#120: Erwin Dreuning (transcriptie)

Transcriptie: Erwin Dreuning

Onze gast deze week deed de MAVO, maar werd uiteindelijk CEO van een hypotheekadministrateur met meer dan 1400 medewerkers en 300 miljard aan beheerde hypotheken. Hoe kreeg hij dat voor elkaar? “Ik heb niet gestudeerd, niet na mijn VBO-atheneum een studie gedaan. Ik ben echt een stapelaar, ik ben ooit vanuit de MAVO begonnen, na de MAVO de HAVO gedaan. Ik had mijn MBA gedaan in de avonduren in een relatief korte tijd. Daar komt een stukje geluk bij, daar moeten we ook niet ingewikkeld over doen.” Maar hoe beland je als zoon van een verwarmingsmonteur dan in de financiële sector? “Ik ben toen bij Randstad naar binnen gelopen en zei, “Ik wil hard werken, ik denk dat ik redelijk snel kan denken en ik ben bereid ervoor te gaan, maar ik heb geen idee wat.” Die stuurden mij dus naar allerlei vermogensbeheerders. Daar ben ik letterlijk begonnen met het rondbrengen van de koffie.” Onze gast was de jongste uit een gezin van zeven kinderen. Hoe was dat? “Het is makkelijk omdat dingen voor je geëffend worden, je mag iets later thuiskomen als degene boven jou als je aan het opgroeien bent. Maar het is ook wel lastig dat je er zes boven je hebt die allemaal denken dat ze een stukje vader en moeder van je zijn.” Onze gast deze week is de CEO van Stater, Erwin Dreuning. Je host is Jeroen Broekema.

Jeroen: Welkom bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance. Deze week is te gast Erwin Dreuning, de CEO van Stater. Welkom, Erwin!

Erwin: Dankjewel!

Jeroen: Leuk dat je er bent, hier in Driebergen bij Grytte Bloemenheuvel op een druilerige maandagochtend. Maar niettemin, ik heb erg veel zin in dit gesprek. Dus leuk dat je er bent! Ik zal je introduceren. Zoals gezegd, Erwin is de CEO van Stater en is dat sinds 2011. Voor Stater had hij reeds een lange carrière in de financiële sector met dienstbetrekkingen van ruim 10 jaar bij ABN AMRO, twee jaar bij MeesPierson en meer dan 10 jaar bij OHV Vermogensbeheer. Erwin deed tijdens zijn werkzame leven een MBA aan de Business School Nederland. Hij is 55 jaar, getrouwd en woont in Ermelo. Nu is Stater voor veel luisteraars heel bekend, maar ik gok ook voor best wel een deel onbekender. Dus alvast een paar getallen om er een beetje in te komen. Stater beheert circa 40% van alle hypotheken in Nederland. In totaal wordt daarmee voor meer dan 300 miljard aan hypotheken beheerd. Er werken 1400 mensen en het bedrijf genereert meer dan 170 miljoen euro omzet. We komen er zo nog meer op, bij de introductie van Stater, maar dan hebben mensen alvast een beetje een gevoel. Zoals luisteraars weten, ga ik graag het bedrijf neerzetten aan de hand van de stakeholders, samen met jou. Ik dacht te beginnen bij de klanten. Want wie zijn nou precies de klanten?

Erwin Dreuning, CEO Stater, achter de microfoon direct na het interview met Jeroen Broekema voor de Leaders in Finance Podcast (Driebergen)

Erwin: Dat is eigenlijk meteen het bijzondere van ons businessmodel. Als je kijkt naar wie ons betaalt, dat zijn de geldverstrekkers in Nederland. Banken, verzekeraars, de nieuwe toetreders die met externe fundingen hypotheken verstrekken, maar daarnaast hebben we ook de consumenten die onze diensten gebruiken. Dat zijn natuurlijk eigenlijk de klanten van onze geldverstrekkers, maar dat zijn ook klanten van ons omdat wij dagdagelijks werk voor hen doen en contact met hen hebben. Dus dat is eigenlijk een beetje het bijzondere van ons businessmodel. Je kan ofwel in B2B of B2C zitten, wij zitten in B2B2C. Ik denk dat dat wel een goede samenvatting is.

Jeroen: Dat kan ik me voorstellen. Dagelijks ben je constant in contact met de klanten van jouw klanten.

Erwin: Ja, dat is juist. Maar ook bijvoorbeeld de toezichthouders, ook als je kijkt naar wet- en regelgeving die steeds meer wordt en holistischer bekeken wordt, dus vaak ook met toezichthouders, de Europese Centrale Bank, de Nederlandsche Bank, AFM. Je ziet dat speelveld, dat ecosysteem, echt enorm ontwikkelen.

Jeroen: Hoe krijg je dan uiteindelijk feedback van je klanten? Want klanten geven direct feedback, maar misschien zijn er ook weleens klanten die iets positiefs of iets negatiefs zeggen tegen jouw directe klant, een bank bijvoorbeeld.

Erwin: Ja, dat is juist. We hebben uiteraard als Stater ons regulier klanttevredenheidsonderzoek. Is dat een momentopname? Je moet ook altijd een nuance aanbrengen. Daarnaast vind ik het oprecht heel belangrijk dat ik als CEO, maar überhaupt, al mijn directeuren zeer regelmatig spreek. Dat is echt iets waar ik in 2011 mee begonnen ben, ik wil echt iedere week minimaal één maar vaak twee klanten spreken. Dat vind ik van mijn directeur ook relevant. Wij hebben ook de mogelijkheid om rechtstreeks contact op te nemen. Wij hebben ook bijvoorbeeld van alle directeuren de e-mailadressen op onze website staan. Toen ik dat geïntroduceerd heb in 2013-2014 werd daarop gereageerd van, “Moeten we dat wel doen?” Ik vergelijk mezelf, als ik bij Ziggo of bij KPN of elders in het woud terecht kom waar ik niet terecht wil komen, dan wil ik de mogelijkheid hebben om te zeggen, “Weten jullie dit?” Daar wordt ook regelmatig gebruik van gemaakt. Als dat plaatsvindt, krijgt iemand ook echt zelf antwoord van de directeur in kwestie. Die lost het niet zelf op, die gaat niet het pand door joggen, maar die zorgt wel dat hij daar in de lead blijft. We hebben ook wel panels met de geldverstrekkers, en dan proberen we ook wel consumenten daarbij te betrekken om feedback op onze dienstverlening te krijgen.

Jeroen: Mooi! Ik zat even te denken, hadden ze dat bij de toeslagaffaire maar gedaan, die e-mailadressen online gezet van de directeuren. Dan was er eerder aan de bel getrokken, waarschijnlijk.

Erwin: Maar ik weet niet of de service dat aangekund had op dat moment.

Jeroen: Fair enough! Dan de medewerkers, ik zei het al in de introductie, 1400. Zitten die allemaal in Amersfoort, jullie hoofdkantoor? Of ook op andere locaties?

Erwin: Voornamelijk in Amersfoort. Je ziet wel dat wij uiteraard een hybride werkmodel hebben. Dus er wordt ook veel thuis gewerkt, maar in principe is Amersfoort ons hoofdkantoor. We hebben ook nog een hoofdkantoor in België, in Brussel. We hebben recent een kantoor geopend in Duitsland, in Düsseldorf. Maar Amersfoort is de hoofdvestiging waar in principe alles samenkomt.

Jeroen: Wat moet ik mij daarbij voorstellen? 1400 mensen is echt veel, in mijn beleving. Waar zitten de grootste groepen? Is dat met name klantenservice?

Erwin: Dat is wel grappig dat je dat zegt. In 2011, toen ik begon, hadden we ten eerste toen een heel ander dienstenpallet. We waren echt een backoffice service provider waar we nu de hele waardeketen aanbieden. Dat is in ieder geval een verschil. Maar het grappige is ook dat in die tijd dat voornamelijk operations werk was. Er waren dus medewerkers die operationele activiteiten uitvoerden. Door de jaren heen is dat heel erg gedigitaliseerd, die processen zijn enorm efficiënt geworden. Dus je ziet nu eigenlijk dat wij een veel grotere IT-organisatie hebben als dat wij een operations organisatie hebben, en dat ook de rol van IT door de jaren heen enorm veranderd is. In de beginjaren faciliteerde IT onze dienstverlening, maar nu is IT onze dienstverlening. Daarmee zijn wij geen IT-bedrijf. We zijn een service verlenend bedrijf. Maar een service verlenend bedrijf wat in het verleden de nadruk op het uitvoeren van operationele taken had door mensen, door medewerkers, door collega’s, zien we nu dat wij nog steeds die uitvoering op operationele taken hebben, maar dat dat wel voornamelijk digitaal gebeurt. Daarnaast worden enorm veel IT-werkzaamheden uitgevoerd. Dat zit ook weer in die hele verbreding van die waardeketen, van die dienstverlening die wij aanbieden.

Jeroen: Dat is interessant, want je beschrijft die beweging van operations naar IT. Zijn we nou in Nederland vooruitstrevend als het gaat om het gebruik van tech in de hypotheekketen? Of zijn er landen in de wereld waar men al veel verder is, dat bijna alles digitaal kan?

Erwin: Ik zit ondertussen toch al jaren in outsourcing in algemene zin. Als je het goed vindt, begin ik even vanuit die lens te kijken. En je ziet dat wij in Nederland – als we kijken naar de eerste wereldlanden, de ontwikkelde landen – ver zijn op het gebied van outsourcing. Of dat gaat om hypotheken of in het verleden ook dingen als HR of facility management of dat soort zaken, wij zijn verder als de landen om ons heen. Als ik dat vergelijk met Europa, zeker als ik kijk naar de financiële dienstverlening, zijn wij in Nederland echt een stap verder als de landen om ons heen. Het model dat wij hebben in hypotheken met externe service providers, of dat wij nu zijn of onze concurrenten, dat is even irrelevant, dat zie je in de landen om ons heen nog nauwelijks. Omdat de landen om ons heen gewoon dan wel op het gebied van arbeidsrecht een andere situatie hebben cultureel. Bijvoorbeeld in Duitsland of Frankrijk zie je dat alles zelf doen echt nog wel een ding is. Daar zijn we in Nederland anders in. Maar je gaf aan, ‘in de wereld’. Dan wordt het ingewikkelder voor mij. Omdat je namelijk ziet dat er een aantal landen in de wereld zijn die in één keer de stap gemaakt hebben naar een ontwikkeld land. Die traditionele infrastructuur die wij wel hebben, die gewoon stap voor stap gegroeid is, hebben zij overgeslagen. Een mooi voorbeeld vind ik bijvoorbeeld mobiel bankieren. Er zijn een aantal plekken in de wereld – en dat is niet geografisch dichtbij – waar je gewoon ziet dat ze het traditionele banksysteem zoals wij dat tot 15 jaar geleden hadden nooit gehad hebben, maar nu in één keer die stap naar mobiel bankieren hebben gemaakt of naar digitaal aan het maken zijn. Dat is ook wel weer waanzinnig mooi om te zien, en daar kunnen we ook weer heel veel van leren. Een tijdje geleden ben ik op een congres geweest in het Midden-Oosten en daar was een compleet digitale bank geïntroduceerd. Als je ziet hoe zij daarnaar kijken en hoe ze dat doen, daar kunnen wij weer enorm veel uithalen. De andere kant, en daarom moeten we ons daar niet helemaal blind op staren, die historie van ons heeft voordelen, maar dat betekent ook dat wij een bepaald perspectief en ook een bepaalde legacy werk hebben. Dus je moet de goede dingen eruit halen, maar we moeten ons niet blind staren op dat soort nieuwe modellen. Maar dat is even een zijstapje terug naar je vraag. In Europa zijn we absoluut verder op het gebied van uitbesteden van diensten, ook in de financiële sector. Her en der in de wereld zie je daar gewoon andere modellen, andere sporen in.

Jeroen: Mooi! Mooi wat je ook beschrijft van die landen die die hele legacy niet hebben, eigenlijk de wet van de remmende voorsprong en in één keer dat digitaal kunnen introduceren. We hebben de klanten aangeraakt, we hebben de medewerkers besproken. De eigenaren vind ik ook interessant, want toen ik bij ABN AMRO werkte, lang geleden, was het in eigendom van ABN AMRO, als ik me niet vergis. Op een bepaald moment heeft ABN AMRO gezegd, of misschien heb jij dat wel gezegd als CEO, “We kunnen misschien ook andere aandeelhouders krijgen.” Ik gelezen dat het op dit moment 75% Infosys en 25% nog steeds ABN AMRO. Klopt dat?

Erwin: Ja, dat is juist. Ik was CEO in tijden van de verkoop en ik ben het nog steeds. Ik ben er nog steeds groot voorstander van. Ik heb daar een rol in gespeeld, denk ik, maar andere mensen hebben daar ook echt een grote rol in gespeeld. Denk bijvoorbeeld aan Frans van der Horst die daar absoluut een belangrijke speler in is geweest, Jan van Hal die daar een belangrijke rol in heeft gespeeld. Dus ik wil daar niet van roepen, “Sla mij daarvoor op de schouders.” Ik ben begonnen in 2011, gevraagd door toenmalige voorzitter Raad van Commissarissen Frans van der Horst, aandeelhouder Jan van Hal om naar Stater te gaan. Daar waren best een paar uitdagingen, zonder in detail te gaan, want ik geloof echt dat iedereen altijd naar zijn werk komt om het goede te doen. Maar er waren wel wat dingen die moesten veranderen. Dat hebben we veranderd, we hebben dus getransformeerd in 2013. Vervolgens heb ik aangegeven, “Als je kijkt naar de ontwikkeling van hypotheekmarkt, voor het echte servicing deel wordt dat meer en meer een commodity.” Dat gaat om schaalvoordeel, dat gaat om maximaal STP.

Jeroen: Maximaal wat?

Erwin: Sorry, maximaal Straight-Through Processing. Dus zo min mogelijk fysieke aanrakingen in het proces van hypotheken. Het tweede wat ik toen gezegd heb, “Willen wij daadwerkelijk de stap naar voren maken? Dan zullen wij onze propositie van echt die backoffice service provider moeten veranderen naar de hele waardeketen faciliteren.” Dus zowel de customer user experience aan de voorkant, de hele acceptatie van de hypotheek, het beheer van de hypotheek en ook op het moment dat iemand in achterstand zou komen. Dat hoop je niet, maar dat kan gebeuren. Wij moeten als Stater die hele waardeketen aanbieden. Dus wij hebben 2014 tot en met 1016 gebruikt om die waardeketen op te bouwen, om te zeggen, “Wij doen alles.” We hadden een deelneming in een achterstandsbeheerdochter, daar hebben we de aandelen van gekocht zodat we dat helemaal in eigen beheer hadden. Dat hebben we zo doorgezet. Dat was in 2017 en in 2017-2018 was mijn visie drie belangrijke ontwikkelingen in Europa. Enerzijds het veranderend consumentengedrag, anderzijds technologische ontwikkelingen en ten derde een stuk wet- en regelgeving ontwikkeling. Als je dat goed vindt, zal ik op alle drie heel kort ingaan. Wet- en regelgeving was de visie dat dat heel lang gaat duren, maar meer en meer wordt dat centraal-Europees, continentaal geregeld. Waar in het verleden de Nederlandsche Bank of de Belgische Centrale Bank of de Bundesbank of Banque de France een behoorlijke autonomie hadden, zag je meer en meer dat de Europese Centrale Bank toch wel de kaders wat meer in ging zetten. Dus de visie die wij toen hadden was, “We zien langzaam maar zeker die grenzen van die Europese markt toch wel wat vervagen.” Het werd langzaam maar zeker toch een wat meer pan-Europese markt. Daar kwam bij dat het consumentengedrag veranderde. Ik gaf al even iets aan over outsourcing in Europa, mate van digitalisering. In Nederland zijn wij heel erg gedigitaliseerd. Mobiel bankieren is bij ons normaal. De hypotheek digitaal beheer is bij ons normaal. Dat is in de landen om ons heen nog een stuk minder normaal, maar je ziet wel dat die verandering gaande is, dus dat daar heel snel stappen in gezet worden. We hebben ook een Stater in België. Als ik kijk naar Stater zeven of acht jaar geleden in België, was het woord ‘digitaal’… Nu zie je dat ze reuzenstappen aan het zetten zijn. Dus het consumentengedrag in Europa verandert, consumenten zullen proactiever met hun hypotheek omgaan. En het derde component is dat het mogelijk gemaakt wordt door een technologische vooruitgang. Dus de techniek maakt mogelijk dat we enerzijds dat consumentengedrag kunnen faciliteren en ook stimuleren. Daar moeten we ook eerlijk in zijn. Anderzijds, technologie maakt het mogelijk voor partijen om die grenzen makkelijker over te steken. Dus in 2016-18 was de visie, “We zullen naar een internationale markt gaan.” Daar kwam bij, “Die technologische ontwikkelingen gaan zo hard, kunnen we dat wel allemaal zelf?” Ook daar heb ik met Jan van Hal en Frank van Horst veel over gesproken. Dan hebben we gezegd, “Wij geloven dat wil je succesvol zijn, niet een jaar of vijf jaar of tien jaar of twintig jaar, dan moet je daar een partij bij hebben die dat kan faciliteren. Dan moet je een partij erbij hebben die je ook ziet als core business, als een industry investment.” Dus daar moet een partij bij die de groei kan faciliteren, die technologische ontwikkeling kan faciliteren, en we zijn een commercieel bedrijf, dus er moet ook geld verdiend worden. Maar die niet over drie of vijf of zeven jaar zegt, “Ik zie het als een financiële investering en dan ga ik mijn geld daaruit halen en er ergens anders in stoppen.” Omdat wij het toen wel belangrijk vonden omdat hypotheken zowel cultureel als financieel als reputationeel zo dicht tegen de consument aanzitten, was het voor ons wel zoiets van, “Het is voor ons wel belangrijk als wij daar een partij bij houden die dat allemaal snapt en kan. En ook het vertrouwen uitstralen.” Daarom zijn we toen op de 75/25% uitgekomen met ABN AMRO (link naar CEO ABN AMRO, Robert Swaak), waar ik heel erg blij mee ben en waar ik nog steeds echt in geloof dat dat echt de sleutel voor het succes in de toekomst is.

Jeroen: Ik kan me voorstellen dat het als CEO ook heel mooi en boeiend was om zo’n proces mee te maken. Want het was ook niet binnen een dag verkocht, daar wil ik het ook nog even met je over hebben. Het duurde wel eventjes. Was het puur een prijs issue?

Erwin: Nee, dat geloof ik zeker niet. Ik moet ook voorzichtig zijn om daar wat over te zeggen, maar ik heb van beide partijen vanaf dag één de overtuiging gehad dat het ging om lange termijn waardecreatie in de hele keten. Dus waardecreatie voor de klant, waardecreatie voor de medewerker en waardecreatie voor de aandeelhouder. Ik geloof erin als je een bedrijf inricht, dat je altijd uit moet gaan van de driehoek medewerker, aandeelhouder, klant en dat je daar de optimale balans in moet vinden. Ik heb geen moment het idee gehad dat het alleen maar zou gaan om die financiële kant omdat ik namelijk ABN AMRO niet zo ken en Infosys niet zo ken en het zat meer in, “We willen zeker weten dat we hier voor alle drie die belangrijke groepen stakeholders de goede dingen in doen”, als dat daar een hele lange prijsonderhandeling in heeft gezeten. Dat is niet zoals ik het proces ervaren heb.

Jeroen: Precies, want Infosys was wel de droomkandidaat wat dat betreft. Of waren er nog hele andere interessante, die je ongetwijfeld niet allemaal mag noemen?

Erwin: Die ga ik ook niet noemen. Ik vind dat je ook daarin reëel moet zijn. Voor ons als belangrijk stakeholders in dat proces was een bepaalde outline van het type partner belangrijk. Dan ga je vervolgens een proces in, daarna komt daar Infosys uit en daar zijn we heel blij mee. Maar het was niet van, “We hebben een droompartner aan het begin en we gaan even een proces…” Nee, we hebben een context geschetst van, “Dit is wat we belangrijk vinden, dit is wat we zien en dit is waar wij maximale waardecreatie in zien.” Daarna zijn we een volstrekt transparant proces ingegaan.

Jeroen: Is het ook makkelijker om de directe klanten, banken en verzekeraars, aan je te binden als je niet meer zo’n 100% ABN AMRO signatuur hebt? Met andere woorden, kan je dan ook makkelijker de andere grootbanken aan je binden?

Erwin: Dat geloof ik wel. Dat was op dat moment wel mijn visie en het is nog steeds mijn visie. En ik begrijp dat ook. Als ik bij een andere grootbank actief zou zijn, dan wel in Nederland, dan wel in België, dan zou ik wel bepaalde additionele zekerheden willen hebben over de onafhankelijkheid op het moment dat wij nog 100% in eigendom zouden zijn van ABN AMRO. Aan de andere kant moeten we er ook reëel in zijn, we zijn nu drie jaar meerderheidsaandeelhouder. De groei die we hoopten hebben we nog niet gezien. Ook daar wil ik eerlijk in zijn. Maar ik geloof nog steeds als een situatie zich voordat, dat er substantiële partijen dit overwegen, het feit dat wij het duale aandeelhouderschap hebben van ABN AMRO en Infosys absoluut een enorme toegevoegde waarde is.

Jeroen: Mooi, helder!

Dit is Leaders in Finance met Jeroen Broekema.

Jeroen: Dan nog een paar andere stakeholders die ik heb opgeschreven, je hebt de toezichthouder al een aantal keer genoemd, staan jullie nou onder direct toezicht of gaat het altijd via jullie klantentoezicht?

Erwin: Voor AFM staan wij onder direct toezicht. De Nederlandsche Bank, Europese Centrale Bank niet, dat gaat via onze klanten. Maar in alle eerlijkheid, Jeroen, ik vind dat niet zo spannend of het wel of niet direct is. Toen ik begon was de hypotheek een soort horizontale blok. Je had het blok inventarisatie, acceptatie, beheer en achterstand. Dat waren vier blokken en je ging van stap één naar stap twee. Mijn visie is dat die horizontale lijn meer een verticale lijn is geworden en dat het product zodanig actief is geworden dat ook mensen in het beheerfase dagdagelijks met hun hypotheek bezig zijn. Daar komt bij dat een toezichthouder steeds meer regels en verplichtingen door de hele keten laat zakken, dus niet zegt, “Geldverstrekker, u heeft het op orde en wat er daarna gebeurt is van de vendor.” Nee, dat wordt echt gezien als een keten die naar beneden zakt en daarom voelen wij ons echt verantwoordelijk voor het totaalpakket. Wij staan niet onder toezicht van DNB, dus… Nee, dat is zowel juridisch niet meer mogelijk, maar ook moreel is dat niet zoals wij dat zien.

Jeroen: Wat ik nog even probeer te begrijpen, heel praktisch, als er nou een vraag komt vanuit DNB naar jouw klant, laten we zeggen bank x, uiteindelijk gaan die bank weer naar jullie toe om te vragen, “Hoe zit het eigenlijk?” Want in sommige gevallen doen jullie zo’n beetje alles rond de hypotheek behalve het leveren van het geld. Want voor zover ik weet financieren jullie zelf niet. Dus hoe werkt het dan in de praktijk?

Erwin: Ik kan je een praktisch voorbeeld geven. Tweeënhalf jaar geleden waren wij in gesprek met een prospect en daar was het beroemde ‘write to audit’, dat was een wet- en regelgevingsstuk vanuit de Nederlandsche Bank waaraan die bank moest voldoen. Dat was toen net aan het veranderen, die hele wet- en regelgeving. Wij hebben toen gezegd, “Laten we nou zelf eens kijken of we met de Nederlandsche Bank kunnen praten en tot een bepaalde vorm kunnen komen die voor alle banken werkbaar is zodat het voor iedereen efficiënter is, voor de Nederlandsche Bank ook.” Toen zijn we dus gezamenlijk met die prospect opgetrokken richting de Nederlandsche Bank, de constructieve houding van de Nederlandsche Bank gezien, de constructieve houding van de geldverstrekker. Eigenlijk zijn wij een beetje over onze schaduw van, “We vallen niet onder toezicht van DNB heengestapt met als gevolg dat ik denk dat dat voor heel veel partijen een efficiënt en sneller proces heeft opgeleverd.

Jeroen: Helder. De laatste twee die ik heb opgeschreven zijn samenleving en concurrenten. Misschien eerst die concurrenten. Je hoeft ze niet bij naam te gaan noemen, we kennen ze allebei, denk ik. Maar waar het mij om gaat, zit die concurrentie nou vooral bij partijen die nagenoeg hetzelfde doen als wat jullie doen? Je hebt natuurlijk allemaal je eigen specialiteiten en zo, dat snap ik. Of zit de concurrentie meer bij partijen zoals jullie aandeelhouder, meer vanuit de tech- en IT-kant gedreven? Hoe moet ik dat zien?

Erwin: Ik denk dat daar een enorme verandering aan de gang is. Als ik even een jaar of vier of vijf jaar geleden, waren concurrenten partijen die het nog zelf deden. Dat is ook een belangrijk alternatief voor geldverstrekkers, denk ik. En inderdaad de bekende namen die we beide kennen. Je ziet dat daar wel wat dingen in aan het bewegen zijn en dat die hele platform business meer en meer de aandacht krijgt, ook van de grote internationale partijen die daar enorm op kunnen investeren. Dus je ziet dat concurrentiespeelveld in drie of vier jaar tijd echt enorm veranderen. In het verleden was het duidelijk, er ging een tender de deur uit en we wisten allemaal bij wie die tender terecht kwam. Op feesten en partijen liepen we een beetje met een bocht om elkaar heen, we wisten allemaal dat we dezelfde formulieren hadden binnengekregen. Nu, als het echt een grote partij is, worden er ook gewoon grote buitenlandse IT-platformbedrijven bij betrokken. Dus je ziet dat concurrentiespeelveld heel erg veranderen. Dat heeft ook weer te maken met het ontstaan van die Europese markt. Die Nederlandse markt was tot een paar jaar geleden verdeeld, vergeven en was eigenlijk niet meer interessant voor de echt grote partijen uit het buitenland. Was het een Infosys of een TCS, ga het hele rijtje maar af, die we ook allemaal kennen. Ondertussen zie je dat buitenlandse partijen interesse krijgen, Nederlandse markt, Nederlandse partijen hebben interesse in de buitenlandse markt. Dat marktpotentieel is veel groter geworden en daarmee is ook de interesse gewekt van de grote internationale partijen. Maar ook het zelf doen is ook nog een belangrijke concurrent.

Jeroen: Dat snap ik, helemaal helder. Die schaalvergroting gaat dus gewoon nog door, als ik jou zo beluister. Het wordt waarschijnlijk nog groter?

Erwin: Ten aanzien van het daadwerkelijke servicing deel geloof ik echt dat dat een soort utility is. Het servicen van hypotheken, het onderscheidend vermogen dat beperkt, daar ben ik echt 100% zeker van. Dus dat is echt een kwestie van schaal, maximaal digitaal. Dus dat geloof ik zeker. Daar zitten wel een aantal dingen omheen waar je mee kan onderscheiden, waar ook weer die schaal in mijn beleving belangrijk is. Als je het hebt over data, als je het hebt over voorspellende waardes, als je het hebt over wet- en regelgeving die steeds complexer wordt, steeds meer vergaand wordt, daarmee ook steeds duurder wordt. Hoe groter je schaal in de servicing omgeving is, hoe goedkoper je dat kan doen. Als ik nu kijk wat wij procentueel aan wet- en regelgeving uitgeven op onze totale change, dat is marginaal. Dat kan alleen maar omdat wij zo’n enorme schaal hebben.

Jeroen: Duidelijk. Wat ik interessant vind om ook nog even met je te bespreken, meer aan de stakeholderkant samenleving. Ik zat te denken in de voorbereiding op dit gesprek, rond de 40% van alle hypotheken in Nederland is nogal wat. Dat gaat indirect over heel veel huishoudens, heel veel levens, want je huis is de basis. Het zijn allemaal de hypotheken die daaronder liggen. Is het niet heel risicovol vanuit cyber attack dat jullie worden aangevallen en half Nederland kan niet meer bij zijn hypotheekgegevens?

Erwin: Wil je dat ik vannacht slecht slaap of zo? Je hebt gelijk, maar dat was ook voor ons weer een reden om een partij erbij te zoeken die daar per definitie vooruitstrevend in is. Ik ben in het SOP (Security Operations Program) van Infosys geweest en in hun centrum daar. Daar zitten gewoon hele verdiepingen alleen maar hiermee bezig te zijn. Dus dat is wel degelijk iets waar we heel veel tijd, energie, geld en aandacht aan besteden. Maar waarmee we ook in onze visie van de nieuwe aandeelhouders zeggen, “Dit is wel een heel groot ding.” Het kan natuurlijk altijd, maar platliggen is echt een drama voor het Nederlands financiële systeem. Dus daar hebben we naar onze partner gekeken van, “Die moet daar wel bij passen, die moet het ook zien en snappen en die moet daar ook de nodige ervaring in hebben.” Dus dat is absoluut waar. Wat ik van de samenleving ook belangrijk vind is dat die 40% je ook de mogelijkheid geeft om op het gebied van duurzaamheid een andere rol te spelen. Wij zien duurzaamheid op twee vlakken, enerzijds in onze bedrijfsvoering, goede balans tussen werk en privé, investeren in de samenleving, waar we echt al veel in doen. Maar aan de andere kant ook om met onze klanten bij te dragen aan de verduurzaming van de woningen in Nederland en daar zijn heel veel voorbeelden van war wij in co-creatie met onze klanten dan wel producten, dan wel processen, dan wel op een andere manier iets ontwikkelen wat bijdraagt aan de verduurzaming van Nederland.

Jeroen: Dat is mooi, dan pak je die ook nog mee. Dat hoort ook mooi bij de stakeholder samenleving. Ik wilde nog één andere vraag stellen rondom die data, we hebben de cyber kant even kort aangestipt. Wat ik ook interessant vind, en dat zie je steeds bij alle mensen die ik interview, data komt op heel veel plekken in ketens terecht. Ook hier, ik sluit een hypotheek af bij een bank, maar daarachter zit bijvoorbeeld Stater die voor mij alles organiseert en zorgt dat het goed loopt. Maar van wie is die data nou uiteindelijk? Dus even heel praktisch, ik sluit een hypotheek af bij bank x, ik moet daar heel veel data voor aanleveren, van IB-formulieren, ik ben ondernemer, dan heb je nog veel meer dingen, dat zijn stapels papieren. Uiteindelijk komen die dus in Amersfoort terecht, bijvoorbeeld. Van wie is het nou? Is het nou van die bank of is het nou van Stater? Hoe zit dat?

Erwin: Dat is wel heel interessant, we kunnen over dit onderwerp wel een podcast vullen. Het is een onderwerp waar we veel mee bezig zijn. De kern is dat de data van jou is als individu en als consument. Een deel van de data is uiteraard van de geldverstrekker en de platte data, daar kan je echt over discussiëren of die van ons is. Daar zit wel een andere kant aan. Wat is nou de situatie? Ik ga je niet het antwoord geven, dat is maar even op een spanningsveld eraan te geven. Wie is de eigenaar van de data als je die data verrijkt? Jij hebt al je gegevens aangeleverd, ik heb al mijn gegevens aangeleverd en dat komt bij elkaar en dat doen nog honderdduizend consumenten en vervolgens gaat partij x, of wij dat dan zijn of een andere partij laat ik even in het midden, dat verrijken en daar komen ook weer bepaalde data uit. Is dat dan data van de geldverstrekker of is dat data van de service provider? Wat is dan de link met de consument? Ik denk dat je het hier over een ongelooflijk ingewikkeld grijs gebied hebt waar de kern voor mij is dat het doel van die data is dat je het eindproduct verbetert. En zolang je dat maar voor ogen houdt, kom je daar wel uit. Maar dat het absoluut een grijs gebied is, waarvan als je daar heel plat naar kijkt zegt, “Jouw data, daar ben jij eigenaar van, de bank is daarna primair de eigenaar en de zus provider niet.” Maar wat als die data verrijkt wordt? Ik zeg niet dat het daarmee wel het eigendom van de service provider is, maar ik geef wel aan dat het daarmee een grijze discussie wordt.

Jeroen: Helder. Je hebt al een ongekend lange staat van dienst in de financiële sector. Je bent pas 55 en als ik in de introductie al die getallen bij elkaar optelde, heb je 37 jaar dienstverbanden bij financiële instellingen. Kan je je nog de dag dat je begon herinneren, je allereerste dag in de financiële sector?

Erwin: Zeker.

Jeroen: Hoe was dat?

Erwin: Ik heb wel een wat aparte carrière doorlopen, denk ik. Ik heb niet gestudeerd, tenminste niet na mijn VBO-atheneum een studie gedaan. Ik ben echt een stapelaar, ik ben ooit op de MAVO begonnen, na de MAVO de HAVO gedaan. Ik kom uit een echt arbeidersgezin, de jongste van zeven. Mijn vader was verwarmingsmonteur. Ik ben super gelukkig opgegroeid, laat dat duidelijk zijn. Maar het was in ieder geval niet de context waarin het normaal was dat je ging studeren, dat je naar de universiteit ging. Dat was gewoon bij ons niet mogelijk. Als gezin waren we altijd afhankelijk geweest van ondersteuning in de huurwoning waarin we zaten. Na de HAVO dacht ik, “Wat moet ik doen, wat wil ik?” Ik ben toen bij Randstad naar binnen gelopen, ik weet nog precies waar ze zitten, nu nog steeds. Ik zei, “Ik wil hard werken, ik denk dat ik wel redelijk snel kan denken en ik ben bereid ervoor te gaan. Maar ik heb geen idee wat.” Die stuurden mij dus naar allerlei vermogensbeheerders en daar ben ik letterlijk begonnen met het rondbrengen van de koffie. Dat was mijn eerste rol.

Jeroen: Woonde je toen nog bij je ouders?

Erwin: Ja, zeker. Ik woonde nog thuis, ik was 17.

Jeroen: Vervolgens ben je daar meer dan tien jaar gebleven. Je hebt niet alleen maar koffie rondgebracht, volgens mij?

Erwin: Nee, zeker niet. Dat was maar vrij kort. In die tijd had OHV meerdere poten. Ze hadden een valutamakelaar als afdeling. Ik ben begonnen bij de valutamakelaarskant en die is later opgegaan in de rest. Een jaar of anderhalf jaar was ik echt valutamakelaar, dan had ik een hele rij telefoons voor mijn neus. Dat heb ik een aantal jaar gedaan en in het bedrijf heb ik nog een aantal dingen gedaan. Ik heb daar een waanzinnig mooie tijd gehad, een waanzinnig leuk bedrijf, ontzettend leuke mensen. Ik heb nog steeds af en toe contact met mensen die daar werkten. Er zijn er natuurlijk bijna geen meer over, na al die jaren, dat is ook duidelijk. Maar goed, in 1998, na elf of twaalf jaar dacht ik, “Wat wil ik?” Ik had ook wel zoiets van, “Het is een klein bedrijf, dus hoe zit dan je carrièrepad eruit?” Eén van mijn klanten op dat moment was MeesPierson en die hadden mij toen gevraagd of ik eens op hun treasury wilde komen praten. Toen ben ik daar naartoe gegaan. Ook echt een hoop geleerd in twee jaar tijd, met name hoe een bank werkt, de andere kant. Maar aan de andere kant ook weer een relatief kleine organisatie en na twee jaar via-via kwam ik in contact op een verjaardag bij iemand, die werkte bij de bank. Die zei, “Je moet eens een keer met de directeur private banking in Amsterdam gaan praten, want mensen zoals jij zoeken we.” Zo ben ik bij ABN AMRO begonnen.

Jeroen: Nog even terug naar je eerste moment daar bij Randstad. Het is dus puur toevallig dat je in de financiële sector terechtgekomen bent. Overigens, je bent in goed gezelschap, want van de 120 mensen die ik heb geïnterviewd is 99% toevallig in de financiële sector terechtgekomen. Maar als dus die mevrouw of meneer bij Randstad iets heel anders had gedaan, was je in een hele andere sector terechtgekomen?

Erwin: Ja, misschien op dat moment wel. Maar aan de andere kant, als je kijkt met name naar mijn eerste jaren bij ABN AMRO, toen ik in het vastgoed terechtkwam en nu bij Stater, is dat nou financiële dienstverlening? Voor mij gaat het om andere dingen in het werk. Ik ben valutamakelaar geweest, dat is natuurlijk financiële sector. Maar dat had ook goed de termijnhandel kunnen zijn. Het is niet een bewuste keuze geweest, maar ik wilde gewoon een bepaalde dynamiek in mijn werk hebben. Ik ben in 2005 bij ABN AMRO richting de facilitaire vastgoedafdeling gegaan, het was een hele bewuste keuze om die kant op te gaan. Dat was iets heel anders dan wat ik altijd gedaan had. Maar dat had ook bij een heel ander bedrijf kunnen zijn.

Jeroen: Wat is de rode draad dan precies? Wat trekt je aan in dit soort werk?

Erwin: De rode draden zijn dat ik heel graag met mensen dingen beter maak, dat het vooral geen gespreid bedje moet zijn; er moet iets moeten gebeuren. Resultaten behalen, dat is voor mij heel belangrijk.

Jeroen: Want je hebt je enorm opgewerkt. Je noemt het zelf ‘stapelaar’, van MAVO tot CEO. Dat gebeurt toch niet al te vaak, denk ik. Hoe verklaar je dat, dat dat gelukt is?

Erwin: Daar komt een stukje geluk bij, daar hoeven we ook niet ingewikkeld over doen. Ik kan heel hard werken, simpel. Ik heb tot de dag van vandaag altijd heel hard gewerkt. Maar dat doen heel veel mensen. Mijn broer is monteur, die ligt ook in het weer dat wij nu buiten zien op straat een auto te repareren. Dus dat is ook hard werken, ik vind dat een beperkte credit die ik moet geven. Het is ook wel risico’s durven te nemen.

Jeroen: Wat bedoel je daarmee?

Erwin: Neem het voorbeeld in 2004, ik had mijn MBA gedaan in de avonduren in een relatief korte tijd. Dan heb je vanaf 1987 tot 2004 gewerkt met hoogopgeleide mensen, kleine teams die op een bepaalde manier met hun loopbaan en ontwikkeling bezig waren. Ik had zoiets van, “Ik wil iets helemaal anders.” Dan heb ik de kans gekregen van Jan van Hal om het facilitair vastgoedbedrijf van de bank in te gaan, waar je met enorm grote groepen mensen komt te werken die ongelooflijk belangrijk voor het bedrijf zijn, laat dat gezegd zijn. Maar die wel op een andere manier naar carrière en carrièreontwikkeling en investeren in jezelf kijken als dat een universitair geschoolde econometrist dat doet. Op dat moment zei mijn omgeving, “Weet je wel wat je doet?” Dat bedoel ik met af en toe een beetje risico nemen, ik was in 2010-2011 in gesprek met Frans van Horst en Jan van Hal van, “Wat nu?” Ik had facilitair vastgoed gedaan, dat kon ik nog wel een aantal jaar blijven doen. Ik ben naar Stater gegaan terwijl ik geen verstand van hypotheken had. Ik wist wat Stater was en ik wist waar het stond, maar daar hield het ook bij op. Dat bedoel ik met af en toe een beetje risico nemen.

Jeroen: En je praat nu heel relaxed over, “Ik ben met de MAVO begonnen, ik heb me opgewerkt, stappen gemaakt, hier en daar mazzel gehad maar ook keihard gewerkt.” Het klinkt heel logisch, het klinkt ook heel aannemelijk. Heb je ook een periode gehad dat je echt opkeek tegen mensen die meteen gestudeerd hadden?

Erwin: Opkijken weet ik niet. Ik wil ook niet dat mensen naar mij opkijken en ik vind het ingewikkeld. Ik heb wel af en toe met bewondering gekeken naar hoe mensen bepaalde dingen deden. Dan heb je het over leiderschap, die bepaalde natuurlijke flair hadden die ik niet had. En ik denk dat dat wel degelijk te maken had met het feit dat ik uit het arbeidersgezin kwam, een ongelooflijk liefdevol gezin, maar daarmee zit je niet in die context van het studentenleven, van de studentenvereniging. Dus ik heb wel een langere periode gehad om een bepaalde flair en uitstraling op te bouwen en daar heb ik weleens naar gekeken dat ik dacht, “Dus sommige mensen hebben dat van nature makkelijker meer.” Maar dat zit ook wel een beetje in die context.

Jeroen: En hoe is het om zes broers en zussen te hebben en om als jongste op te groeien?

Erwin: Iedereen roept altijd dat het zo makkelijk is. Geloof me, Jeroen, dat valt best wel tegen, hoor! Het is makkelijk omdat dingen voor je geëffend worden. Je mag per definitie later thuiskomen als degene boven jou als je aan het opgroeien bent. Maar het is ook wel lastig dat je er zes boven je hebt die allemaal denken dat ze een stukje vader en moeder van je zijn.

Jeroen: Wat was uiteindelijk je rol in dat gezin? Was je altijd het kleintje of had jij de grootste mond? Hoe zat dat?

Erwin: Ik denk, als ik mijn broers vraag, dat ik inderdaad wel de grootste mond had. Dat geloof ik wel. In het begin wel. Wat je nu wel ziet, je bent nu allemaal volwassen en ondertussen zijn er ook twee overleden. Dus we zijn nog met vijf. Er waren ook recent weer wat dingen in de familie en dan zie je toch – wat ik op het werk ook een beetje doe – dat je standaard even die handschoenen oppakt en dingen gaat regelen. Mijn vader is niet zo lang geleden overleden en alles daar omheen, mijn vader was dement, dat was eigenlijk binnen de broers vanzelfsprekend. Dan moet een curator benoemd worden, dat gaat Erwin doen. Dat is heel raar, dat je als jongste… En ik vind het prima, ik heb een uitstekend contact met hen allemaal, dus dit zeg ik niet als kritiek. Maar je ziet wel dat die rol een beetje bijzonder is, dat het eigenlijk vanzelfsprekend is. Mijn vader werd dement, die moest een curator aangewezen worden, en dat was eigenlijk niet meer dan logisch dat ik dat zou gaan doen. Dus die rol is wel wat veranderd, ja.

Jeroen: Het klinkt als een zware periode met broers en zussen verliezen en ook nog je vader.

Erwin: Ja.

Jeroen: Van de zeven, zijn er nog anderen ook jouw kant opgegaan? Of ben jij degene die het meest carrièregericht was?

Erwin: ‘Mijn kant opgegaan’, dat klinkt alsof ik…

Jeroen: Qua financiële dienstverlening, qua stappen maken?

Erwin: Ja, één broer van mij heeft ook zijn MBA gedaan, dat is mijn één na oudste broer. Die werkt bij een grootverzekeraar. Die is wel wat ouder dan ik, dus die is in de herfst van zijn loopbaan. Maar die heeft ook een mooie carrière doorgemaakt. Maar die anderen, en dat wil ik blijven benadrukken, één van mijn broers is dertig jaar lang politieagent geweest. Daar moet je ook heel veel bewondering voor hebben. Dat is ook wat ik mij in mijn hele loopbaan altijd voorgehouden heb, en dat is ook waarom ik denk dat waar ik vandaan kom, dat heeft me gewoon heel veel gebracht. Ik heb nu de relatieve luxe dat ik samen met mijn vrouw in Ermelo woon en dat is heerlijk. Maar ik ben opgegroeid in een volkswijk waar we gisterenavond nog van hebben kunnen zien wat er gebeurd is na de voetbalwedstrijd. Dat daar hele grote groepen in de samenleving zijn die het niet zo makkelijk hebben en die niet zo bevoorrecht zijn als ik dat ben, dat hou ik me wel iedere dag voor. Dat is voor mij echt zo belangrijk.

Jeroen: Heb je dan niet soms het gevoel van, “Ik zit hier in een hele andere wereld?” Zeker toen je bijvoorbeeld bij ABN AMRO begon, ABN AMRO staat en stond niet per se bekend als een plek die leek op hoe jij bent opgegroeid, waarschijnlijk. Iedereen was toen nog strak in het pak met dassen, er werd nog letterlijk gezegd dat je een das om moest, zelfs toen ik er werkte.

Erwin: Bepaalde kleuren ook.

Jeroen: Precies. Dus had je niet soms het gevoel, “Wat doe ik in deze wereld”?

Erwin: Ja, zeker. Natuurlijk heb je dat, zeker in de beginjaren. De andere kant is dat ik me altijd vastgehouden heb, “Ik blijf bij mezelf, ik blijf mijn eigen moreel kompas en normen en waarden volgen.” En ik heb er ook weer veel van geleerd, veel kansen van gehad. En je ziet het ook wel snel veranderen. Ook dat is allemaal wel veranderd.

Jeroen: Ja, duidelijk.

Leaders in Finance met Jeroen Broekema.

Jeroen: Heb je verder nog iets over je jeugd waarvan je zegt, “Dat zou ik moeten delen als je me goed wil snappen”? Je zei Amsterdam, zeven kinderen.

Erwin: Veel in de jeugd. Zoals ik zei heb ik een super gelukkige jeugd gehad met veel liefde van mijn ouders. Maar het was financieel heel moeilijk. Iedereen die mij goed kent weet dat ook. Als verwarmingsmonteur zeven kinderen voeden is echt een klus. Maar we zijn nooit iets tekort gekomen. Dat heeft mij als mens wel enorm verrijkt en dat neem ik tot de dag van vandaag mee. Dat is voor mij ook als leider, dat ik daardoor echt altijd snap waar mensen staan en waar ze vandaan komen en waar mensen mee bezig zijn. Dat neem ik echt wel mee in iedere dag dat ik aan het werk ben.

Jeroen: Kun je dat goed begrijpen als je dat zelf niet hebt meegemaakt?

Erwin: Dat is ingewikkeld om te zeggen omdat ik het heb meegemaakt. Hoe was mijn carrière gelopen als ik wel was gaan studeren en in een studentenvereniging zat? Dat vind ik ingewikkeld om daarop te antwoorden. Het is misschien ook wel aanmatigend, dus dat vind ik ingewikkeld. Wat ik jammer vind op dit moment is dat ik nu in een fase van mijn leven ben waarin ik op een bepaalde vorm wel die verbinding goed kan leggen, maar dat ik daar toch vrij vaak nog tegen muren aanloop en het een gesloten bolwerk blijft.

Jeroen: Wat bedoel je daarmee? Dat vind ik interessant.

Erwin: Ja, dat vind ik ingewikkeld. Dat klinkt zoals een waardeoordeel, dat maakt het ingewikkeld. Ik denk dat ik mensen heel goed begrijp die op dit moment afhankelijk zijn van de ondersteuning van bijvoorbeeld huisvesting, ik heb twee jongens uit mijn eerste huwelijk die allebei echt de nodige problemen hebben. Dus ik heb ook wel de link met zorg die nodig is en wat dat ook doet als consument. En ik ben nu in de fase van mijn loopbaan dat ik zeg, “In een bepaalde vorm kan ik daar wel een bijdrage in leveren als toezichthouder, als commissaris.” Dan merk je, als je daarmee aan de gang gaat, dat het wel twee hele gescheiden werelden blijven. Want dan kom je toch wel uit die financiële dienstverlening, en dan willen we toch wel graag iemand die… Terwijl ik denk, “Maar we kunnen juist heel veel van elkaar leren.” Ik kan met mijn redelijk brede achtergrond heel goed in een bestuurskamer van bijvoorbeeld een woningbouwcorporatie of een zorginstelling of een grote schoolinstelling. Waar die mensen dagdagelijks mee te maken hebben, dat het voor die mensen niet vanzelfsprekend is om de ouderbijdrage te betalen voor het schoolreisje. Maar ik kan ook heel goed begrijpen dat je vanuit een bepaalde optiek daarnaar moet kijken. En ik merk daar nog weleens dat ik daar niet altijd de muren naar beneden zie gaan.

Jeroen: Daar kan ik me iets bij voorstellen. Werkt het op één of andere manier nog relativerend voor je in je loopbaan dat je momenten in je jeugd gehad hebt, er was wel alles, maar het was niet overdadig?

Erwin: Absoluut. Ik heb twee kinderen met echt wel de nodige uitdagingen. Dus zowel financieel als medisch heb ik gezien dat het niet vanzelfsprekend is dat het allemaal crescendo gaat. Natuurlijk werkt het relativerend, absoluut.

Jeroen: Kom je makkelijk onder stress? Kan je goed met stress omgaan?

Erwin: Van stress heb ik niet veel verstand, in alle eerlijkheid.

Jeroen: Wat moeten mensen doen om jou gestrest te krijgen? Laat ik het zo zeggen.

Erwin: Dat zou je aan mijn omgeving moeten vragen.

Jeroen: Jezelf niet?

Erwin: Ik zat vorige week even met één van mijn directeuren onderweg naar een meeting in de auto te babbelen. Hij zei toen tegen mij, “Weet je wat ik heel bijzonder vond bij jou? We hadden toen de presentaties voor de verkoop in een hotel in Schiphol en iedereen liep met strakke blikken rond, jij stond in een hoekje een kopje koffie te drinken en een beetje naar buiten te kijken.” Ik heb niet zoveel stress, denk ik.

Jeroen: Dat is je karakter, of heb je dat geleerd?

Erwin: Nee, dat is karakter. Dat heb ik van mijn vader.

Jeroen: Dan is het duidelijk waar het vandaan komt! We hebben bij Leaders in Finance ook altijd een teaser en een pleaser. Voor de pleaser heb ik alle gasten hetzelfde gevraagd, daar kom ik zo wel even op, dat gaat over boeken. De teasende kant gaat meer over de organisatie die jij vertegenwoordigt, Stater, de sector. Het feit dat banken en andere geldverstrekkers vaak heel veel uitbesteden, soms feitelijk bijna alles, behalve het geld in jullie geval, leidt ertoe dat banken niet altijd meer goed hun klant kennen en daar wordt de klant toch meer een nummer. Niet bij jullie, maar wel vanuit bankperspectief. Ben je het daarmee eens?

Erwin: Volstrekt oneens. Ik kan een antwoord geven op de vraag, ik ga er ook een voorbeeld van geven. Ik denk, wil je een bedrijf goed runnen – en ik praat over nu, niet over vijf of twintig jaar geleden – dan heeft dat de meeste waarde als je partijen gebruikt waar ze goed in zijn. Je moet niet denken dat je alles zelf goed kan doen. Je moet daar partijen bij zoeken die je optimaal kunnen faciliteren in je einddoel. Je einddoel is het bedienen van die klant, tevreden klant, en daarmee financiële compensatie krijgen. Winst maken, plat. Op het moment dat jij daar specialisten bij zoekt die dingen goed kunnen, ben je veel beter in staat om maatwerk aan je klant te leveren en je op datgene te focussen waar je echt voor bent. Als ik bijvoorbeeld kijk naar hypotheek servicing, dan is het daadwerkelijk maandelijks doen van die betalingen. Daar zit niet zo heel veel onderscheidende waarde in. Dus daar gaat het feitelijk om snelheid, om kosten. Dus ik ben het volstrekt oneens met je stelling. En ik ga het nog verder brengen, ik denk dat wij in de afgelopen 6-8 jaar een aantal voorbeelden in Nederland hebben gezien, en dat gaan we nu ook in het buitenland zien, naar mijn huidige overtuiging, dat juist partijen die datgene doen waarvan je zegt dat die enorm klantgericht gepercipieerd worden enorm veel waarde hebben kunnen toevoegen voor zichzelf en voor de klant. Ik ga geen namen noemen, maar kijk naar het rijtje van grootste hypotheekverstrekkers in Nederland en best gewaardeerde hypotheekverstrekkers, best gewaardeerd door de intermediaire kanalen, of nieuwe producten, dat zijn vaak partijen die maximaal gebruik maken van externe partijen in die keten.

Jeroen: Heb ik dan het gevoel als klant dat ik mijn hypotheek heb afgesloten bij die bank of eigenlijk bij jullie?

Erwin: Het liefst heb ik dat jij dat ervaart als afgesloten bij die bank. Wij willen het succes van onze klanten faciliteren. In het begin van deze podcast zei je, “Veel mensen kennen Stater, maar veel mensen kennen Stater ook niet.” Ik vind het helemaal niet erg als mensen ons niet kennen. Ik vind het veel belangrijker dat de consument onze klanten kent en dat die hoog gewaardeerd worden. Dus ik wil niet dat mensen denken, “Ik heb een hypotheek bij Stater”, ik wil dat mensen denken, “Ik heb een hypotheek bij partij xyz” en dat die daarna met ons samenwerken voor hun diensten. Dat is vers twee.

Jeroen: Helder. Je zei, “Ik vind het volstrekt onbelangrijk of we zichtbaar zijn.” Maar je hebt bij één van de interviews gezegd, “Behalve als het gaat om recruitment. Dan was het wel fijn geweest als iedereen ons kent.”

Erwin: Natuurlijk, dat is de realiteit. Als CEO kan je het niet anders zeggen, maar ik vind het echt een gaaf bedrijf. Anders doe je het niet al bijna twaalf jaar. Maar je moet ook reëel zijn. Als jij een hele slimme afgestudeerde IT’er bent van de universiteit in Delft of waar dan ook en je kunt kiezen tussen Google, Microsoft, Amazon en Stater, is de kans dat je de trein naar Amersfoort pakt niet zo heel groot. Dat mag ik dan niet zeggen, maar dat is natuurlijk de realiteit van alledag. Terwijl, als je kijkt naar wat je bij ons kan doen en wat je bij ons meemaakt, welke carrièremogelijkheden er zijn, hoe wij samenwerken met één van de grootste IT-bedrijven ter wereld, die een opleidingscampus heeft. In alle eerlijkheid, ik ben er geweest, daar kun je je geen voorstelling bij maken. Dan zou het toch wel lekker zijn om daar iets meer aan onze recruitment-PR te doen, dat we daar iets meer baat van zouden hebben.

Jeroen: We hebben meer dan 80.000 luisteraars per jaar, dus die horen dit ook allemaal. Dat kan geen kwaad. Aan de pleasende kant, heb jij bepaalde boeken waarvan je zegt, “Die hebben me echt geïnspireerd” of “Die geef ik weleens” of “Dat heb ik met heel veel enthousiasme gelezen”?

Erwin: Op managementboeken zijn er echt wel een aantal. Je hebt van die mensen die zo’n bijbel hebben, ‘Zeven eigenschappen van effectief leiderschap‘, ‘From good to great‘ van Collins. Daar ben ik iets minder van. Ik vind het mooie boeken, maar ik geloof dat iedere organisatie, iedere fase waar je in zit, heb je een bepaalde stijl bij nodig. Bijvoorbeeld Geweldloos communiceren van Rosenberg, dat is een heel oud boek dat misschien al dertig jaar oud is of zo. Dat vind ik zo gaaf om te lezen. Maar bijvoorbeeld bij organisatieverandering, en dat is niet echt een boek, maar een serie papers, vind ik Joe Santos, dat is een Braziliaanse professor die heel erg gelooft in de organisatietransformatie vanuit boxen. Dat vind ik ongelooflijk gaaf om te lezen. Aan de andere kant, als je aan het opbouwen bent, bijvoorbeeld Eckart’s notes.

Jeroen: Ook heel leuk.

Erwin: Ja. Maar als ik dan bijvoorbeeld kijk naar biografieën, dan zit je in een heel ander spectrum, de biografie van Lee Iacocca, voormalig topman in de Amerikaanse auto-industrie, de ontwerper van de Ford Mustang. Dus ik zit daar eigenlijk heel breed in en ik zit meer te kijken, voor iedere fase van een organisatie moet je je inspiratie ergens vandaan halen.

Jeroen: Leuk! Lees je ook zelf voor ontspanning?

Erwin: Ja. Ik zit regelmatig in een vliegtuig en dan probeer ik altijd een boek te lezen. Dat zit dan echt in de fictie, Mark Connolly vind ik een interessante schrijver, David Baldacci. Maar dat zijn boeken die iedereen op vakantie of in het vliegtuig leest en daar kan ik ook heerlijk van genieten.

Jeroen: Leuk! Waar haal je je nieuws vandaan? Wat gebruik jij? Lees je bepaalde kranten, bepaalde nieuwswebsites?

Erwin: Sowieso luister ik iedere ochtend in de auto naar BNR. Dat is om te weten wat er in de nacht gebeurd is. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar verder lees ik heel bewust breed kranten. Uiteraard lees ik het Financieele Dagblad, dat is natuurlijk logisch. Maar daarnaast lees ik kranten die wat meer aan het rechter spectrum zitten, maar ook kranten die aan het linker spectrum zitten. Juist om wat breed georiënteerd te zijn. Ik heb op mijn telefoon veel nieuwswebsites die ik allemaal bekijk en daar probeer ik echt heel breed in te zijn. Ik heb ook een abonnementje dat al die dingen bij elkaar zoekt voor mij. Op het ene moment krijg ik dan een Volkskrantartikel en het andere moment krijg ik een AD-artikel. Dat vind ik gewoon fijn, omdat je daarmee heel veel inzichten krijgt.

Jeroen: Helder. Wat doe je om fit te blijven? Je hebt een drukke baan, je zegt zelf dat je hard werkt, dat heb je altijd gedaan. Wat doe je?

Erwin: Ik wandel veel met de hond, dat vind ik een heerlijke ontspanning. En één keer in de week doe ik Bodytec. En nu kijk je me aan met een blik van, “Wat is Bodytec?”

Jeroen: Geen idee.

Erwin: Ik heb elf jaar geleden een hele zware operatie aan mijn knie gehad en sindsdien kan ik niet meer sporten, ik mag niet meer sporten. Maar ik heb altijd veel gesport, dus ik zocht heel lang, “Wat kan ik nou doen?” Bodytec mag je twintig minuten doen, dan krijg je een aantal elektrodes op je lichaam en dan worden je spieren onder spanning gezet en tegelijkertijd doe je oefeningen onder begeleiding. Dat bevalt mij uitstekend, dat betekent dat ik mijn knie kan ontlasten, maar wel de rest van mijn lichaam kan belasten. Dat kan ik iedereen aanraden.

Jeroen: En dat gaat dus ook gewoon met die knie?

Erwin: Dat gaat uitstekend. Vanavond mag ik weer.

Jeroen: Maar dat doe je wel met een trainer, of doe je dat alleen?

Erwin: Met een trainer.

Jeroen: Want je zelf onder stroom zetten lijkt me best…

Erwin: Nee, dat doet die trainer, die draait dat knopje.

Jeroen: Helder. Wat vind je verder leuk wat niet met werk te maken heeft?

Erwin: Ik kook graag samen met Petra, mijn vrouw. Ik vind het heerlijk om te koken. Ik heb sinds een jaar een big green egg, dat is een grote groene barbecue. Dus dat is wel echt iets wat ik ontzettend leuk vind. Daar ben ik toch wel veel van de tijd aan kwijt, denk ik. Ik ben gek op auto’s, niet om te hebben.

Jeroen: Dat heb je wel meegekregen in je jeugd, volgens mij.

Erwin: Ja. Dat zijn een beetje mijn hobby’s.

Jeroen: Je bent in Amsterdam opgegroeid. Mis je het weleens, Amsterdam? Ga je er nog weleens wonen, denk je? Want Ermelo is wel heel anders.

Erwin: Nee, het is veertig minuten met de trein, dus het is niet aan de andere kant van de wereld. Ik heb tot twee jaar geleden daar gewoond, maar ik vind het gewoon enorm veranderd. Het is wel grappig, ik was laatst met iemand Amsterdam in en we liepen het centraal uit. Ze zei, “Je merkt wel dat je thuis bent.” Dat klopt ook, ik was er vorige week nog eventjes zakelijk en dan merk ik, “Het is een beetje mijn stad.” Maar niet dat ik het mis en ik zie mezelf er ook niet meer wonen. Ik geloof ook niet dat ik Petra meekrijg.

Jeroen: Dat gaat hem niet worden, zo te horen! Waar ik nog nieuwsgierig naar ben, een klein beetje naar de toekomst kijkende, je rol als CEO, executive, zeg je, “Hierna zou ik het wel leuk vinden om meer non-executive rollen te doen of erbij te doen”, of zeg je, “Nee, ik zou het nog wel heel leuk vinden om nog één grote CEO-klus of een andere c-level klus te doen bij een andere partij”?

Erwin: Dat is een ingewikkelde vraag. Ik zou sowieso wel wat non-executive klussen willen. Eén nu en misschien in de toekomst nog één erbij, want de dingen die ik doe wil ik goed doen. Ik wil niet allemaal dingen aan elkaar rijgen, dat zeker niet. Ik heb het vooralsnog ontzettend naar mijn zin bij Stater. Ik doe het nu twaalf jaar en we zijn met ongelooflijk leuke dingen bezig en daar wil ik me nu op focussen. Maar aan de andere kant, laten we ook reëel zijn, niemand kan in de toekomst kijken.

Jeroen: Maar als ik toch een beetje doorvraag, even ervan uitgaande dat het allemaal goed gaat met de gezondheid en je wil misschien tot 67 werken, dan heb je nog twaalf jaar. Ik geloof niet dat je nog twaalf jaar bij Stater gaat werken.

Erwin: Nee, dat denk ik ook niet.

Jeroen: Dat is ook helemaal niet goed voor Stater, toch? Of wel?

Erwin: Nee, dat is reëel. Recent is Frans van Horst weer toegetreden tot onze Raad van Commissarissen, die mij ooit aangenomen heeft bij Stater. Dat is één van de dingen waar we het eerste gesprek over gehad hebben. Toen was onze conclusie, “Ik zit wel twaalf jaar bij Stater, maar in vier verschillende rollen. Dat betekent dat het prima is, maar ik denk dat het op een gegeven moment ook wel goed is om het stokje over te dragen. Het is een beetje afhankelijk van het moment of ik voor mezelf dan nog een fulltime job zie. Vooralsnog zou het voor mij een mooie balans zijn om iets van non-executive erbij te doen, eentje, en misschien over een jaar of twee nog eentje. Ik zie mezelf niet stoppen over twee of drie jaar. Daar heb ik veel te veel energie voor, veel te veel dynamiek. Ik denk ook dat Petra binnen een half jaar gek van me wordt thuis. Dus dat zie ik niet. Een beetje die combinatie zou voor mij over een aantal jaar – ik wil nu nog echt even door bij Stater – de ideale combinatie zijn.

Jeroen: De laatste twee vragen. De eerste vraag heb ik aan alle bijna 120 gasten gesteld, heb je tips voor starters op de arbeidsmarkt? Misschien specifiek in de financiële sector, maar het mag ook breder.

Erwin: Ik spreek wel regelmatig jonge mensen over hun loopbaan. Wat je vaak ziet, tenminste wat ik weleens meemaak, is dat jonge mensen zeggen, “Ik wil account manager worden” of “Ik wil beleggingsadviseur worden” of “Ik wil operational manager worden.” Wat ik altijd tegen hen zeg is, “Benader het nou eens anders. Schrijf nou eens op wat je leuk vindt aan werken en wat je niet leuk vindt. Dus kijk niet zozeer naar een baan, kijk niet zozeer naar een bepaalde functie of titel, maar kijk nou eens naar wat je leuk vindt.” Zo ben ik bijvoorbeeld in 2005 in vastgoed facilitair terechtgekomen. Ik had iets van, “Wat zoek ik nou in mijn volgende baan?” Als ik dat niet gedaan had, was ik nooit bij vastgoed facilitair uitgekomen. Want vanuit beleggen en vanuit valutamakelaar, vanuit rente management. Dus wat ik jonge mensen mee zou willen geven is: Staar je niet blind op een baan, maar kijk nou gewoon eens naar, “Welke onderdelen van werk zoek ik en welke wil ik absoluut niet? Wat wil ik wel en wat wil ik niet?” Ga op basis daarvan gewoon eens even zoeken. Dan kan je op hele andere banen uitkomen als je nu denkt, maar je kan er wel veel meer van leren.

Jeroen: Dat is mooi verwoord, goede tip, denk ik. Ik neem hem op in mijn verzameling van 120 tips. Fantastisch! De allerlaatste vraag, ik heb je heel veel mogen vragen in dit gesprek, maar is er nog iets waarvan je zegt, “Dat is jammer dat ik dat niet heb genoemd, dat zou ik nog heel graag willen bespreken hier”?

Erwin: Nee, ik denk in alle eerlijkheid dat we veel geraakt hebben en ik zou weer in herhaling gaan vallen als ik weer een aantal van mijn stokpaardjes ga berijden, dat zal ik niet doen. Niet voor de luisteraars en ook niet voor de mensen die mij beter kennen. Voor mij is echt gewoon cruciaal – en ik hoop dat dat hier ook naar voren gebracht is – het moreel kompas waarop je dingen doet is ontzettend belangrijk voor iedereen. Ik voel me echt bevoorrecht hoe ik mijn carrière heb kunnen ontwikkelen, hoe ik woon, hoe ik leef. Maar laten we ons realiseren dat er honderdduizenden mensen zijn die dat gewoon anders hebben en die het moeilijker hebben. Dat we daar ons rekenschap van nemen, dat blijft voor mij wel een belangrijk aandachtspunt.

Jeroen: Prachtig, mooie laatste woorden. Erwin, heel erg bedankt voor je tijd en voor je openheid, hoe makkelijk je ook schakelt tussen alle outsourcing en alle zaken bij Stater en alle medewerkers naar je privéleven en weer terug. Geweldig hoe makkelijk je dat doet en hoe open je daarin hebt willen zijn. Dat is precies wat we graag willen bij deze podcast, zowel de zakelijke kant als meer de privékant belichten. Ik heb hier naast me, ik wijs er nu naar, twee zakjes Bocca koffie, een B-gecertificeerd bedrijf als bedankje, ook voor jouw collega die hier zit. Dus nogmaals, heel hartelijk dank!

Erwin: Dankjewel, ontzettend leuk om hier te zijn. Dank dat je het leuk vond, maar de openheid creëer je natuurlijk zelf ook in de manier van vragen en doen. Dus dankjewel!

Dit was Leaders in Finance, we hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig en over wie wil je meer horen? Laat het weten via een Apple of Google review. Dat kan ook via de social media kanalen of direct via een email. We kunnen het enorm waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun, dat zijn Kayak, EY, Odgers Berndtson executive search en Roland Berger. Bedankt voor het luisteren!

Door deze site te gebruiken ga je akkoord met het plaatsen van cookies. Meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten