijd wel een goede oplossing voor de klant te maken.

Jeroen: Maar je doet het wel helemaal zelf ook?

Jan-Willem: Je doet het helemaal zelf, ja. Dus ook dit is een heel specialistisch team, maar ze zetten ook heel erg in om de klantreis sterk te maken en in een vrij snelle vorm de financiering voor elkaar te krijgen. Systemen zijn daar ondersteunend in en als je dan kijkt naar de derde tak van sport, je hebt helemaal gelijk, een particulier die zijn huis gaat verduurzamen, dat zit tussen 1000 – 50.000 € als je je huis van het gas krijgt. Dus een gemiddelde financieringsomvang van een ticket van 10.000 – 15.000 €, daar heb je helemaal gelijk in. Dat doe je zoveel mogelijk met je systeem. Dus een eigen kredietplatform, daar hebben we overigens wel een partner voor die dat voor ons gebouwd heeft. Maar dat passen we helemaal aan. Het bijzondere daar is dat we enerzijds financiering verstrekken die redelijk gestandaardiseerd is, maar we maken ook producten voor mensen die niet mee kunnen komen in de energietransitie. Dus mensen die minder kredietwaardig zijn, die wel een eigen pand hebben, maar bijvoorbeeld een ongeluk gehad hebben en momenteel in de bijstand wonen. Die kunnen niet een kind van de rekening van de energietransitie worden. Dus ook daar moeten producten voor gemaakt worden, voor 75-plussers, mensen met een BKR-notering. Dus daar maken wij ook de producten voor, dat we niet mensen hebben die al een achterstand hebben met een nog veel grotere achterstand uit die energietransitie komen.

Jeroen: Voordat we naar andere stakeholders gaan, wil ik toch even doorgaan op die verschillende groepen klanten. Want hoe bepaal je nou wat wel en niet binnen jullie missie valt? Ik heb dat ook vaak gevraagd aan banken, aan Triodos Bank, bijvoorbeeld. Wat is nou grijs, wat is nou zwart, of welke kleur je er ook op wil plakken? Hoe doen jullie dat? Is daar veel debat over intern wat jullie wel en niet doen?

Jan-Willem: Eigenlijk is het heel simpel. We zijn een 100% impact vermogensbeheerder, dus het moet toegevoegde waarde hebben voor de klimaattransitie in Nederland. Dat betekent dat je altijd gaat meten, je CO2-besparing, de hoeveelheid afval die je beperkt, de hoeveelheid fossiele brandstoffen die je beperkt. Maar ook thema’s zoals, “Werk je met gevaarlijke stoffen? Zijn je stoffen afbreekbaar of blijven die eeuwig in je ecosysteem achter?” Een soort van bandlist, stoffen die je eigenlijk niet moet willen gebruiken. Ook dat soort impact houden we allemaal bij. Dat vragen onze investeerders ook heel duidelijk van ons. Het is heel duidelijk wat onze thema’s zijn, uiteindelijk zijn het de vijf klimaattafels plus de circulaire economie. Dus verduurzaming van de gebouwde omgeving, van de industrie, van de landbouwsector, en natuurlijk van de mobiliteitssector. Dat zijn de thema’s die we doen.

Jeroen: Is het altijd heel duidelijk voor je? Want het lijkt alsof het heel simpel is, het is gewoon zwart of wit, “Dit doen we wel, dit doen we niet.” Maar er moet toch ook een heel grijs gebied zijn. Ik noem maar wat, dingen die met nucleaire energie te maken hebben, daar kan je van mening over verschillen. Of iemand die zijn woning wil verduurzamen, misschien op dat niveau ook, dat je van bepaalde dingen denkt, “Dat zit wel op het randje. Past het nou wel of niet bij ons?” Of is het zo duidelijk zoals jij het schetst, het is gewoon het ene of het andere?

Jan-Willem: Het is eigenlijk heel duidelijk. Je kunt je impact meten, dat is ook de opdracht die je meekrijgt. En natuurlijk heb je altijd wat grijze gebieden. Als je kijkt naar verduurzaming van je vastgoed, dan zie je dat er gewoon probleemthema’s zijn. Er zijn gewoon panden waar verschillende problemen bij elkaar komen. Een laag inkomen, energiearmoede, dus eigenlijk je energierekening niet kunnen betalen. Dat is echt een big issue momenteel met de hoge energieprijzen. Het gevolg betekent dat die mensen niet goed kredietwaardig zijn. Als je energiearmoede hebt, ben je per saldo niet kredietwaardig. En er komt heel vaak bij dat het energielabel van het pand slecht is, dus dat er eigenlijk een enorme sprint moet gemaakt worden in je verduurzaming. En daar komt dan bij dat vaak ook nog de staat van het pand niet geweldig is. Dus achterstallig onderhoud. Dan krijg je discussies van, “Moeten we niet het achterstallig onderhoud mee gaan nemen?” En dat zijn hele interessante discussies, dat is niet je primaire taak. Maar als je kijkt naar de urgentie, dan is het het gat in het kozijn en niet het zonnepaneel op het dak op dat moment. Als je dan impact wil maken, dan moet je ook dit soort dingen meewegen en moet je dat ook gewoon meedoen.

Jeroen: Waar ik ook aan denk is bijvoorbeeld organisaties, bedrijven die dingen doen die eigenlijk helemaal niet milieuvriendelijk zijn, maar die wel die transitie willen maken. Doen jullie dat dan ook? Ik noem maar wat, een staalproducent of zo, om die te helpen om te vergroenen? Terwijl, het blijft misschien klimaat technisch een hele slechte zaak, maar wordt daardoor wel groener.

Jan-Willem: Dit is niet direct een voorbeeld waar we mee bezig zijn. Maar alle transitie is goed. Ik herken de discussies toen ik begon bij de bank, “Hoe groen is groen? Welke soorten biomassa zijn goed en welke niet?” Het thema van nu is soms, “Laten we wachten op waterstof, want dat is de Holy Grail.” Als we dat gaan doen, verliezen we weer vijf jaar. Dus we moeten vandaag aan de gang, het kan heel goed zijn, als ik vijf jaar terugkijk, dan hebben we misschien projecten gedaan die we vandaag niet meer zouden financieren. Dat zijn echte transitieprojecten, bio LNG, vanuit aardgas is een goed alternatief voor allerlei oplossingsrichtingen. Als we nu aan het aardgas denken, denken we er net iets genuanceerder over. Niet alleen met Groningen, maar ook met de huidige prijzen en afhankelijkheid van instabiele landen.

Jeroen: Je moet het in de tijd plaatsen.

Jan-Willem: Je moet het in de tijd plaatsen, maar je moet het vooral ook gewoon doen. Het begin van de transitie is ook gewoon doen.

Jeroen: De regulatory kant van jullie business, hoe zit dat in elkaar?

Jan-Willem: Een belangrijke stakeholder, natuurlijk. Per saldo zijn wij in de ogen van de regulatory, dus de AFM en DNB, een relatief kleine speler. Maar wel een speler die groeit, waar veranderingen in de organisatie zijn, in het leadership team, waar de producten veranderen. Waar we ook met spannende producten bezig zijn, want als je een persoon gaat financieren die niet helemaal kredietwaardig is, dan staat er aardig haaks op overkrediteringsdiscussies. Dus dat zijn echt discussies die wij zelf aan onze opdrachtgevers hebben met de AFM. Dus hele belangrijke stakeholders.

Jeroen: Waar vallen jullie onder, een beleggingsonderneming?

Jan-Willem: We hebben een bemiddelingsvergunning, beleggingsonderneming en momenteel hebben we een alternative investment fund vergunning in aanvraag.

Jeroen: Als het dan toch niet goed gaat met die lening of die equity posities als het gaat om bijzonder beheer en uitwinning, doen jullie dat ook zelf?

Jan-Willem: Zoveel mogelijk wel. Dat is een kracht die we hebben, denk ik. Want wat je ziet is dat sinds 2013 dat bij moeilijkere projecten, dus technologisch meer geavanceerd, innovatieve verdienmodellen, dat banken langzamerhand een terugtrekkende beweging gemaakt hebben. Enerzijds heeft dat te maken met de spelregels van de kredietcrisis die natuurlijk banken en alle financiële instellingen over zich uitgestort hebben gekregen. Maar anderzijds gaat het er ook om dat als het dan misgaat met zo’n complex project en het gaat mis, dan moet je in die tussenliggende fase waar je je financiering verstrekt hebt en als er iets mis gaat, moet je eigenlijk je vinger aan de pols houden. Je moet heel veel team tijd besteden in de fase dat het project gebouwd, in gebruikname fase en de weg naar steady state, naar stabiele productie. Dat zijn de momenten waarop de risico’s zich voldoen. Als je dan geen team tijd mag besteden als bank in deze fase anders dan beperkte relatie management, en dan zit je eigenlijk al een hele tijd achter de feiten aan te kijken, van “Wat gebeurt hier nou?” Dan kun je ook niet goed wegen of de ondernemer wel belangrijke goede beslissingen genomen heeft in de tussenliggende tijd. Je zit met het domme feit, dan gaat het naar bijzonder beheer, want dan is het opeens te groot geworden. Dan moet alles tegen het licht gehouden worden, dat is behoorlijk ingewikkeld. De eerste stap van bijzonder beheer is het voorkomen van, en dat betekent dat je in die fase vol actief moet zijn. Dat zijn we met ons investment team en dat betekent dat we veel bijzonder beheer voorkomen en ook tijdig kunnen bijsturen. En daar waar bijzonder beheer is, dan moet je je experts mee in de arm nemen en in het slechtste geval moet je ook vervelende maatregelen nemen.

Jeroen: Wat mij wel bij blijft in het eerste stuk van dit gesprek is dat jullie eigenlijk bijna alles zelf doen.

Jan-Willem: Ja, dat heb je misschien wel goed gezien. Dat is misschien ook wel de fun, op het moment dat je investeert, later kom je je fouten tegen, tijdens je beheer en bijzonder beheer fase kom je de fouten tegen die je in het begin gemaakt hebt. De hele energietransitie is durven fouten te maken anders komen we nooit tot het eindpunt. Je kan veel van die fouten leren, en dat moet je weer terugkoppelen naar je team. Dus ik denk dat dat een kracht is, dat je het zelf doet.

Jeroen: Het klinkt heel logisch in de oren. Van mijn kant de laatste stakeholder, want de stakeholder maatschappij is me wel heel duidelijk geworden, die ‘sla ik over’. Maar die zit overal in, in al je antwoorden. De eigenaren, hoe zit de structuur in elkaar qua eigenaarschap van de organisatie?

Jan-Willem: We zijn een private onderneming, dus in handen van personen. Ik ben één van die aandeelhouders.

Jeroen: Duidelijk.

Dit is Leaders in Finance met Jeroen Broekema.

Jeroen: Dan meer naar jou, maar nog niet te persoonlijk, daar wil ik ook graag nog op komen, maar je bent ondernemer, je bent dit begonnen met je co-founders. Hoe was die beginfase als ondernemer?

Jan-Willem: Ik heb me dat eigenlijk niet zo gerealiseerd, we zijn gewoon begonnen. In het begin wil je gewoon leuke projecten doen, daar ga je vol voor. We hebben altijd een methode gehad van de afweging, “Is dit een leuk idee of een goed idee?” Als het alleen een leuk idee is, laat het vooral een leuk idee zijn, maar doe er niks mee. En als het een goed idee is, ga er vol voor. Als het een goed idee is, dan moet je het ook nooit meer los laten, alle hobbels die je tegenkomt, daar moet je oplossingen voor vinden. Dat was de manier hoe je dat doet. Dat is de ondernemende bril die we hadden. Dus zo is dat begonnen. Het begint met een project en dan heb je er drie en dan heb je er vijf. En dan heb je een kredietcrisis en dan denk je, “Wat gaan we doen?” De bankloketten zijn dicht, dan moet je weer ondernemen en moet je jezelf weer opnieuw uitvinden en haal je een vermogensbeheervergunning, want dat is misschien de route om nog meer impact en nog meer ondernemers verder te helpen.

Jeroen: Wat waren moeilijke fases in die 10+ jaar dat je er nu mee bezig bent?

Jan-Willem: Dat is echt die fase van 2012, daar hadden we echt een ingewikkelde situatie dat de bankloketten dicht waren. Dus de kredietcrisis 2008 hadden we al achter de rug. Dat was niet zo’n makkelijke fase voor heel Nederland. Toen kregen we eigenlijk de tweede hose van de kredietcrisis in 2012, dan weet je eigenlijk niet hoe lang dat gaat duren. En als je financiering gaat ophalen voor projecten, dan is een bankloket wel een heel belangrijk loket. En als dat wegvalt, dan wordt het ingewikkeld om je business overeind te houden. Dan moet je jezelf opnieuw uitvinden en belangrijke beslissingen nemen, dat was die vermogensbeheervergunning. Gezien waar we nu staan was dat een moeilijke fase, maar een dappere en goede keuze.

Jeroen: Hoe anders is het om de organisatie te leiden nu met zoveel mensen en zoveel geld versus toen je startte?

Jan-Willem: Dat is totaal anders. Vroeger deed je alles zelf, dus je moest weten van de IT, van hoe een arbeidscontract tot stand komt, maar ook van het koffiezetapparaat en tegelijkertijd de meeste lastige discussies met je ondernemers hebben. Dus je moest alles doen en je moest alles zelf doen. En daarna groeit het team langzaam, dan kun je die taken wat verspreiden. En nu zit je in een fase dat je echt je experts in je teams hebt die dat doen. Dat vraagt hele andere aandachtspunten en aansturing. We zijn wat dat betreft in een recordfase van meewerkend foreman naar leidinggevende heel snel naar indirect leidinggevende gegaan. Dat is best een rollercoaster, kan ik je vertellen.

Jeroen: Ik kan het me deels voorstellen en deels totaal niet voorstellen, maar dat moet een enorme rollercoaster geweest zijn. Wat zou een tip aan jezelf zijn als je weer opnieuw zou beginnen? Wat zou je echt heel anders aangepakt hebben?

Jan-Willem: Als je kijkt naar helemaal in het begin? Als ik de klok terugzet naar 2009, zou ik precies hetzelfde gedaan hebben. Gewoon vol gaan voor je passie, daar waar je toegevoegde waarde hebt, ik zou daar niet heel veel dingen anders in willen doen. We hebben altijd gekeken naar de mens die past in het team, naar diversiteit in het team. Ook dat is een hele goede keuze, zodat je je eigen tegenkracht en kennis vergroot in je team en de gelijkwaardigheid in de discussies. Ik denk dat we dat goed gedaan hebben, dat zou ik ook niet anders willen gedaan hebben.

Jeroen: Je was al altijd met duurzaamheid bezig, zei je in het begin van dit gesprek. Waar komt die drive en het enthousiasme voor het onderwerp vandaan?

Jan-Willem: Om eerlijk te zijn is het best wel toevallig ontstaan. Want je begint in de wereld van de fusies en de overnames. Dat was overigens een welbewuste keuze. In het verleden heb ik altijd belegd en de krant gevolgd en mijn gedachte was, “Genoeg belegd sinds mijn twaalfde en nu wil ik zelf impact hebben om in de krant te komen met een mooie transactie, dus ik moet naar de fusie- en overnamewereld toe.” Ik weet niet of dat echt zo werkt, maar dat was mijn beleving destijds. Vervolgens kom je daar en wordt er op je eerste dag gezegd, “Gefeliciteerd, we gaan iets nieuws beginnen. We gaan een duurzame energie desk opzetten en jij bent één van de eersten in het team.” Vervolgens gaat er een mailtje de bank rond van, “Gefeliciteerd allemaal, we gaan een nieuwe business beginnen, een duurzame desk. Als je een leuke business case hebt waar we iets mee moeten willen, stuur het naar het onderstaande e-mailadres.” En vervolgens kwam dat in mijn mailbox binnen. Het is dan bizar hoe waanzinnig veel dossiers je opeens op je bureau hebt zitten terwijl je gewoon een starter bent. Dus daar is het begonnen en vanaf dat moment rol je een expertise in en kom je bij zoveel mooie projecten en initiatieven terecht. Er is geen enkele reden geweest om daaruit te stappen.

Jeroen: Was er, als je post-rationaliserend kijkt, een voedingsbodem voor de interesse in duurzaamheid? Of zeg je echt, “Nee, eigenlijk had ik er helemaal niks mee en het kwam op mijn pad en daarna is het mijn passie geworden”?

Jan-Willem: Als ik heel eerlijk ben, was dat het moment waarop het getriggerd is. We zullen ongetwijfeld straks daarop terugkomen, ondernemerschap en vakmanschap, dat is iets wat mij prikkelt. Wat je ziet in de duurzame wereld is dat je waanzinnige technieken hebt die grote problemen kunnen oplossen. Als je van plastic weer terug kan naar nafta en daar dan weer plastic van te maken, dat zijn echt mooie oplossingen voor de energietransitie in plaats van dat je weer nieuwe aardolie uit de bodem moet halen. Dat is geweldig en dan zie je die passie van de ondernemer, van de techneut die het bedacht heeft. De waanzinnige worstelingen, de enorme plank voor de kop die het moet hebben om maar niet op te geven. Dat is geweldig om te zien. Dan hoef je wat mij betreft ook even niks anders meer in de breedte te leren kennen.

Jeroen: Los van de latere passie van duurzaamheid die er nu heel diep in zit, zei je ook, “Ik ben al vanaf heel jong aan het beleggen.” Dus die passie was er al wel. Waar komt die vandaan?

Jan-Willem: Die komt van mijn opa af. Mijn opa was ondernemer en had geen pensioen, dat probleem dat ondernemers nu hebben, dat was er toen ook. Dus hij moest wat met zijn middelen en door toeval kwam ik erachter – we moesten de krant lezen en bij opa lag ook de krant, dat was de financiële krant – “Wat is dit dan?” Vanaf die vragen geprikkeld ben ik gaan beleggen. Dat was reuze interessant om daarmee bezig te zijn.

Jeroen: Wat voor onderneming had je opa?

Jan-Willem: Mijn opa was een aannemer, maar een hele bijzondere. Het restaureren van monumenten en daar zit echt dat vakmanschap in wat ik net zei. Vakmanschap van de restauratie, handwerk, specialistisch werk. Dan moet je denken aan het restaureren van fresco’s in basilieken en kerken en dat soort dingen allemaal. Dat is echt vakmanschap en daar moet je passie voor hebben. Dat is ook de prikkel die ik daar herken in ondernemers.

Jeroen: Hij had het bedrijf ook nog toen jij jong was?

Jan-Willem: Ja, zeker. Ik heb dat meegemaakt toen ik jong was. En achteraf ben ik er achter gekomen dat hij eigenlijk wel een heel erg mooi specialistisch bedrijf had, dat had ik me toen niet zo gerealiseerd. Achteraf denk ik, “Dat is wel een inspiratiebron voor mij geweest.”

Jeroen: Wel mooi hoe je dat zegt, het ondernemerschap is een vakmanschap. Maar dat bedrijf van jouw opa is niet overgenomen door jouw moeder of vader? Het is niet doorgegaan in de familie?

Jan-Willem: Jawel, door een oom van mij.

Jeroen: En je ouders, wat zijn die gaan doen, als ik vragen mag?

Jan-Willem: Mijn vader was econometrist van de achtergrond en hij had chemie gestudeerd. Hij is aan de slag gegaan bij DSM, het doorrekenen van investeringsprojecten en de grote naftakrakers die er nog steeds staan. Het mooie is dat voor mij het cirkeltje een beetje rond aan het worden is, want op de locatie waar mijn vader gerekend heeft aan dit soort projecten zijn we nu in gesprek met dat soort partijen dat we van oud plastic weer nieuwe nafta moeten maken en dat die nafta geschikt moet worden voor in dat soort grote krakers. Dat is wel leuk om die cirkel weer rond te zien worden.

Jeroen: Ja, dat is wel mooi. Je zei in het voorgesprek ook, “We zitten nu in de week van de circulaire economie”, dus dat past wel helemaal bij jouw eigen cirkel. En je moeder?

Jan-Willem: We waren met vier kinderen thuis, dus dat was behoorlijk hectisch. In die fase was het zo dat zij van hot naar her reed met ons naar muziek, naar sport, naar school. En op het moment dat mijn drie oudere broers en zussen op kamers waren, is ze weer gaan werken. Van haar en van mijn opa heb ik het ondernemende karakter.

Jeroen: Wat ging ze toen doen?

Jan-Willem: Gewoon in de wereld staan en kooklessen geven en dat soort zaken. Ook weer haar eigen onderneming.

Jeroen: Leuk, wat grappig. En vier kinderen, zei je. Ik ben ook heel nieuwsgierig waar jij in die rij van vier zit?

Jan-Willem: Ik zeg altijd, “Ik heb vier moeders gehad”, dus vaak zeggen ze, “Je bent een nakomer”, want mijn zus en mijn broer en mijn andere zus zijn acht, tien en twaalf jaar ouder. Daar zit dus een flink gat tussen. Dan zeggen ze, “Je bent goed gepamperd.” Misschien ook wel, maar ik heb vooral gezien dat ik vier moeders had die zich behoorlijk goed met mij konden bemoeien en wat ik allemaal beter moest doen. En toen ze op kamers waren, waren ze er opeens ook allemaal weer niet. Dus dat is ook wel weer wonderlijk. Je hebt eerst een intensieve band en daarna zitten ze op een afstand, dat zijn een beetje de twee werelden die ik meegemaakt heb.

Jeroen: Waar groeide je op?

Jan-Willem: Limburg, in Kerkrade geboren en in Geleen opgegroeid.

Jeroen: Spreek je ook Limburgs? Hoe zeg je dat, Nederlands met een Limburgs accent of Limburgs?

Jan-Willem: Ja, ik kan een beetje Limburgs spreken. Maar we zijn Nederlandstalig opgevoed, dus let op, ik versta elke Limburger. Maar zelf spreken doe ik het niet.

Jeroen: Ik ben ook heel nieuwsgierig, hoe typeer je jezelf als kind? Wat voor soort kind was je als je daarop terugkijkt?

Jan-Willem: We werden heel zelfstandig opgevoed. Dat betekent dat zodra je een bankrekening mocht hebben, had je er ook één. Je was zelf verantwoordelijk voor het krijgen van je zakgeld, dat moest je zelf bijhouden. Zodra je kon afrekenen, moest je ook afrekenen. Wat dat betreft moest je heel zelfredzaam zijn in een hele vroege fase. Dat past ook een beetje bij mijn ondernemende karakter en voor jezelf zorgen en ervoor gaan. Dat zit er wat dat betreft in. En ik zat voor de rest ook niet stil. Niet altijd evenveel plezier beleefd aan school of wat dan ook, ik had daarnaast echt prikkels nodig. Dus veel gesport, hockey in dit geval, een aantal keer per week. Ik heb viool gespeeld, in orkesten gezeten, ook nationale en internationale tournees gedaan. Dus ik moest echt mijn projectjes daarnaast hebben en dat heb ik eigenlijk nog steeds nodig.

Jeroen: Dan ben je ook bijzonder goed in muziek, als je internationaal bezig mag zijn, of niet?

Jan-Willem: Ik heb op het punt gestaan van, “Ga je naar het conservatorium of ga je naar de universiteit?”

Jeroen: Dat is wel een antwoord op mijn vraag.

Jan-Willem: Ja, dat is heel leuk geweest.

Jeroen: Doe je het nog steeds?

Jan-Willem: Het is wonderlijk, ik speel helemaal niet meer. Muziek vind ik geweldig om je hoofd leeg te maken, genre maakt eigenlijk helemaal niks uit. Het gaat om de cadans, om de passie die eruit naar voren komt en daar kan ik waanzinnig van genieten. Maar momenteel even geen zelf muziek maken meer.

Jeroen: Je hebt het ook bijzonder druk, maar misschien later nog weer eens de viool oppakken?

Jan-Willem: Ik denk dat het er nog weleens van komt, ja.

Jeroen: Heb je nog vanuit je opvoeding dingen waarvan je zegt, “Dat heb ik toch echt niet meegenomen naar hoe ik mijn kinderen nu opvoed”‘

Jan-Willem: Ja, zeker. En we zijn heel erg zelfstandig opgevoed. En wat dat betreft ook wel meegemaakt dat je er echt even alleen voorstond. Het ging over het zesje op het rapport en niet over de achten die de overhand hadden. Ik denk dat dat iets is wat ik graag in mijn kinderen laat zien, als ze goed hun best doen, dat dat hartstikke goed is. Zoek uit waar je passie ligt en kijk niet naar het zesje, maar kijk vooral hoe die acht in de toekomst ervoor gaat zorgen dat jij echt onderscheidend bent. Dat vind ik eigenlijk veel belangrijker.

Jeroen: Mooi verwoord! Toen ben je gaan studeren, hoe kwam dat tot stand waar je naartoe ging en wat je ging doen?

Jan-Willem: Daar zit een heel vervelend jaar tussen, gek genoeg. Mijn allerlaatste eindexamen jaar ben ik heel erg ziek geworden, zelfs in coma gezakt. Ik weet eigenlijk niet precies wat het geweest is, waarschijnlijk één of ander virus. Maar daar mis je een jaar mee en dat is heel erg bijzonder. Want je vrienden gaan allemaal studeren of op kamers of andere dingen doen. Je komt nieuw in een laatste jaar dat je dan voor het eerst maar eigenlijk voor de tweede keer moet doen. Dat was best wel ingewikkeld. Dus ik heb ook daar weer heel veel gekeken van, “Wat ga ik ernaast doen om genoeg geprikkeld te worden?” Daar zat beleggen in, daar zat ook werken in. Werken was altijd een onderdeel van wat we moesten doen en wat ook gewoon leuk is om te doen. Maar vooral ook uitzoeken, “Wat ga ik hierna doen? Hoe zit de wereld in elkaar? Ben ik nu eigenlijk niet veel meer vakkenkeuzes aan het doen omdat men dat veel beter voor mij vindt in plaats van dat daar echt mijn passie ligt? Ga ik wel echt de studie doen die bij mij past?” Dat was echt een moment van, “Waar sta ik zelf voor, wat wil ik zelf bereiken?” Dus dat was een heel bijzonder jaar en toen bleek ook dat ik al mijn eigen keuzes gemaakt heb, dat ik toevallig in Rotterdam ben gaan studeren. En toen kwam ik er pas achter dat mijn vader in Rotterdam gestudeerd had. Dat was mij nooit verteld. En dat ik toevallig bij dezelfde studentenvereniging zat, dat was mij ook niet verteld. Maar het zijn allemaal eigen keuzes geweest. In mijn studententijd heb ik ook weer veel daarnaast gedaan, almanak voor de studentenvereniging, een bestuursjaar gedaan, veel gewerkt, stage gelopen. Die projectjes daarnaast heb ik gewoon nodig.

Jeroen: Twee zijpaadjes over dat kritieke jaar. Je bent dus echt dermate ziek geweest dat je ook dood had kunnen gaan?

Jan-Willem: Nee, dat denk ik niet. Zo kijk ik er niet op terug. Ik ben gewoon weggezakt.

Jeroen: Maar bijna in coma, dat klinkt wel heel…

Jan-Willem: Ik heb echt in coma gelegen.

Jeroen: Echt in coma zelfs.

Jan-Willem: Ja, het is heel wonderlijk dat mensen over je praten waar je naast staat, dat het ambulance personeel tegen je ouders zegt, “Bereid je maar voor op het ergste.” Dat hoor je zelf, dat is echt heel bizar om mee te maken. En je kan niks doen op dat moment. Dus mijn lichaam reageerde niet, maar ik hoorde wel alles. Dat is echt bizar om mee te maken.

Jeroen: Word je daar niet ook in eerste instantie heel onzeker van daarna? Dat je denkt, “Dit kan terugkomen”? Of heb je dat helemaal nooit gehad?

Jan-Willem: Ik denk dat ik één voordeel heb, dat ik graag vooruit kijk, dat ik met het volgende bezig ben en niet zo erg terugkijk. Dus nee, ik heb daar niet echt last van gehad.

Jeroen: Dan kom ik met allemaal vragen over het verleden, lekker is dat! Maar goed, het andere zijpaadje wat ik in wilde naar aanleiding daarvan, denk je er ook nog vaak aan, dat antwoord heb je eigenlijk al gegeven, maar heeft het je nog verder beïnvloed? Ben je nog meer je eigen keuzes gaan maken? Heeft het je nog op andere manieren beïnvloed?

Jan-Willem: Het heeft me beïnvloed dat je ook bij jezelf moet blijven. Dus doe wat je leuk vindt, herken dat ook. Ga niet op het advies van anderen af. Onbewust vraag je advies aan mensen die helemaal niet advieswaardig zijn. En achteraf begrijp ik dat die fout gemaakt wordt. Maar ik heb toen wel gekozen voor mezelf om te doen wat ik leuk vind en dat ook gewoon echt voor mezelf uit te zoeken.

Jeroen: En over je studententijd vertelde je net al dat je heel veel dingen daarnaast deed. Was je iemand die ook aan het feesten was of was je vooral heel serieus bezig?

Jan-Willem: Nee, als ik heel serieus bezig was geweest, had ik net iets minder over mijn studie gedaan. Ik ben overigens aan twee studies begonnen, recht en economie. Dan had ik mijn recht ook afgemaakt. Maar daar zit een keuze voor mij in, dat ik recht op een gegeven moment netjes afgewerkt heb, na mijn propedeuse en gezegd heb, “Ik ga me focussen op mijn economie en vol op nevenactiviteiten om me breder te ontplooien.” Dat betekent dat er ook heus gefeest is. Dus ik heb wat dat betreft een prima studentenleven gehad. Ik kijk ook heel erg met plezier terug op een bestuursjaar bij een faculteitsvereniging waar gewoon acht mensen gezegd hebben, “Wat gaan we dit jaar doen? Laten we eens drie keer televisie halen. Als dat het einddoel is, dan hebben we een geslaagd jaar.” En vervolgens stond bij elke vergadering bovenaan, “Hoe ver staan we met drie keer televisie?” Dus dat soort gekke dingen, dat hoort er gewoon bij om gewoon mooie doelen te stellen.

Jeroen: Nu komt natuurlijk de vraag, “Is het gelukt?”

Jan-Willem: Ja, we hebben drie keer televisie gehaald. Absoluut, nationale televisie. Dus dat is hartstikke leuk. Eén van die drie was een landelijk lijsttrekkersdebat, wat regelmatig nog uitgezonden wordt vanaf de Erasmus Universiteit. Dus elke keer ik dat zie, moet ik altijd weer even gniffelen.

Jeroen: Ja, dat kan ik me helemaal voorstellen. En ergens het mooie is als je echt iets belangrijk maakt en boven de agenda zet, al is het zoiets, dan gaat het dus lukken. Dat is de les, denk ik, of niet?

Jan-Willem: Het grappige is, je triggert me een beetje, als je kijkt naar de organisatie die we nu zijn, dan heeft die DNA van daadkracht, vindingrijk een samenwerken. En als je mooie doelen wil bereiken, dat zie je aan dat soort dingen, dat is daadkracht. Je moet gewoon gaan en vindingrijk zijn. Want er waren veertig partijen die zo’n lijsttrekkersdebat op televisie willen krijgen. We waren totaal losgeslagen studenten die het voor elkaar gekregen hebben. Dan moet je vindingrijk zijn en je kunt dat alleen maar samen. Dus misschien zat het er wel een beetje in.

Jeroen: Ik ken je nog niet lang, misschien een uur, maar je komt op mij over als heel actie bereid. Maakt dat ook dat je heel ongeduldig bent, omdat je snel dingen voor elkaar wil hebben?

Jan-Willem: Ik kan heel rustig zijn, maar ik ben volstrekt ongeduldig. Dus dat heb je goed gezien, ja. Als iets goed is, een project goed is, dan moet het er komen en moet je er vol voor gaan en alle energie erin steken en de belemmeringen die je tegenkomt oplossen. Dat hoort erbij.

Jeroen: Hoe kwam je bij je eerste baan terecht?

Jan-Willem: Ik wilde per se fusies en overnames doen in de verwachting dat je dan een onderdeel bent van het beïnvloeden van beurskeuzen. En dan ga je kijken welke partijen bij je passen. Dus ik heb heel veel partijen gesproken, ik heb in Londen gekeken en ik heb stage gelopen bij een Amerikaanse bank en uiteindelijk gefocust bij een Nederlandse club waar je meteen ziet dat het een leuk team is waar je veel gaat leren. Dat heb ik uit die sollicitatie gehaald en daar vol voor gegaan.

Jeroen: Was die wereld zoals je dacht?

Jan-Willem: Om heel eerlijk te zijn, weet je in je eerste baan dan precies hoe die wereld eruitziet? Ik wist het eigenlijk niet. Ik had er een bepaald beeld bij, dat het hard werken was, dat het tot het gaatje gaan was, dat je met een team aan het werk was, dat je moeilijke transacties en moeilijke problemen aan het oplossen was. Dat is absoluut waar. Dus ik ben ingestapt in een treintje waar ik verwacht had hoe het zou lopen. Maar hoe je eerste baan eruit ziet en wat je eigen toegevoegde waarde is, dat is behoorlijk lastig om dat te weten als starter, denk ik.

Jeroen: En toen kwam je er op een bepaald moment achter, wat waren die dingen dan waarvan je zegt, “Dat was echt mijn toegevoegde waarde, heel duidelijk. Daar werd ik ook om geroemd”, of “Die feedback kreeg ik”?

Jan-Willem: Ik kreeg vanaf dag één al die stichtingsvoorstellen op mijn bureau gegooid, dus dat was langzamerhand zo’n enorme stapel dat je een truc moest verzinnen van, “Waar gaan we onze tijd aan besteden?” De meest bizarre technieken waar ik nog nooit van gehoord had, “Hoe ga ik dit ooit beoordelen? Hoe gaan we hier chocola van maken?” Dus ik heb heel snel een raamwerkje gemaakt, een soort van quick scan. Het grappige is, we gebruiken die quick scan vandaag nog steeds in het bedrijf: “Hoe kun je snel een idee krijgen van hoe ver het is? Is het ver genoeg, moet ik hier tijd aan besteden, moet ik hier teamtijd aan besteden? Gaat het er komen?” Dat heb ik gedaan en dat betekent dat je heel snel een scan kan maken van de haalbaarheid van het project of een transactie. Dus ik denk dat dat een unieke kwaliteit is die ook geprikkeld is door mijn collega’s en waar ik heel dankbaar voor ben dat ik de volledige vrijheid gehad heb. Want ik was jong, ik was starter. Het was helemaal niet logisch dat ik naar klanten ging, dat ik misschien wel het woord voerde al in het tweede jaar wat ik werkte en dat ik een verbinding maakte met de desbetreffende ondernemer. Het is geweldig om die kans te krijgen.

Jeroen: Als je nou kijkt naar inspiratiebronnen, dan is het duidelijk je opa, volgens mij. Kan ik dat stellen?

Jan-Willem: Ja.

Jeroen: Verder, heb je mensen met of zonder naam die jou heel sterk beïnvloed hebben? Dan wel mensen waarmee je gewerkt hebt of waar je over gelezen hebt of naar gekeken hebt?

Jan-Willem: Ja, natuurlijk. Wat super geweldig is, is om het verhaal van de ondernemer aan te horen, het plan dat hij bedacht heeft, waar hij de wereld mee gaat verbeteren, waar hij denkt binnen drie jaar tien fabrieken te realiseren om grote problemen op te lossen. Het gepassioneerde verhaal, de uitwerking dat het verhaal door en door klopt, dat is geweldig om te zien. Wat af en toe een beetje pijnlijk is, is dat dat niet in drie jaar gebeurt maar dat het vaak tien jaar duurt, die horizon. En gelukkig maar zijn het mensen met een ijzeren doorzettingskracht en halen ze dat ook. Maar daar geniet ik wel echt van.

Jeroen: Is dat ook waarvan je geleerd hebt of waarvan je zegt, “Daar heb ik echt dingen uit gepakt bij het werken met die ondernemers die ik nu nog steeds gebruik”?

Jan-Willem: Jazeker. Het is hun passie waar ze vol voor gegaan zijn. Ze hebben hun gebied herkend waar ze sterk in zijn. Ze hebben iets nieuws gezien wat anders moet. Dat probeer ik in het bedrijf ook voor elkaar te krijgen. Daar word je wel door geïnspireerd, zeker.

Jeroen: Waar ben je nou het meeste trots op? Dat is altijd een lastige vraag, natuurlijk. Maar je mag even gewoon arrogant zijn.

Jan-Willem: Ja, dat is lastig. Zo ben ik niet echt opgevoed. Je moet je ding doen, je moet hard werken, dus waar ben je trots op? Ik ben er misschien het meest trots op dat we een mooi team hebben en dat die het voor elkaar krijgen om de impact waar te maken.

Jeroen: Ken je al die mensen persoonlijk? Je zei in het begin dat het er 125 waren, geloof ik?

Jan-Willem: Het begint ingewikkeld te worden, maar het is mensen business, dus ik probeer echt nog steeds iedereen bij naam te weten en te weten dat die doen. Ja, absoluut.

Leaders in Finance met Jeroen Broekema.

Jeroen: We hebben bij Leaders in Finance ook altijd een teaser en een pleaser, die wil ik jou ook voorleggen. De pleaser is altijd dezelfde, dat is namelijk, “Heb je bepaalde boeken die jou geïnspireerd hebben?” Maar laten we beginnen bij de teaser. Ik heb opgeschreven: Als het gaat om de groene transitie, dus alles wat daarbij komt kijken, dan moet het grootste gedeelte van het kapitaal, om die transitie te maken, uiteindelijk toch komen vanuit de overheid, vanuit het collectief omdat marktpartijen heel veel van deze risico’s uiteindelijk niet kunnen dragen. Ben je het daarmee eens?

Jan-Willem: Volstrekt mee oneens.

Jeroen: Dat is in ieder geval lekker duidelijk. Verklaar je nader.

Jan-Willem: Maar ik herken heel erg dit standpunt, dat de overheid aanjager moet zijn en het geluk voor een stuk is dat ze een belangrijke aanjager van de energietransitie is. Met doelen, met wetgeving, met prikkels, met subsidies, met zelf investeren in innovatie. Dat is absoluut heel belangrijk en een startpunt. Maar wat ik geleerd heb sinds ik werk, de duurzame sector hangt aan elkaar vast van subsidie. Hoe effectief werkt die subsidie nou daadwerkelijk? Het is een beetje een sport aan het worden en ik denk dat de overheid dat behoorlijk goed doet, “Hoe efficiënt zet ik mijn subsidie euro in?” Als je bijvoorbeeld kijkt naar, “We moeten in Nederland vijftig miljard gaan investeren in warmtenetten”, daar zitten hele grote problemen in om dat voor elkaar te krijgen. Ga je dat met subsidie doen? Er gaat nooit vijftig miljard aan subsidie naar deze sector toe. Dus dat betekent dat je moet gaan samenwerken met het bedrijfsleven, met investeerders, met pensioenfondsen en met banken. Dus de combinatie van die twee is waanzinnig belangrijk. En op het moment dat het daadwerkelijk op eigen benen kan staan, dan is het aan de markt om het 100% over te nemen.

Jeroen: Dus je hebt wel allebei nodig?

Jan-Willem: Absoluut.

Jeroen: Je kan dus ook niet zonder die overheid, ik neem aan dat het wel klopt in die stelling dat er heel veel risico’s zijn die de private sector niet kan dragen.

Jan-Willem: Ja.

Jeroen: Maar daarna moet zo snel mogelijk de private sector overnemen. Is dat de samenvatting?

Jan-Willem: Ja, zeker. Je ziet ook dat de overheid dat behoorlijk goed kan, waar het subsidie-instrument goed werkt bij innovatie, om echt subsidie te verstrekken doen ze dat. Je ziet ook at fondsen veel belangrijker worden waarbij zij een stuk risicokapitaal inbrengen en de markt aanvullend financiert. Dan neem je de eerste risicotranche weg als overheid. Je krijgt wel een multiplier van vier of vijf op je impactgeld. Dus je legt 20% in en de andere 80% komt van marktpartijen. Je steekt je nek uit, je loopt het hoogste risico, maar je doet het wel met een vier keer zo grote slagkracht. Dat vind ik hele mooie oplossingsrichtingen die we voor de energietransitie veel vaker moeten gaan inzetten.

Jeroen: Wat ik heel interessant vind, waar jij nu zit heeft ook een keer Barbara Baarsma gezeten en die had het over vergroenen versus ontgrijzen. En uiteindelijk dat al die financiële instellingen heel graag in vergroeningsprojecten zitten, in windmolens en dat soort dingen, zonne-energie en de dingen die jij ook noemde aan het begin van dit gesprek. Maar dat er ook misschien ongekend veel meer kapitaal nodig is om uiteindelijk die grijze economie te vergroenen of minder grijs te maken, of zwart, hoe je het wil noemen. Is dat niet waar uiteindelijk het meeste kapitaal naartoe moet?

Jan-Willem: Als je het hebt over het grijze vergroenen, dan moet je niet uitkijken dat je datgene wat niet oké is ook in stand houdt. Dus transitie zorgt ervoor dat er ook dingen gaan verdwijnen waarvan je je moet afvragen, “Hebben we dat nog wel nodig naar de toekomst toe?” Maar natuurlijk is het zo dat alles wat we doen energie kost, alles wat we doen qua materialen. Plastic is een geweldig product, natuurlijk. Dat wordt uit aardolie gemaakt, gedurende deze energietransitie gaat het plasticverbruik nog een keer verdubbelen. Dat gaan we niet tegenhouden, ook al zouden we het willen. Maar het verbruik gaat verdubbelen. Dat betekent dat recyclen of het recyclebaar maken veel belangrijker wordt. Daarvoor zijn nieuwe investeringen nodig, maar er is ook een transitie van de bestaande industrie nodig en het bestaande bedrijfsleven dat ze meegaan in het geschikt maken voor recyclebaarheid.

Jeroen: Dat vind ik zo interessant, want als je dus nu zegt, “We moeten eigenlijk dus ook investeren in plastic fabrieken duurzamer maken”, terwijl ze nog steeds een niet-duurzaam product hebben wat je misschien wel weer beter kan recyclen maar nog steeds in de kern is het niet zo’n duurzaam product omdat het een fossiele brandstof is. Hetzelfde geldt voor staal, dat hebben we natuurlijk ook keihard nodig voor al die windmolens en weet ik veel. Dus dat financieren is qua reputatie best wel ingewikkeld voor veel banken, bijvoorbeeld.

Jan-Willem: Ja. Je ziet nu de discussie over pensioenfondsen, en die discussie speelt bij banken natuurlijk ook, “Zet ik mijn geld aan het werk in de fossiele sector, in de aardolie- en gassector?” Ik snap die discussie, en de discussie is goed. Maar het is een sector die er voorlopig nog wel gaat zijn. Die moet ook een transitie door. En uiteindelijk zorgt de transitie ervoor dat er geïnvesteerd moet worden en daar waar geïnvesteerd moet worden moet gefinancierd worden. Dus we kunnen mensen op het zwarte lijstje zetten, of partijen of bedrijven, maar uiteindelijk moeten die ook de transitie door. En als ze dat vanuit zichzelf niet willen, dan zijn het de dinosaurussen van de toekomst. Dan gaan ze er gewoon over een paar jaar niet meer zijn. Dus ze bepalen zelf of ze meedoen, maar zomaar uitsluiten en daar heel zwart-wit naar kijken, ik denk dat we daar genuanceerder over moeten zijn.

Jeroen: Je komt op mij over als best wel een optimistisch mens. Dat mag je zo meteen tegenspreken als je zegt, “Nee, vanbinnen ben ik eigenlijk heel pessimistisch.” Wat ik heel interessant vind en wat ik ook heel veel mensen gevraagd heb, is “Hoe kijk je nou zelf naar de wereld? Gaan we dit – als het bijvoorbeeld gaat over klimaatverandering – enigszins op een normale manier weten te keren of gaat het gewoon dramatisch worden?”

Jan-Willem: Ik denk dat je dat goed ziet, ik ben een optimistisch mens. Zo sta ik ook in het leven en zo kijk ik ook naar dit probleem. Als je kijkt naar de problemen die er zijn en de transitie die we moeten doormaken, dan ligt er een waanzinnige opgave. Als je kijkt naar de oplossingen die je je kunt bedenken, dan is die opgave best in te vullen.

Jeroen: Ook op tijd? Zonder dat er hele delen van de wereld onder water gaan, zeker in landen waar er niet zoveel geld is en heel veel mensen doodgaan, grote migratie issues? Je kent alle problemen die de IPCC en andere partijen steeds weer aan ons voorleggen. Dan nog zeg je, “Ook dat kunnen we allemaal voorkomen”?

Jan-Willem: Ik weet niet of we alles kunnen voorkomen, maar ik denk niet dat we het zo ver laten komen, dat we al die doom scenario’s voor elkaar gaan krijgen, dat die ons gaan overkomen. Daar is gewoon veel te veel wens en wil om mee te willen gaan. Daar ben ik optimistisch over. Een klein pessimistisch nootje wil ik wel aanstippen, dat is dat we vaak te optimistisch zijn in hoe snel een transitie gaat en hoe snel innovaties daadwerkelijk de breakthrough gaan zijn. Dat is een beetje de oproep die ik wat dat betreft wil doen. Dat is: We moeten alles doen en niet wachten op de belofte van morgen, niet wachten op waterstof en de oplossing die dat mogelijk gaat brengen. Nee, we moeten vandaag alles doen wat we vandaag kunnen. Dat betekent dat we misschien spijt hebben van bepaalde kleine dingen, maar dat we heel blij moeten zijn dat we heel veel grote dingen gedaan hebben. Ik denk dat dat veel belangrijker is.

Jeroen: Dan zie je die actiebereidheid weer terug, die we ook eerder al tegenkwamen. Aan de pleasende kant, lees je graag? Heb je wellicht een bepaald boek wat je zou willen delen hier met ons?

Jan-Willem: Ik kan niet anders dan An Inconvenient Truth te noemen van Al Gore. Een bijzonder boek, ik heb het gekocht op een veiling van de bank. Aan het eind van het jaar werd aan de ondernemers die geholpen zijn altijd gevraagd, “Kun je iets voor de veiling geven zodat we dat kunnen veilen?” En uiteindelijk gaat de opbrengst naar een goed doel, daar lag An Inconvenient Truth en ik heb er een vermogen voor betaald om dat boek te kopen.

Jeroen: Je duurste boek ooit, waarschijnlijk?

Jan-Willem: Mijn duurste boek ooit, maar wel een heel belangrijk boek voor ons. Eigenlijk is het een boek wat heel veel hoofdstukken extra zou moeten krijgen. De klimaatproblemen kent veel meer facetten inmiddels dan toen. We hebben de PFAS-discussie, we hebben de stikstofdiscussie, we hebben de mestdiscussie, we hebben de fijnstofuitstootdiscussie. We hebben zoveel issues aan de fiets hangen en daar gaat dat boek eigenlijk helemaal nog niet over. Dus ik denk dat het goed is dat er misschien nog een tweede ronde gaat komen.

Jeroen: Allemaal inconvenient truths die daaraan toegevoegd kunnen worden. Als je kijkt naar starters op de arbeidsmarkt, en dan mogelijkerwijze specifiek gericht op mensen in de financiële sector, wat voor tips zou je voor hen hebben?

Jan-Willem: Ik heb eigenlijk twee tips. De ene tip is: Ga ergens beginnen en probeer in je gesprekken erachter te komen dat daar een groep mensen zit waar je je fijn bij voelt, die ervoor gaan zorgen dat jij onderdeel van het team wordt en die je gaan meetrekken in je leercurve. Je weet niet helemaal 100% hoe je eerste baan eruitziet, dat is mijn overtuiging. Dus het gaat erom wie jou gaat meenemen op reis. Wat dat betreft ga je een treinreis aan. En misschien het allerbelangrijkste, wees ondernemer van je eigen treinreis, van je ontwikkelpad. Je bepaalt zelf hoe snel je gaat of hoe steil je leercurve is of wat dan ook. De tip daarbij is: In je teamoverleg kom je elke keer op wissels uit in je trein. Je hangt je wagonnetje ergens aan, maar ga gewoon net doen alsof je in die locomotief zit. Je ziet vanzelf waar de beslispunten komen, wat de discussiepunten zijn in een bepaalde vergadering. Dwing jezelf tot het maken van een beslissing met de bijbehorende onderbouwing. Daar leer je van, of is het helemaal mis en dan heb je wat geleerd, dat heet ervaring opdoen en kennis opdoen van je collega’s. Of je hebt het goed en dan leer je dus om te varen op je judgment. Dat zijn twee hele belangrijke punten. Daarnaast is het zo, je kunt ernaast gezeten hebben, maar misschien toch gelijk gehad hebben. Dus dat je judgment wel goed was, maar dat je het niet over de bühne hebt weten te krijgen. Het mooie is, daar leer je in een latere fase van, want er zijn waanzinnig veel treintjes en wagonnetjes die ontsporen gedurende je carrière. Het is heel interessant om dan terug te kijken, “Hoe keek ik er toen op? Had ik misschien toen gelijk? Had ik toen meer weerstand moeten bieden?” Dat zijn mooie lessen om te leren, denk ik.

Jeroen: Ik kan me er heel goed op inleven, op wat je vertelt. Ik zit helemaal met je mee te denken. Om die vergelijking even door te trekken, als je in je eigen locomotief zit, waar gaat jouw locomotief heen in de toekomst?

Jan-Willem: Als je kijkt naar de energietransitie, is het waanzinnig belangrijk dat alle financieringsoplossingen er komen. Banken kunnen niet meer alles alleen, banken doen bepaalde dingen niet meer. Pensioengeld kan aan het werk gezet worden, maar dan moeten ze wel de juiste proposities voorgelegd krijgen. Pensioenfondsen zijn niet ondernemingen die een oplossing gaan bedenken voor de energietransitie. Het wordt aan hen aangereikt en dan gaan ze beoordelen en kijken of dat binnen hun impact en risk en return raamwerk past. Dus er is een hele belangrijke rol in het bij elkaar brengen van geldvraag en geldaanbod en het bij elkaar brengen van het maken van impact en het willen maken van impact. Ik denk dat we daar een hele belangrijke rol in hebben als partij die actief is daar waar banken niet volledig of nog niet financieren. Als je kijkt naar de energietransitie, dan moeten die producten en fondsen gemaakt worden. Ik denk dat dat ons doel is, dus we zullen nog wat verder moeten groeien.

Jeroen: Dat is heel erg het doel van Polestar Capital, maar meer op jou gefocust? Zeg jij, “Ik blijf hier gewoon zo lang mogelijk de CEO en ondernemer”, of zie je jezelf op termijn op hele andere posities terechtkomen?

Jan-Willem: Voor zolang als ik denk dat ik de ondernemer verder kan helpen en we een oplossing zijn voor de energietransitie, zie ik mezelf niet zozeer opzij stappen. Maar ik denk wel dat als anderen het beter kunnen, dan is dat ook wel het moment om het stokje over te geven. Dan is er een ander doel wat ik moet nastreven.

Jeroen: Maar zou het kunnen dat je nog weleens een keer een nieuwe onderneming start of zie je jezelf meer een soort commissaris worden ergens op de langere termijn? Of denk je helemaal niet vooruit?

Jan-Willem: Jawel, er komen elke dag weer opnieuw opportunity’s langs en je moet elke keer de afweging maken, “Neem ik het bedrijf mee over of zet ik een bedrijf ernaast op?” Je moet elke keer weer die afweging maken. Het mooie is dan wel dat de teams waarmee je werkt zeggen, “Focus, dit is waar we nu mee bezig zijn, dit is waar we met z’n allen keihard voor werken.” Ik vind het wel heel verstandig dat ze dat af en toe tegen me zeggen.

Jeroen: Dat kan ik me voorstellen. Keihard werken, doe je dat?

Jan-Willem: Ja, absoluut.

Jeroen: Altijd gedaan?

Jan-Willem: Altijd gedaan.

Jeroen: En wat betekent dat concreet?

Jan-Willem: Dat betekent concreet dat ik feitelijk geen hobby’s heb en vol mijn energie steek in het oplossen van lastige vraagstukken en lastige problemen. Dat kunnen interne vraagstukken zijn, “Hoe veranderen we de organisatiestructuur?”, maar het kan ook gewoon zijn van, “Hoe kan het zijn dat dit project vastloopt en hoe gaan we dat lostrekken of hoe gaan we deze financiering in elkaar doen?” Wat dat betreft staan mijn hersenen nooit stil.

Jeroen: Een beetje een brutale vraag, maar geen hobby’s en thuis zien ze je wel? Of zien ze jou toch altijd aan het werk? Als ik die vraag mag stellen.

Jan-Willem: Ja, die vraag mag je zeker stellen. En ik denk dat het antwoord tweeledig is, ik ben altijd bezig, ik kan niet rustig stilzitten. Ik kan jaloers zijn op vaders die in de speeltuin zitten en naar hun kinderen kijken. Dan gaat het me even te traag. Ik kan genieten dat ze er heel veel plezier aan hebben, maar ik moet wel iets gaan doen, dus dat vind ik heel ingewikkeld. Ik ben heel bewust aanwezig thuis, ik pak mijn momenten. Wat dat betreft heb ik ook wel goed geleerd van mijn verleden.

Jeroen: Ik spreek geregeld Jort Kelder en die zegt dan, “Mensen die echt heel succesvol zijn – zoals jij, heel succesvol met je bedrijf – die moeten eigenlijk mateloos zijn. Die moeten er gewoon altijd mee bezig zijn.” Herken je dat?

Jan-Willem: Ik kan me voorstellen, als je er van buiten naar kijkt, dat je die opdracht meegeeft van, “Dan moet je dat doen. Daar ben je toe veroordeeld, dat is je purpose van je leven.” Ik kijk er misschien zelf wat genuanceerder naar. Ik doe gewoon wat ik leuk vind. En zolang ik er energie van krijg, kan ik er ook heel veel energie in steken. Ik kijk er wat dat betreft wat genuanceerder naar.

Jeroen: Hoe blijf je fit? Wat doe je daarvoor?

Jan-Willem: Dan kom je bij die twee honden uit die je noemde. Ik heb twee jachthonden en vind het heerlijk om te wandelen op de hei. Het mooie is, in de eerste instantie kom je tot rust en daarna, na een minuutje of tien, dan komen opeens alle problemen langs waar je mee bezig bent. Als je die een beetje aandacht geeft, komen gratis de oplossingen ook langs. Dus dat is wel echt leuk om te doen. En dat houdt je fit en scherp.

Jeroen: Ik heb ongelooflijk veel gevraagd en er zijn nog steeds altijd heel veel nieuwe dingen die ik zou willen vragen, maar we moeten toch ergens een punt gaan zetten. Alhoewel, ik wil nog een klein beetje ruimte laten voor dat punt, namelijk: zijn er nog dingen waarvan jij zegt, “Het is jammer dat we het daar niet over gehad hebben, want dat zou ik hier echt nog wel graag ter tafel willen brengen”?

Jan-Willem: Je hebt zoveel gevraagd. We staan nog nergens met die energietransitie, we zijn begonnen maar iedereen moet meedoen en iedereen moet kunnen meedoen. We beseffen ons niet welke stappen we nog te maken hebben. Iedereen moet meedoen, alle banken, alle bedrijven, alle ondernemers, alle pensioenfondsen, verzekeraars, overheid, toezichthouders, iedereen moet op dezelfde manier hiernaar kijken. Gelukkig zijn we daar de goede weg aan het opgaan.

Jeroen: Dat is een duidelijke oproep naar alle luisteraars, 99% van hen werkt in de financiële sector, dus dat is een hele duidelijke oproep. Jan-Willem, ik wil je heel hartelijk bedanken voor al je tijd die je hebt genomen voor Leaders in Finance. Ik heb zo meteen ook een bedankje, daar wijs ik nu naar. Dat ga ik zo aan jou overhandigen om je te bedanken voor al die tijd en je openheid om over al deze verschillende onderwerpen met mij van gedachte te wisselen. Dus nogmaals heel veel dank!

Jan-Willem: Leuk dat ik hier mocht zijn, dankjewel!

Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook via de social media kanalen of direct via een email. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun, dat zijn Kayak, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Bedankt voor het luisteren!

Door deze site te gebruiken ga je akkoord met het plaatsen van cookies. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten