Voice-over: Dit is Leaders in Finance. Een podcast waarin we op zoek gaan naar de mens achter het succes. We praten met leiders van nu en later over hun drijfveren, carrière en privéleven. Waarom? Omdat er meer gesproken moet worden in de financiële sector. Onze gast deze week is directeur van een succesvolle Nederlandse hypotheekverstrekker. En Nederlanders hebben een trouwe band met hun hypotheek.
Menno: Ik zeg wel eens: een Nederlander vreet eerder zijn eigen schoenen op dan dat hij zijn hypotheek niet meer betaalt. Dat nemen wij zeer serieus hier. We zijn toch een behoorlijk calvinischtich land.
Voice-over: In 2030 willen bedrijven 80 miljard in de portefeuille hebben. Werk aan de winkel dus. Maar hoe komt deze directeur tot rust?
Menno: Ik vind het heerlijk om de was te doen. Ik word daar heel sereen rustig van. Allerlei verschillende wasmiddeltjes kiezen en zo. Ik heb ook een ontzettend mooie waskamer thuis. Ik vind dat heerlijk. Daar neem ik echt even de tijd voor.
Voice-over:En heeft hij tips voor starters?
Menno: Durf keuzes te maken. Juist ook omdat je nooit spijt kunt hebben van iets wat je gedaan hebt. Zoek het op. Stretch jezelf. Daag jezelf uit. En kom er zo op die manier achter waar je goed in bent en waar je niet goed in bent.
Voice-over: Onze gast deze week is Menno Luiten, directeur van MUNT hypotheken. Je host is Jeroen Broekema.
Jeroen: Welkom luisteraars bij een nieuwe aflevering van Leaders in Finance. Deze week is de gast Menno Luiten, directeur MUNT hypotheken. Welkom Menno.
Menno: Goedemiddag. Hallo.
Jeroen: Hartstikke leuk dat je er bent. En voordat ik je zal introduceren, wil ik graag de partners van de podcast Leaders in Finance bedanken voor hun steun. Dat zijn Kayak, EY, MeDirect, en Roland Berger. Ik ben mijn partners zeer dankbaar – zonder hen geen podcast.
Dan nu over naar mijn gast. En traditiegetrouw begin ik eerst met het spellen van de naam. Dat is Menno: M-E-N-N-O. En Luiten is L-U-I-T-E-N.
Na zijn studie Banking and Finance aan de Amsterdamse Academie voor Bank & Financiën begon hij zijn carrière bij AXA, waar hij verantwoordelijk was voor sales en distributie. Daarna vervulde hij commerciële managementfuncties bij onder meer SPARCK Hypotheken, FDC, en richtte hij FranchiseLab op. In 2014 was Menno als commercieel directeur nauw betrokken bij het begin van MUNT Hypotheken waar hij als commercieel directeur bijdroeg aan de marktintroductie. Daarna gaf hij leiding aan de commerciële strategie van De Hypotheker, om zich in 2023 opnieuw aan MUNT Hypotheken te verbinden als directeur.Menno Luiten is 52 en woont samen met zijn vriendin en zijn zoon in Den Haag.
Dat ter introductie. En in de voorbereiding – dan proberen wij altijd zoveel mogelijk, ik probeer zoveel mogelijk over je te lezen en te luisteren en te kijken – kwam ik de volgende quote tegen:
“Had je mij een half jaar geleden gezegd dat ik hier, hier dus, bij MUNT hypotheken, terug zou komen, dan had ik je voor gek verklaard. Natuurlijk, het bedrijf was een oude liefde. Ik was betrokken bij de oprichting en daarom heeft Munt altijd een plaats in mijn hart gehouden.”
Maar kortom: je had het totaal niet verwacht dat je, als je terug had gekeken, dat je hier weer zou zitten. Klopt?
Menno: Ja, dat klopt. Dat klopt. Ja, doorgaans is het zo dat teruggaan naar je oude liefde nooit een goed idee is, zeggen ze wel eens. Dat is precies wat ik wél gedaan heb. En ja, zonder spijt, echt ontzettend, met ontzettend veel plezier zit ik weer op de plek hier. Inmiddels in september dit jaar alweer twee jaar, dus dat is keihard voorbijgevlogen. En ja, in de vier, vijf jaar dat ik daar niet ben geweest, heeft MUNT altijd een aparte plek in mijn hart gehouden, zeg maar. Als je zo nauw betrokken bent geweest bij de oprichting van zo’n mooi bedrijf, dan blijft dat altijd een apart plekje houden. Dus toen ik gevraagd werd, heb ik twee keer beleefd geweigerd en de derde keer heb ik toch maar ja gezegd. Zonder spijt, echt heerlijk om er weer te zijn.
Jeroen: Het is wel leuk om straks met jou MUNT Hypotheken neer te zetten aan de hand van de stakeholders, zoals ik graag doe. Maar eerst nog even – roept natuurlijk wel de vraag op: waarom ging je destijds weg en waarom wilden ze jou weer hebben?
Menno: Ja, nou, in 2013 ben ik dus betrokken geweest bij de oprichting. We waren toen met vier man, anti-kraak, vier bureaus tegen elkaar aan, oude koelkasten in de hoek met een fles champagne erin voor als het zou gaan lukken allemaal. Ja, dan ben je echt aan het ondernemen met elkaar. En in 2018, toen zat ik er inmiddels vijf jaar, waren we destijds met 25 man, 30 man. We hadden zo’n 12 miljard inmiddels in de portefeuille zitten en het was eigenlijk wel heel erg een echt bedrijf geworden inmiddels. En ik vind het leuk om te bouwen. Ik heb toen besloten om om te gaan.
Jeroen: Dan dat tweede deel, waarom dan toch terugkeren? Je bent drie keer gevraagd, twee keer beleefd geweigerd, maar waarom wilden zij jou dus terug hebben?
Menno: Nou, ik denk dat in de vijf jaar dat ik er niet was, we wat meer ook in een rustige groeifase hebben gezeten met MUNT, wat meer consolidatie. En ik denk dat we nu weer in een fase terechtkomen waarin we weer een grote stap moeten gaan zetten naar voren. Daar zagen zij voor mij een rol in weggelegd – en ja, ik ook.
Jeroen: Mooi. Wat ik al aankondigde: leuk om Munt Hypotheken beter te leren kennen. Ik denk dat de aantal kernwoorden vanuit mij in ieder geval zijn: MUNT Hypotheken zelf, DMFCO en Stater. Dat zijn wel cruciale onderwerpen die misschien terug kunnen komen in jouw antwoord. Maar eerst even starten met: wat doet MUNT Hypotheken precies?
Menno: MUNT Hypotheken is een geldverstrekker, valt onder DMFCO inderdaad. DMFCO is een asset manager, zoals dat zo mooi heet, met één assetklasse, namelijk particuliere Nederlandse woninghypotheken. En met dat platform dat het in feite is, brengen wij institutioneel geld naar consumenten die gewoon een goede hypotheek nodig hebben. En dat doen we aan de voorkant via het label, het merk MUNT Hypotheken.
Jeroen: Het is uiteindelijk een geldverstrekker, zeg je. Maar zou ik het een marktplaats kunnen noemen? Ben je een soort bemiddelaar tussen die twee groepen: degene die een hypotheek zoekt en degene die het geld aan kan bieden?
Menno: Ja, je zou het eigenlijk wel een soort marktplaats kunnen noemen. Het is inderdaad een platform, waarbij je aan de ene kant institutionele beleggers hebt. Voor een belangrijk deel zijn dat Nederlandse pensioenfondsen. Pensioenfondsen die op zoek zijn naar rendement en naar een dekking voor hun verplichtingen. En die dat onder andere in vastrentende waarden doen. Zeker in de periode dat die vastrentende waarden natuurlijk laag stonden, dat de rente laag stond, zochten ze eigenlijk naar alternatieven. En dat blijken in ieder geval nog steeds Nederlandse hypotheken bij uitstek te zijn. En aan de voorkant beleggen ze dus in het beleggingsfonds van ons. En van daaruit verstrekken wij als geldverstrekker de MUNT hypotheken.
Jeroen: En zoals ik zei, die drie groepen. Jullie zijn het label richting de consument. Dan heb je het beleggingsfonds, en dan heb je nog Stater. Want die doet de hele afhandeling van de hypotheekaanvraag – dat hebben jullie daar belegd.
Menno: Ja, dat klopt. Wij zijn vanaf aanvang bij uitstek een outsourcingbedrijf. Overigens heb je bij outsourcing een wetmatigheid, en dat is dat je nooit je primaire proces moet outsourcen. Precies wat wij doen. Dus daar zitten wij bovenop. Een belangrijk deel van de collega’s die wij in Den Haag hebben zitten, houdt zich bezig met wat ze met een chique woord third-party management noemen. En Stater is daar voor ons een hele belangrijke partij in, die inderdaad een belangrijk deel van de acceptatieprocedure voor ons uitvoert. Maar ook het beheer van de portefeuille doet. Dus vanaf het moment dat een klant bij de notaris passeert, wordt vanaf de eerstvolgende maand rente en aflossing geïncasseerd. En dat is wat Stater allemaal voor ons doet – en waar inmiddels 33 miljard aan hypotheken draait.
Jeroen: Ja, die fles champagne is de ijskast wel uitgekomen, zo te horen, waar je het eerder over had.
Menno: Ja, nee, dat is zeker zo.
Jeroen: En als je even naar de stakeholder-klanten kijkt, zou je kunnen zeggen dat je eigenlijk twee hele verschillende soorten klanten hebt. Je hebt die consumenten die hypotheken aanvragen, en je hebt aan de andere kant de institutionele beleggers die voor het geld zorgen. Dat zijn twee totaal verschillende soorten klanten, lijkt mij. Eerst even naar die institutionele beleggers. Je zei pensioenfondsen. Alleen die, of ook verzekeraars of andere partijen met grote zakken geld achter zich?
Menno: Ja, dat zijn in hoge mate pensioenfondsen. Zeker traditioneel gezien bij aanvang al zijn dat pensioenfondsen, maar ook in meerdere mate nu steeds meer verzekeraars. En inmiddels zelfs een tweetal banken die bij ons in het fonds investeren.
Jeroen: Ja, die is wel interessant hè, want banken zouden jullie ook heel goed als concurrent kunnen zien.
Menno: Ja, absoluut. Maar je ziet toch dat er overwegingen kunnen zijn voor een bank om een deel van het geld dat ze daarvoor beschikbaar hebben, te beleggen in ons fonds. Dat kan zijn omdat een bank bijvoorbeeld zegt: ik wil een exposure hebben in hypotheken, maar ik heb niet de zin of de capaciteit om daar zelf een distributiekanaal voor op te zetten. Of het zijn banken die zeggen: ik heb dat wel, maar ik heb zó veel honger in hypotheken dat ik daarnaast ook nog een deel op deze manier wil invullen.
Jeroen: Dat is wel een grappig idee. Dat je dus als consument, nou, jouw hypotheekadviseur biedt je een MUNT hypotheek aan en eentje van een van de grootbanken. En het wordt de een of de ander, en achterlangs komt het geld van dezelfde plek.
Menno: Dat zou zomaar kunnen, ja.
Jeroen: Dat is een grappig idee. En ik vroeg me af: doen jullie dat aanbieden aan de consumentenkant nou direct met je eigen label, of ook weer met tussenpersonen?
Menno: We doen het sowieso met het eigen label, MUNT Hypotheken. Alleen: MUNT Hypotheken is geen direct writer. Wij werken exclusief via het onafhankelijk intermediair. En feitelijk — je noemde net dat we twee klanten hebben — eigenlijk hebben we drie klanten. Dat is namelijk de institutionele belegger, dat is de consument, maar het onafhankelijk intermediair zien wij ook als klant. Die brengen het MUNT Hypotheken-product eigenlijk onder de aandacht bij klanten, en dat vloeit voort uit een hypotheekadvies. En die willen we ook graag aan ons binden. Dus feitelijk is dat voor ons ook een klant. Maar we distribueren, zoals dat zo mooi heet, inderdaad via het onafhankelijke intermediair. Daar geloven wij in.
Jeroen: Kunnen jullie dat dan goedkoper doen dan veel andere partijen, die originationfase?
Menno: Ja, dat doen wij goedkoper. Ik heb me weleens laten vertellen — ik heb nooit bij een bank gewerkt, dat is nog het enige wat ik in de hypotheekmarkt niet gedaan heb — maar dat banken zo’n 80 tot 90 basispunten nodig hebben om in ieder geval uit de kosten te komen. Ja, dat kunnen wij via veel lagere originatiekosten.
Jeroen: En voor de consument: kiest hij primair op prijs, als het om hypotheken gaat? Of gaat het ook om voorwaarden?
Menno: Ik weet niet of hij primair kiest op prijs. Het is natuurlijk wel zo dat — dat noemen ze een hygiënefactor — prijs gewoon belangrijk is. Dus je moet in ieder geval binnen een bepaalde marge met je prijs zitten. Maar daarnaast heb je nog een aantal P’s. De P van prijs, je hebt de P van product. Productvoorwaarden zijn natuurlijk heel erg belangrijk. Maar in hoge mate zien we ook dat de P van proces een hele belangrijke keuzeoptie is, op grond waarvan de keuze wordt gemaakt voor een aanbieder.
Jeroen: En uiteindelijk, als institutionele partij beleg je dus in dat fonds. Als het rendement meezit, dan krijg je meer. Als het rendement tegenzit, krijg je minder. Maar zit er ook nog een skin in the game voor jullie, dat er een soort basis gelegd wordt? Want in theorie gaan al die hypotheken kapot. Dat is natuurlijk niet zo, maar in theorie. Dan wordt dat in één keer doorvertaald naar dat pensioenfonds bijvoorbeeld?
Menno: Ja, wat wij doen is: we zijn dus een vermogensbeheerder. Dat betekent dat het rendement, de rente en aflossingen, één op één terugvloeien naar de geldverstrekkers. En net zoals bij een vermogensbeheerder of een asset manager, waar je als particulier in kunt beleggen, kun je aanvinken of je wilt herbeleggen. Nou, dat doen investeerders bij ons ook. Dus die kunnen aanvinken of ze het geld dat terugkomt van klanten herbelegd willen hebben of dat ze het teruggestort willen hebben. Wij brengen als vermogensbeheerder een beheervergoeding in rekening, die onafhankelijk is van de hoogte van de rente.
Jeroen: Ja, precies. Maar het is niet zo dat jullie ook nog zelf een bedrag inleggen, waar je een soort van first loss mee pakt of zo?
Menno: Nee, nee, nee.
Jeroen: Dat doen jullie niet. Helder. En je noemde net even, dat triggerde me wel, van als je als bank meer honger hebt en nog hypotheken. Volgens mij wil zo’n beetje elke belegger in de hele wereld wel een Nederlandse hypotheek hebben, toch? Of zeg ik nou iets heel raars? Enorm goede betalingsmoraal, goed onderpand. Nou, de afgelopen jaren alleen maar stijging in de assets. Dus ja, dat wil iedereen toch?
Menno: Nou ja, iedereen… Het is in ieder geval een hele veilige vorm van belegging. Ik zeg wel eens: een Nederlander vreet eerder zijn eigen schoenen op dan dat hij de hypotheek niet meer betaalt. Dat nemen wij zeer serieus hier. We zijn toch een behoorlijk calvinistisch landje. Zeker toen wij op de markt kwamen, waren de marktomstandigheden zó dat investeerders in de rij stonden. Dat is misschien wat overdreven, maar toen was dat zeer populair. Wat je nu wel ziet, is dat – omdat de rente toch wat opgelopen is – er wat alternatieve assetklassen zijn waar een investeerder ook wel interesse in kan hebben. Dan moeten we daar misschien iets harder aan trekken.
Jeroen: Maar over het algemeen, klopt het als ik zeg dat het voor jullie altijd meer effort kost om die hypotheken te verstrekken dan om ze gefund te krijgen?
Menno: Nou ja, dat ligt er maar aan op welk moment je het me vraagt.
Jeroen: Vandaag?
Menno: Vandaag… Nou ja, wat ik zeg: er is een enorme behoefte aan hypotheken op dit moment. We hebben afgelopen week weer ruim 2.500 aanvragen in de markt, melden Hypotheek Data Netwerk (HDN). Die geven iedere week keurig aan hoeveel hypotheken er zijn. HDN, een beetje de ProRail van de hypotheekmarkt noem ik ze wel eens. Dus die kunnen precies zien hoeveel er over het lijntje gaat. Ja, dat zijn gigantische hoeveelheden. Normaal gesproken zie je in juli en augustus een beetje een zomerdip. Vorig jaar zagen we eigenlijk een zomerbobbel. We zitten nu halverwege juli en ik zie nog steeds de dip ook niet. Terwijl afgelopen week in het zuiden al de vakantie begonnen is, en deze week in het noorden. Dus de behoefte aan hypotheken is groot – dat is wat ik wil zeggen. En je ziet dat wij in ieder geval nog voldoende funding kunnen aantrekken. Maar doordat de rente iets hoger staat – die staat niet meer op 1,5% zoals een paar jaar geleden – zie je dat er ook wel alternatieve assetklassen zijn waarin institutionele beleggers prima kunnen beleggen. Dus dat is de situatie als je het me vandaag vraagt.
Jeroen: We hebben ook internationale partijen die erin beleggen, neem ik aan?
Menno: Ja. Dus niet alleen Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars, ook hele andere.
Menno: Het grootste deel komt wel uit Nederland. Dat is ook hoe we gestart zijn. Maar we zien ook wel steeds meer interesse vanuit Europa, in ieder geval.
Jeroen: Stakeholdertoezicht. Je haalde al even het beleggingsfonds aan. Kan je nog even langslopen waar jullie onder toezicht vallen en waar juist niet?
Menno: Wij vallen onder toezicht van de AFM. En wij vallen niet onder toezicht van de ECB of De Nederlandsche Bank. En dat komt omdat wij geen bank zijn — thank God. Dus we hebben geen bankvergunning. We zijn echt een vermogensbeheerder. Het cruciale verschil is natuurlijk dat een bank verstrekt vanaf de eigen balans. Die trekt geld aan via spaargeld. Dat is het traditionele bankaire model. En legt daar een marge op en leent het vervolgens uit. En die marge, daar leeft een bank van. En dat doen wij niet. Wij hebben natuurlijk een fundamenteel ander model. Een model, een platform met een beleggingsfonds, wat veel meer lean en mean is. En waarbij je veel sneller en lichter op de voeten bent. En het tegen veel lagere originatiekosten kan doen.
Voice-over: Dit is Leaders in Finance met Jeroen Broekema.
Jeroen: Is het ook wel eens overwogen om niet-institutionele partijen toe te laten? Vermogende particulieren of zelfs particulieren met een kleine beurs die een stukje kunnen pakken?
Menno: Dat hebben wij nooit overwogen. Ik ben wel, in de paar jaar dat ik weg ben geweest, een jaartje lang AI-commercieel directeur geweest van een kleine geldverstrekker die een deel van zijn hypotheken verstrekte via crowdfunding. Dus ik heb gezien hoe dat concept in de praktijk werkt. Het punt hier is: als jij en ik ieder duizend euro in een hypotheek beleggen, hoe hard schiet dat op? Tienduizend euro van mij apart. Je hebt echt serieus veel cash nodig.
Jeroen: Is het mogelijk dat je ook vanaf een ton of zo — ik weet niet hoeveel het bij hen precies is — dat je misschien mee kan doen? Ik weet het niet.
Menno: Ja, natuurlijk zou dat kunnen. En dat gebeurt in de praktijk ook. Alleen, de hoeveelheden waar wij mee werken vragen om grotere bedragen.
Jeroen: Helder. Welke stakeholders? We hebben de Stater gehad, dat is natuurlijk een belangrijke stakeholder voor jullie. Toezicht is een belangrijke stakeholder. Beide klantengroepen hebben we bepaald. Dan is er ook nog de stakeholder concurrentie. Je zegt “thank God dat we geen bank zijn” — is dat vanwege de concurrentie of om alle regulering die erbij komt?
Menno: Wij geloven gewoon niet in het bancaire model. Zeker niet in het bancaire model voor het verstrekken van hypotheken. Het is te duur. Je ziet dat je eigenlijk, als je het winstgevend wil maken, toch een spaarder te weinig moet betalen — daar hebben de kranten behoorlijk vol van gestaan. Of je moet de hypotheeknemer te veel rekenen. Of je moet op een andere manier proberen een match te maken. Daarnaast zie je dat spaargeld kort geld is. Een hypotheek is in de basis lang geld. Dus je moet daar iets mee rommelen om dat aan elkaar te kunnen koppelen. En dat dat rommelen gevolgen kan hebben, zie je als je naar de kredietcrisis kijkt. Hoe vaak moet je het verpakken en opknippen en er dingen mee uithalen om het daarvoor geschikt te maken. Het model dat wij hebben is veel transparanter en goedkoper dan het bancaire model.
Jeroen: Is het niet zo dat banken dat ook deels verdienen omdat ze de hypotheek als ankerproduct gebruiken, en dan allerlei andere producten daarbij kunnen verkopen? In een soort cross-sell-situatie. Want jullie doen er geen andere producten bij. Je kan bij jullie niet ook een ORV afsluiten.
Menno: Alleen hypotheken.
Jeroen: Is dat niet ook waardoor ze het nog rendabeler kunnen maken? Omdat ze ook zeggen: als je bij ons een hypotheek neemt, moet je ook je betalingsverkeer bij ons onderbrengen.
Menno: De marge die tussen spaargeld en hypotheekgeld wordt gemaakt, is al zodanig hoog dat ze daar prima van kunnen rondkomen. Diverse banken verdienen een paar miljard per kwartaal. We hebben wel eens op de achterkant van een sigarendoosje een rekensommetje gemaakt, en dan blijkt dat als er een reële spaarrente betaald zou worden, banken in principe geen winst meer zouden maken.
Jeroen: Wat vind je daarvan?
Menno: Nou ja, het is een businessmodel. Ik ben wat dat betreft liberaal genoeg om in een kapitalistisch model te geloven. Dus ik vind: als je ergens marge kunt maken, dan is dat natuurlijk prima. En als consument bepaal je ook zelf of je daarin meegaat of niet. Ik denk alleen wel dat je consumenten goed moet voorlichten. Dus: wat is het gevolg als je een hypotheek bij een bank afsluit? Ook overigens als je bij een bank naar binnen stapt: dat je daar dus geen onafhankelijk advies krijgt, maar gebonden advies. Ik zeg weleens: als je bij een Volkswagen-dealer naar binnen loopt, dan ga je niet met een Renault de deur uit. Dat klinkt heel voor de hand liggend, en je zou zeggen: iedere consument snapt dat wel. Alleen wat precies de consequentie daarvan is — nou, het is denk ik wel goed dat ze dat snappen.
Jeroen: Als je naar jou luistert, zou je ook kunnen zeggen: nou ja, jullie zijn ongelooflijk hard gegroeid. Tientallen miljarden. 33 miljard hebben jullie nu al gedaan. Dan zou het eigenlijk nog veel groter kunnen zijn. Want die hypotheekmarkt is gigantisch. Dus hoe komt het dan dat, als je dit verhaal aanhoort, je niet misschien al 100 of 200 miljard doet? Als je het goedkoper kan, sneller kan, makkelijker kan — en de match van gelden match je beter. Want je hebt kortlopend, langlopend… Nou, hier is lang echt lang.
Menno: Ja, nou, dat is een hele goede vraag. Ik denk uiteindelijk dat wij niet de marketingeuro’s in de marketingmachine hebben zoals de gemiddelde banken die hebben. En ik kijk dan met name even naar de drie grote banken, overigens. Ja, daar gaat zóveel geld in om, en daar werken zóveel mensen bij een bank, en daar kunnen zóveel euro’s besteed worden aan reclame en marketing. Je ziet: iedereen in Nederland heeft natuurlijk een rekening — waarschijnlijk bij een van de drie grote banken. De meesten in ieder geval wel. We hebben allemaal een bankapp. Ik heb me wel eens laten vertellen dat we daar gemiddeld 2,6 keer per dag op kijken. Daar word je iedere dag natuurlijk verleid om allerlei producten af te sluiten: van schadeverzekeringen tot reisverzekeringen tot hypotheken. Ja, dat is natuurlijk een marketingmachine. Daar kunnen wij niet tegenop.
Jeroen: Nou ja, toch aardig goed blijkbaar. Maar dan niet in die grootte. Maar jullie blijven doorgroeien. Hebben jullie jaar-op-jaar groei gehad, altijd?
Menno: Ja, we hebben jaar-op-jaar groei gehad. En we hebben, toen ik terugkwam in 2023, een nieuwe stip op de horizon gezet: dat we in 2033 80 miljard in portefeuille willen hebben. Een beetje populair vertaald: de totale hypotheekberg in Nederland wordt gesteld op zo’n 800 miljard aan hypotheken – wat we met elkaar hebben.
Jeroen: 10%.
Menno: Dus dat heb je heel snel uitgerekend. Heel goed.
Jeroen: Ongelooflijk hè.
Menno: Dus één op de tien hypotheken moet een Munthypotheek worden. Dat is onze Big Hairy Audacious Goal voor 2033.
Jeroen: Je brengt hem zelfs naar buiten. Je kan niet meer terug. Nee, nou moet je het maar gaan waarmaken. Wat is je grootste uitdaging daarin? Wat is het moeilijkste voor je om dat te behalen?
Menno: Er zijn een aantal uitdagingen die we daarin hebben. Eén: je zal de funding erbij moeten vinden. De euro die je niet binnenhaalt, daarmee kun je ook geen hypotheek verstrekken. Dus we zullen op een slimme manier institutioneel geld moeten blijven aantrekken – zowel in Nederland als daarbuiten. In ieder geval geloven we sterk in onafhankelijk advies, dus we willen dat ook via het onafhankelijke intermediair blijven doen. Wat ik daar voor me zie, is dat daar wel een behoorlijke vergrijzing aan de gang is. Dat zag ik overigens ook al toen ik vier jaar directie voerde bij De Hypotheker: dat je ziet dat veel adviseurs nu, over een jaar of vijf, toch een beetje aan hun pensioen denken en de tent verkopen. Ik zie nog vrij weinig jonge mensen, jonge professionals van de universiteit of hogeschool, voor het vak van hypotheekadviseur kiezen. Als je daar wel je ziel en zaligheid aan gegeven hebt, dan is dat ook wel een punt dat we goed in de gaten moeten houden.
Jeroen: Snap ik. Want je blijft principieel in dit plan zitten bij onafhankelijk advies. Je zou niet zelf direct gaan verstrekken zoals banken dat ook doen?
Menno: Nee, dat zit niet in de planning. Ik zou geen reden kunnen bedenken waarom we dat zouden willen doen.
Jeroen: En aan de fundingkant – het is geen vraag, maar meer een opmerking – het zou mij niet verbazen dat, als je weer over een bepaalde grootte heen bent, het makkelijker wordt om funding aan te trekken. Omdat je dan weer in het bakje valt van hele grote beleggers die misschien zeggen: “Ik begin pas bij één of twee miljard,” terwijl je nu misschien ook een keer een half miljard aantrekt. Dat het daarin misschien ook wel makkelijker wordt, als je zoveel aan te bieden hebt.
Menno: Ja, dat zou je wel zeggen. Ik denk dat we dat op dit moment ook al zien, overigens. Concreet zie je dat toen wij in 2014 echt live gingen, er in de twee jaar daarna ook behoorlijk wat andere regiepartijen – zoals we ook wel genoemd worden – zijn gestart. Waarvan er nu ook alweer een boel zijn gestopt, of in ieder geval behoorlijk minder doen. En wat ik daarmee wil zeggen: iedere euro funding die wij aantrekken in het volgende jaar, kan niet meer via die andere kanalen worden weggezet. Dus eigenlijk wat je daar stelt, dat zien we nu al ontstaan.
Jeroen: Laatste stakeholder-vraag van mijn kant, en dat is het eigenaarschap. Van wie is het bedrijf?
Menno: Het bedrijf is in handen van Hall Investments en in handen van een van de oprichters. En die zit daar nog steeds in. Dat vind ik ook wel ontzettend stoer, eigenlijk. Wij zijn niet van een groot private equity fonds, een bank, een verzekeraar of wat dan ook. Dus we zijn in die zin ook echt onafhankelijk. We kunnen ook echt onafhankelijk onze beslissingen nemen.
Jeroen: Welke oprichter is dat? Want er waren meerdere oprichters toch? Of mag dat niet bekend worden gemaakt?
Menno: Nee hoor, de twee oprichters staan in de markt bekend als de Jeroenen. Dat zijn Jeroen Looman en Jeroen van Hesse. En op dit moment is Jeroen van Hesse nog aan boord.
Jeroen: En jij bent dus niet ook een beetje ondernemer binnen het geheel?
Menno: Nee, helaas niet.
Jeroen: Maar je was er wel bij, want het is een mooi bruggetje naar de oprichtingsfase. Je zei eerder in dit gesprek dat we al met vier man waren of zo. Hoe was dat? Kan je ons terugnemen naar toen je daar begon? Antikraak, zei je, maar kan je nog wat meer sfeer schetsen?
Menno: Ja, dat was gewoon een jongensboek. Dat kan ik niet anders zeggen. Wij zaten in het voormalig pand van Economische Zaken aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag. Dat was een soort spookhuis, waar je de wind door de gangen hoorde loeien en de deuren hoorde klapperen – letterlijk. Als wij daar gasten op bezoek kregen, dan zeiden we altijd even over de balustrade heen: kom maar met de trap, want de lift doet het wel, maar het kan zomaar zijn dat die halverwege blijft hangen. In de winter hadden we van die straalkacheltjes die je zo in het stopcontact moest steken. Er zat echt rijp op je neus, zo koud was het. En ja, daar zijn we dus wat dat betreft echt begonnen. We hebben een paar keer elkaar aangekeken: laten we de cv’s maar even bijwerken, want dit gaat hem gewoon niet meer worden. Tot het moment dat het dat wél was. Dat was het moment dat PME en PMT met 1,8 miljard euro aan funding doorkwamen.
Jeroen: En toen moest je het wegzetten?
Menno: Ja, en toen moesten we het wegzetten. We kwamen op dat moment ook echt wel op een heel goed moment in de markt. Los van het feit dat we echt een mooie tent hadden neergezet, waren de omstandigheden ook wel heel erg goed. In 2013 dwarrelde het stof van de bom van de kredietcrisis nog een beetje neer, zo zag ik dat toch een beetje voor me. Dus je zag dat de drie grote banken eigenlijk toch een oligopolie hadden toen. Er werden ruime marges gemaakt, dus de prijzen waren echt te hoog. En er werd behoorlijk aan cherrypicking gedaan op dat moment. Je hoorde adviseurs ook echt klagen: ik stuur echt goede zaken in, maar ze worden om onduidelijke redenen afgezegd of niet geaccepteerd, afgewezen. Dus wij kwamen toen op de markt met een hypotheekproduct tegen een faire prijs, maar wel met een aantal productvoorwaarden die op dat moment echt niet mainstream waren. Wat wij deden bij ons: je kon met eigen geld onbeperkt aflossen, zonder kosten, zonder boete. We gingen gelijk automatisch je rente verlagen als je ging aflossen. Een andere bank heeft dat dit jaar pas gedaan – elf jaar nadat wij dat introduceerden. We introduceerden dagrente, waarbij je rente meedaalt tot aan het moment van passeren, tussen je offerte en het moment van passeren. En dat hebben we investeerders ook echt moeten uitleggen, want dat kost een investeerder geld. Want daar gaan alle rentebetalingen heen. Dus alle kortingen komen uit de zak van de investeerder. Maar we hebben ze uitgelegd dat dat voor de consument goed is, en dat we op deze manier echt in de markt wilden komen. En dat hebben we zo gedaan. En dat is toen een vliegende start geweest.
Jeroen: Was er een belangrijke ondernemersles die je geleerd hebt in die eerste fase? Want er ging natuurlijk ook van alles mis. Ik kan me voorstellen dat toen PMT aan boord kwam dat een groot moment was – want als er één binnen is, dan volgen er meestal wel meer. Maar wat is nou echt nog een les uit die begintijd?
Menno: Volgens mij heb ik wel twee lessen geleerd. Enerzijds, toen wij begonnen, waren we met z’n vieren. En dan neem je allemaal de telefoon op, je geeft de planten water en je doet de deur open. Dus ik was toen ook echt actief betrokken bij het pitchen op pensioenfondsen. En wat wij daar denk ik toen echt deden, was: wij zijn zo flexibel, je kan bij ons alles. En we zijn er later achter gekomen – en dat is denk ik een mooie les geweest – dat ook pensioenfondsen graag hebben: wij hebben verstand van hypotheken, wij zijn de experts. En die wilden graag van ons gewoon horen hoe het moest. Dus je kan een klant aan die kant ook te veel mogelijkheden en flexibiliteit geven. Soms vraagt een klant ook gewoon: maak jij voor mij maar de keuze. Jullie hebben er verstand van, zeg maar in welke rentevaste periodes we het beste kunnen beleggen. Dus dat vind ik wel een mooie les.
Wat we denk ik daar ook wel geleerd hebben, is dat – als je kijkt naar het stuk uitbesteding dat we toen gedaan hebben – je alles tien keer moet controleren. Wij zijn op de markt gekomen op 14 september 2014, en de eerste paar maanden ging het zo hard, het liep echt over de putten heen. Dus we hebben toen echt even de operatie moeten stopzetten. We zijn op 1 januari 2015 eigenlijk, als je terugkijkt, weer opnieuw begonnen. Omdat we een aantal zaken voor waar hebben aangenomen, of omdat iemand zei: dat zit wel goed. Je moet alles, alles controleren.
Jeroen: Je blijft eindverantwoordelijk?
Menno: Ja, absoluut. Ook al besteed je zaken uit – jij blijft inderdaad degene die verantwoordelijk is.
Jeroen: Zeer ondernemend bezig nog steeds. Maar toen natuurlijk helemaal vanuit het niets dit opgebouwd. Je komt zelf uit een ondernemersgezin, las ik. Wat deden je ouders, wat voor bedrijf hadden ze?
Menno: Mijn ouders hebben samen een restaurant gehad in Kijkduin. Mijn vader stond in de keuken. Mijn moeder liep in de bediening. Met ook nog veel meer ander personeel. Ik kom uit een middenstandsgezin. Er kan maar wat dingen bij als ‘ziek zijn is een keuze’ en dergelijke. Gewoon hard werken. De zaak moet open. The show must go on. Ook al voel je je een dag niet goed, dan zet je toch je lach op. Want klanten moeten daar geen last van hebben.
Jeroen: Wat voor soort restaurant? Bestaat het nog trouwens?
Menno: Nee. Het bestaat niet meer. Het was een petit restaurant. Eigenlijk een beetje een van-alles-en-nog-wat-kaartje. Van ontbijt tot aan lunch. Veel toeristen. Veel mensen uit het Westland ook. Kijkduin ligt aan de Westlandkant van Den Haag. Er waren ook behoorlijk veel Westlanders die gericht naar Kijkduin kwamen om bij mijn ouders een hapje te eten. Lekker een Hollands gerecht in de winter. Stamppotten en schnitzeltjes met friet. Dat werkt. Het liep hartstikke goed.
Jeroen: Jouw ouders zijn begonnen met het restaurant?
Menno: Nee, ze hebben het ooit een keer overgenomen.
Jeroen: Hoe lang hebben ze het gehad?
Menno: Ze hebben het zeker vijftien jaar gehad.
Jeroen: Verder ook ondernemende dingen? Of verder in loondienst geweest?
Menno: Mijn vader heeft daarvoor een vleeswarenfabriek gehad met zijn broer. Mijn opa was slager. Hij heeft samen met zijn broer die slagerij overgenomen en omgebouwd naar een vleeswarenfabriek. Mijn oom en mijn vader zijn de schuldigen dat wij nu nog bakjes filet americain in de supermarkt kunnen kopen. Er zijn ook andere fabrikanten die dat maken, maar ik kan wel zeggen dat zij dit in Nederland hebben geïntroduceerd. Die oranje filet americain.
Jeroen: Jij werkte veel mee in het restaurant, als kind al? Vanaf welke leeftijd?
Menno: Toen ik vijftien was, ben ik in de spoelkeuken begonnen. Onderaan beginnen natuurlijk. En toen vanuit de spoelkeuken de keuken in. Ik heb daar achteraf ook wel eens op teruggekeken. Ook meermaals gevraagd: wil je in de bediening lopen? Want je zou zeggen: dat is de voorkant, dat is de commercie. En ik vond het eigenlijk heerlijk om achter de schermen met de kok samen in de keuken te werken. Dan ga je van de spoelkeuken en mag je saladetjes maken. Dan mag je een beetje patatjes bakken. En op een gegeven moment kan je eigenlijk de hele kaart koken. Dat vond ik heerlijk.
Jeroen: Maar nooit gedacht: ik ga dit restaurant overnemen. Blijkt uit alle voorbereiding, overal staat: één ding wist je zeker. Dat stond letterlijk. “Ik wist vanaf dag 1 dat ik dat niet wilde.” Dat klopt. Waar zat hem dat in dan?
Menno: Nou, laat ik het zo zeggen: het is misschien niet eens zozeer dat ik wist dat ik dat niet wilde. Maar ik wist heel goed wat ik wél wilde. En ik wilde heel graag de financiële wereld in. En dat komt omdat tijdens mijn middelbare schooltijd de vader van een goede vriend van mij – dat is nog steeds een hele goede vriend van mij overigens – die had een assurantiekantoor. Zij woonden boven dat assurantiekantoor. Dus ik was daar vaak. En dan moesten we altijd door dat assurantiekantoor heen, via de trap naar boven. En op de een of andere manier heeft me dat enorm gegrepen. Dat deed hij samen met een compagnon. Het was daar gezellig. Het was leuk. Er werden daar duidelijk centjes verdiend ook. En ik vond dat geweldig. Ik vond dat echt geweldig. Dus toen was ik 15, 16. En toen heb ik ook echt mijn vakkenpakket gekozen en heel bewust voor de Amsterdamse Academie gekozen. Ook met het idee: ik wil ook assurantie.
Jeroen: Dus echt daardoor, door de ouders van die vriend. Dat is wel echt de trigger geweest. Een soort voorbeeldfunctie bijna gehad.
Menno: Ja, absoluut. Op de Amsterdamse Academie waren ook mijn meeste studiegenoten, jaargenoten, die wilden allemaal management traineeships bij ABN AMRO aan. Ik heb daar ook Marcel ontmoet, die nu CEO is – Marcel Zuidam. Die nu bij Triodos CEO is. Die wilde heel erg graag bankier worden. En ik heb dat dus nooit gehad. Ik was daar echt bezig met een missie om assurantie-tussenpersoon te worden.
Voice-over: Je luistert naar Leaders in Finance met Jeroen Broekema.
Jeroen: Ik ben nog even nieuwsgierig naar je jeugd. Want die onderneming, dat restaurant – hoe heet het trouwens?
Menno: Panda.
Jeroen: Panda was een heel belangrijk onderdeel natuurlijk. Want jullie woonden daar vlakbij ook?
Menno: Ja, wij woonden daar vlakbij. Ik werkte daar iedere zondag in de keuken. Dus dat was: iedere zondag om 9 uur ging de tent open. Dus op zaterdag gingen we ook eigenlijk nooit naar verjaardagen toe. En als we daar naartoe gingen, altijd vroeg naar huis. Want om 9 uur moest de tent open. En dan kwamen de eerste ontbijters. Die stonden bijna al te wachten voor de deuren dan.
Jeroen: Klopt het als ik zeg dat Panda, het restaurant, echt wel was waar het hele gezin constant om draaide? Of was er ook nog wel een leven buiten het restaurant? Want het restaurant was altijd open. Er is altijd iets aan de hand natuurlijk. Veel personeel…
Menno: Ja, ja, ja. En issues met personeel. En op feestdagen werk je juist. Ja, zon- en feestdagen heb je niet. En het draaide wel heel erg om het restaurant.
Jeroen: Heb je broers, zussen?
Menno: Ik heb één broer, ja.
Jeroen: Werkte – hetzelfde verhaal – werkte ook hard mee?
Menno: Die werkte dan af en toe in de bediening. Maar ik was echt: iedere zondag stond ik in de keuken, ja.
Jeroen: En verder, los van het restaurant, andere belangrijke dingen die we moeten weten om jou beter te leren kennen als mens, uit jouw jeugd?
Menno: Nou ja, ik denk dat ik met name in die periode wat introverter was dan dat ik nu ben. Dat ik het daarom ook wel prettig vond om in de keuken te staan en niet in de bediening aan de voorkant. Ik besteedde veel tijd aan mijn school. Ik was geen kind dat achter z’n vodden aangezeten hoefde te worden. Ik weet dat mijn moeder nog weleens zei: “Heb je dat of dat voorbereid?” En toen heb ik haar ook een keer gezegd: “Dat moet je me gewoon niet meer vragen. Als mijn tas beneden in de gang staat bij de garderobe, dan ben ik klaar. Als die daar niet staat, ben ik nog niet klaar. En je moet me dat soort dingen maar beter niet meer vragen.” En ik was een heel zoet jongetje, denk ik, vroeger. En nou ja, dat typeerde mij toen wel.
Jeroen: En spanning in het gezin? Omdat zo’n zaak gaat goed, gaat slecht. Je bent er non-stop mee bezig. Je ouders praten natuurlijk alleen maar over die zaak, gok ik.
Menno: Ja. Nou, mijn vader was eigenlijk altijd daar. En daarvoor was hij ook eigenlijk altijd in de zaak met z’n broer. Ik zeg weleens dat mijn vader zijn hele leven naar witte tegeltjes heeft staan kijken. En ja, dat is wat hij gedaan heeft. Hij is van huis uit ook banketbakker. Altijd met eten voor anderen bezig geweest. Dus dat vind ik wel mooi. Dus ik was veel met mijn moeder. Mijn moeder liep ook weleens in de bediening, maar was ook veel thuis en zorgde voor mijn broer en mij. En mijn vader was eigenlijk altijd aan het werk. Dus in die zin heeft dat ook wel een stempel gedrukt, tuurlijk.
Jeroen: Ja, dat kan ik me voorstellen. En hoe kwam je dan… Je hebt verteld hoe je inspiratie kwam om in de verzekeringen te gaan werken. Je hebt ook vaker in interviews en op andere plekken een Duitse quote aangehaald. Ik kan het toch niet laten om die hier ook even te noemen: Wenn nichts hat gelungen, geht man in Versicherungen. Dat vond ik wel een bijzondere uitspraak om vervolgens in verzekeringen te gaan werken.
Menno: Ja, over het algemeen… Ik heb er nogal bewust voor gekozen. Maar waar ik achterkwam, is dat heel veel mensen die in de financiële sector werken niet bewust bij aanvang daarvoor gekozen hebben. Veel ook wel natuurlijk, maar veel hebben… Landbouwuniversiteit Wageningen, bij wijze van spreken. De hotelschool. Die hebben van alles gedaan en zijn vervolgens in dat vak gerold. En dat viel mij op. Of hebben rechten gestudeerd.
Jeroen: Ik kan het beamen, want ik heb natuurlijk het voorrecht gehad om 184 mensen te interviewen voor jou. En er zijn er denk ik letterlijk één of twee die echt dat besloten hebben. Nu sluit jij je daarbij aan, dus met andere woorden: 181 niet. Dus dat is wel opvallend. Jij dacht echt: dit ga ik doen. Ja, dit wilde ik doen. En viel het mee of tegen in eerste instantie?
Menno: Nee, het viel heel erg mee. Ik vond het ontzettend leuk. Uiteindelijk is het wel een klein beetje anders gelopen natuurlijk. Maar ik heb ook mijn eerste baan gekozen met het idee, met mijn grote missie, om onafhankelijk tussenpersoon te worden. Maar nee, dat viel zeker niet tegen. En ik ben die 30 jaar dit jaar op de kop af — september — 30 jaar actief. En eigenlijk 30 jaar, met wat tussenpauze hier en daar, met het onafhankelijk intermediair in de weer, laat ik het zo zeggen. En ik vind het nog iedere dag even leuk.
Jeroen: Wat waren nou echt belangrijke dingen die je moest leren in die eerste banen? Wat is nou echt iets waarvan je zegt: ja, weet je, daar lach ik nu eigenlijk wel een beetje om, maar dat zat er toen echt nog niet bij mij in?
Menno: Nou ja, ik denk dat ik in het begin me nog te veel heb laten leiden door wat anderen vonden. Vooral. En wat anderen van me verwachtten. En dat doe je misschien ook als je jong bent, maar ik was daar wel gevoelig voor. Dus als iemand mij zei dat ik iets heel goed deed, dan ging ik daar wel lekker op. En als iemand zei: dat doe je eigenlijk niet zo goed, dan kon dat echt wel mijn dag verpesten. Ik was wel erg, erg bezig met wat anderen vonden. Ja, dat typeerde mij toen ook wel.
Jeroen: En op welke leeftijd ging je voor het eerst leidinggeven?
Menno: Toen was ik dertig. Hoe ging dat? Ja, dat vond ik spannend, maar wel heel erg leuk ook. In mijn geval, ik was toen accountmanager en ik ging leidinggeven aan datzelfde team. Dus dan doe je eigenlijk twee stappen naar voren en dan draai je je om. En dan sta je in één keer met twee stappen in plaats van daartussen, sta je ervoor. En dan ga je wat lessen leren, zoals: je bent dan niet meer one of the guys, maar je bent de baas. En er wordt achter je rug om bij het koffieapparaat—dan gaan de verhalen ineens over jou, hoor je dan via via. En dat moet je dan wel even leren. En dat is ook helemaal niet erg, want dat hoort er gewoon bij. Maar daar heb ik wel even aan moeten wennen toen.
Jeroen: In een ander interview zei je ook iets in de trant van: “Ik verdiende echt belachelijk veel geld als jong pikkie.” Was dat belangrijk voor je? Is geld verdienen belangrijk voor je?
Menno: Toen was het zeker belangrijk voor mij als jong pikkie. Dat is natuurlijk echt wel een lekkere Haagse uitspraak.
Jeroen: Ja, daar moest ik wel even om lachen.
Menno: Ja, heel goed. Kijk, ik was 22 toen ik bij, wat toen Equity & Law heette, nog de buitendienst inging. En ik had gelijk een Volkswagen Golf 2-liter TDI onder de bibs en een Nokia 2110. En ik was ook helemaal het mannetje in mijn pak. En ik verdiende ook gelijk best een hoop geld. En dat vond ik ook reuze terecht dat ik dat verdiende op dat moment. Terwijl, terugkijkend, dat natuurlijk gewoon belachelijk was. Dus dat is het eigenlijk meer. Ik kan daar nu wel heel erg de betrekkelijkheid van inzien. Maar ja, toen vond ik dat toch wel heel erg terecht.
Jeroen: Heb je dat nu niet ook met jongeren? Medewerkers die bij jou beginnen of die je om je heen ziet? Dat je denkt: hallo, hoeft niet meteen dit allemaal. Misschien niet meer een Nokia, weet ik veel…
Menno: Ja, waarvan ik dacht dat het een heel klein telefoontje was. Ik heb hem trouwens nog steeds. Dat is echt een serieus groot apparaat. Maar ja, als ik nu terugkijk—maar dan ben ik natuurlijk een beetje een oude man van 52—dan denk ik: god, er zijn meer dingen in het leven dan alleen geld verdienen. Maar dat komt misschien ook wel omdat ik het al 30 jaar lang zelf best aardig aan het doen ben. Dus dan heb ik ook makkelijk praten. Dus ik snap nog steeds wel dat als je jong bent, dat dat wel een drijfveer is. En overigens vind ik dat ook wel gezond. Dat als je jong bent en je staat aan het begin van de carrièreladder, dat je gewoon uren maakt, de mouwen oprolt en je lekker het snot voor de ogen werkt. En groeit ook—niet alleen financieel, maar ook professioneel en als mens. Ik zie eerder het tegenovergestelde nog wel eens gebeuren. Dat mensen van die leeftijd al met work-life balance bezig zijn. En het liefst drie in plaats van vier dagen werken. En dat is ook van nu. Dan ben ik ook weer die oude man van 52. Maar ik heb zoiets van: joh, volgens mij moet je op die leeftijd lekker knallen.
Jeroen: Dat is overigens—ik haalde net die 184 aan, laat ik het nog één keer aanhalen. Dat zegt iedereen. Die beginfase van je loopbaan hebben ze allemaal nu nog steeds vaak.
Maar ze benadrukken altijd dat die beginfase enorm veel uren erin stoppen was. Die 10.000-urenregel van Malcolm Gladwell, of die nou waar is of niet, maar hij lijkt heel erg waar te zijn in de zin van: het kan bijna niet zonder dat. Want anders zeggen niet 184 mensen dat.
Menno: Dat geldt voor jou ook.
Jeroen: Misschien wel meer uren dan nu nog.
Menno: Ik herken dat heel erg. Maar je hebt ook de energie. Je kan ook gewoon—dat zijn nog de jaren dat je een nachtje door kan gaan en de volgende dag gewoon kan werken. Dat moet ik nu echt niet meer proberen. Daarom doe ik dat ook niet meer. Maar je hebt ook de energie en de drive. Niet dat ik nu geen energie en drive heb. Ik voel me echt in de prime van mijn carrière op dit moment. Maar op een andere manier dan toen ik 22, 23 was.
Jeroen: Had je toch een soort bewijsdrang? Omdat je dacht: ik kom uit die horecahoek, maar ik ga het hier in de financiële sector maken?
Menno: Enorm. Ja, enorm. Dat was misschien nog meer dan de financiële kant. De geldingsdrang zat er wel heel stevig in. Ik heb een hbo gedaan. In mijn startjaar bij Equity & Law—waar eigenlijk mijn medestarters allemaal een academische studie hadden—wilde ik vooral heel erg laten zien dat je met een hbo-opleiding ook gewoon succesvol kon zijn daar. Dus ik wilde dat echt laten zien.
Jeroen: Heb je nog eens overwogen om alsnog die universitaire studie erbij te doen? Gewoon om te laten zien dat je het kon?
Menno: Ik heb niet een volledige universitaire studie gedaan. Ik heb wel een master Financial Planning gedaan, MBA aan de UvA. Ja, dat was twee jaar lang. Iedere dinsdagavond was dat in de collegebanken.
Jeroen: Wat ik je ook graag wilde vragen is: je komt uit een ondernemersgezin. Je hebt ook ondernemingen opgezet, je bent ook in loondienst. Hoe zit dat precies? Wilde je op een bepaald moment eigenlijk toch ook een eigen bedrijf? Of misschien heb je dat nog steeds? Je hebt het tussendoor gedaan.
Menno: Hoe kan je daar iets meer over delen? Ik heb natuurlijk van huis uit gezien dat mijn vader nog nooit voor een baas gewerkt heeft. Wat ondernemerschap is en doet, en de vrijheid die dat geeft. Dus dat is wat ik heel graag wilde. Ik dacht het zeker ook te weten toen ik via die vader van die vriend van mij, waar ik over vertelde, bij Equity & Law startte in de buitendienst. Juist om bij een onafhankelijk intermediair in de keuken te kunnen kijken. Om te zien hoe het daar gaat, en het trucje af te kunnen kijken: wat werkt wel, wat werkt niet? Dan ga je ineens centjes verdienen. Ik ging carrière maken. Je gaat een huis kopen. Je ontmoet de liefde van je leven. Er komt een kindje. Op een gegeven moment gaat dat ondernemersverhaal wat naar de achtergrond.
Tot het moment dat ik in 2010 zelf ook wel de kans had om het alsnog te gaan doen, samen met een compagnon. En dat heb ik toen ook gedaan. Dat heb ik vier jaar lang gedaan. Heel veel geleerd. Dat bleek nog behoorlijk in de crisis te zijn, bleek achteraf. Dus ik heb het wel gedaan.
Jeroen: In welke hoek zat dat?
Menno: Franchise consultancy. Dus ik heb behoorlijk wat ervaring opgedaan in de franchisehoek. Ook omdat bijvoorbeeld een Hypotheker en andere franchiseformules in de hypotheekwereld altijd wel klanten van mij zijn geweest. Zowel bij AXA als bij andere partijen. FDC, die je noemde, is ook een franchiseformule. Toen zijn we samen met een compagnon een franchiseconsultancybedrijf begonnen. Later bleek dat het toch nog behoorlijk crisis was. Een van de diensten die we daar hadden was recruitment van franchisenemers. Veel voor SNS Bank franchise gerekruteerd. Dus dat liep op zich best goed. Maar toen dacht ik: nou ben ik aan het recruiten. Ik ben helemaal geen recruiter. Daarvoor ben ik niet op aarde. Dus ik heb toen mijn aandelen verkocht aan mijn compagnon en ben uitgestapt.
Jeroen: Dat Finance Lab is nog iets anders?
Menno: Finance Lab is iets anders. Omdat wij toch veel recruitment deden, hebben we ook nog een recruitmentbedrijfje ernaast opgezet om gewoon voor loondienst te recruiten. Dat hebben we Finance Lab genoemd.
Jeroen: Hoe kwam je uiteindelijk bij MUNT dan terecht?
Menno: De SPARCK die jij net noemde. SPARCK Hypotheken. Dat was een kleine geldverstrekker waar ik na AXA aan boord kwam. Ik was daar Head of Sales. Ik heb daar de commercie opgezet. En Jeroen Loonman, waar we het net even over hadden, was daar partner. Toen in 2008 de kredietcrisis uitbrak, hebben we dat daar moeten staken. En als je dan doorspoelt: toen ik uit de Franchise Lab stapte, was ik met Jeroen weer een saté aan het eten. Toen zei hij tegen mij: “Als jij weer op de markt komt, dan heb ik met een andere Jeroen hele goede ideeën om met pensioengeld hypotheken te gaan verstrekken. En wij willen jou heel graag erbij hebben voor de distributie.” En zo is dat gekomen.
Jeroen: We hebben bij Leaders in Finance ook twee rubriekjes. Eerst even het rubriekje ‘boek’. Heb jij een bepaald boek? Sowieso de vraag: lees je graag? En heb je een bepaald boek waarvan je zegt: dat vind ik leuk om te delen – of boeken, dat mag ook.
Menno: Een paar vragen. Lees jij graag? Ik neem er veel te weinig tijd voor. Dus ik lees te weinig. Ik lees veel te weinig. Ik ben echt een vakantielezer. Dus dan komen er wel wat boeken mee. Over het algemeen is dat niet het hoogste aan literair werk, maar wat meer het populaire spul. Ik heb één boek wel gelezen, en dat is de biografie van Steve Jobs van Walter Isaacson. En ik vond dat magistraal.
Jeroen: Niet meteen een dun boek.
Menno: Nee, dat is een flinke pil. Ik had hem ook in no time uit. En fascinerend. Echt, ik was compleet gefascineerd. En dat je achteraf ook blijft zitten met de vraag – tenminste, ik – was hij nou compleet gestoord? Of briljant? Of allebei? Echt een bizarre man.
Jeroen: Weet je nog iets wat je specifiek onthouden hebt, waarvan je denkt: dat is me echt altijd bijgebleven? Iets wat je ervan geleerd hebt?
Menno: Nou ja, dat hij natuurlijk een begenadigd spreker was. Dat hij van niets iets kon maken door de manier waarop hij het vertelde. Hoe hij op een podium stond. Maar ook dat hij, wat ik las, dat je ervoor moest zorgen dat je niet met hem samen in de lift belandde. Want dan had hij de standaardvraag: “Goh wat leuk, wat doe je hier?” En als je dan, voordat de lift beneden kwam, niet sneedig kon uitleggen wat je deed, was je voordat de deuren open gingen ontslagen.
Jeroen: Gezellige man.
Menno: Supergezellig. Een hele bijzondere kerel die natuurlijk een enorme footprint heeft achtergelaten met wat hij gedaan heeft. Ik vind sowieso het hele verhaal van de iPhone met name ook boeiend. Ook als je kijkt naar het ontstaan van MUNT. Als je als disruptor – zoals dat zo mooi heet – op de markt komt, dan word je door de gevestigde orde een beetje uitgelachen. Dat was natuurlijk ook door de firma Nokia, die natuurlijk van alles van die iPhone vond. Het mag genoegzaam bekend zijn waar Nokia nu staat, en waar Apple met de iPhone nu staat. Maar wij hadden dat met MUNT in het begin ook. We werden echt een beetje uitgelachen.
Jeroen: Door de banken?
Menno: Ja, door de banken. Daar horen we over een half jaar niets meer van. Hebben ze er misschien spijt van dan? Nou ja, spijt… Ik weet ook via de band dat op een bepaald moment wij in de boardrooms van een grote bank ook echt een vaste PowerPoint-slide hadden in de boardvergaderingen. Met: wat is MUNT aan het doen, waar staat MUNT? Waar zijn ze nu weer mee bezig? Hoe hard groeien ze nu weer? Daar werd echt met argusogen op een gegeven moment naar gekeken, en dat is mooi natuurlijk.
Jeroen: Ja, nu investeren ze zelfs in jullie.Hebben we dit uur geleerd.
Jeroen: We hebben ook vijf ongewone vragen bij de Leaders in Finance Podcast. De eerste is: heb je een enigszins of helemaal ongewone hobby, of iets bijzonders dat je in je vrije tijd doet?
Menno: Ja, die heb ik. Ik vind het heerlijk om de was te doen.
Jeroen: Je overhemd ziet er prachtig uit. Ik weet niet of je dat ook doet, of dat je hem alleen wast?
Menno: Nou, niet strijken. Nee, ik vind het heerlijk om de was te doen. Ik word daar heel sereen rustig van. Met allerlei verschillende wasmiddeltjes kiezen en zo. Ik heb ook een ontzettend mooie waskamer thuis. Ik vind dat heerlijk. Daar neem ik echt even de tijd voor.
Jeroen: Doe je het helemaal gefocust, of ben je ondertussen aan het bellen, of ondertussen aan het praten, of aan een podcast aan het luisteren? Of gewoon gefocust?
Menno: Nee, ik ben echt zo’n Japanertje die met zo’n harkje dat grind aanharkt. Zo voel ik mij dan ook. Echt netjes alles opvouwen en scheiden, en de juiste wasmiddeltjes erin. Ik vind dat heerlijk.
Jeroen: En de rest van het gezin, jouw zoon en jouw vriendin? Ja, die mogen daar liever niet komen? Die zijn er heel blij dat jij dit doet?
Menno: Ja, die zijn er wel blij mee. Ik doe het zelf het beste ook. Dus dat is echt mijn ding: de was doen.
Jeroen: Geweldig.
Menno: Heb je dat altijd gehad?
Jeroen: Heb ik dat altijd gehad? Nou, ik weet niet of ik het altijd gehad heb, maar ik heb dit al best wel lang.
Jeroen: Ik ben wel benieuwd of eigenlijk veel meer mensen het hebben en jij het gewoon durft te delen, of dat je gewoon echt uniek bent. Dat weet ik niet.
Menno: Ik weet het niet. Met zoveel aandacht… Ik zal vast niet de enige zijn. Ik denk zomaar dat er meer zijn die dat hebben.
Jeroen: Maar ik vind toch, hij classificeert zeker wel voor de ongewone hobby of de bijzondere vrijetijdsbesteding. Tweede vraag is: is er een bekend persoon die je bewondert of die je als grote inspiratie ziet? Met Steve Jobs hebben we misschien al iets gehad, maar misschien komt er wel heel iets anders.
Menno: Ja, ik heb daar even over moeten nadenken, maar ik heb een enorme bewondering voor Mark Rutte. Mag die stralen, die man. Even los van wat mijn politieke voorkeur is, maar ik vind hem als persoon en hoe hij de dingen aanpakt – ik vind dat echt geweldig.
Jeroen: Waar zit dat dan in? Want dit is interessant.
Menno: Zijn vermogen om te de-escaleren vind ik echt geweldig. Dat noemen ze dan ook wel eens dat hij een tevallaag heeft. Zo zou je het ook kunnen benoemen. Maar hij weet toch behoorlijk vaak de lont uit het kruitvat te krijgen. Ik vind de stap die hij gemaakt heeft naar de NAVO gewoon ongelooflijk knap. Dat is ook niet voor niks, denk ik. Hij heeft natuurlijk behoorlijk wat over zich heen gekregen door die bewuste tweet aan Trump. Ook daar is hij natuurlijk op aangevallen. En dan geeft hij gewoon aan: dat is een stijlvoorkeur. En daarmee is eigenlijk ook alles weer gezegd. Ik vind dat echt briljant. Dat ik wel eens denk: die moet ik onthouden. Maar ik denk ook dat dat zo is. Ik denk dat hij daar de stijl heeft gekozen die bij iemand als Trump werkt.
Jeroen: Stijlvoorkeur, mooi.
Menno: Dus ik vond dat mooi. Ik denk dat hij precies datgene gedaan heeft wat er voor meneer Trump op dat moment nodig was. En los van de inhoud is dat wel de stijl die je dan even moet kiezen. Kijk, het is doordat dat openbaar gemaakt wordt dat je het ziet.
Jeroen: Hij had het wel verwacht, denk ik, dat het kon gebeuren.
Menno: Jawel.
Jeroen: Met zoveel ervaring en met wat je ziet dat Trump doet, was het denk ik niet helemaal onverwacht.
Menno: Dat lijkt me ook niet.
Jeroen: Nee, dat lijkt me ook niet. En ik vind het wel interessant wat je zegt over de-escalatie. Want als er iets is wat je, denk ik, makkelijk kunt stellen in de politiek op dit moment, is het juist escalatie. Dus misschien heb je zo’n soort leider ook wel meer dan ooit nodig.
Menno: Absoluut, ja. Ik vind dat het op dit moment zeer sterk polariseert. Daar maak ik me ook echt wel zorgen over. En we hebben met z’n allen – en ik misschien ook wel – echt wel momenten gehad dat je echt wel klaar met de man was. Omdat hij er al zo lang zit. Maar er zijn menig momenten geweest dat ik heb gedacht: goh, wat zou er gebeurd zijn als hij er nu nog had gezeten. Als je kijkt wat een rommeltje het toch nu is.
Jeroen: Heb je hem wel eens ontmoet?
Menno: Ik heb hem wel eens ontmoet. Ik woon natuurlijk in Den Haag. En hij heeft de gewoonte om gewoon te gaan wandelen. Dus dat vind ik ook lekker om te doen. Ik ben hem wel eens tegengekomen.
Jeroen: Niet gekletst, of wel?
Menno: Nee, niet gekletst. Wel een gedag gezegd. En dan zegt hij netjes gedag terug. En ik weet niet of er dan nog ergens bewaking of beveiliging loopt die ik niet kan zien, maar hij is heel erg toegankelijk op dat moment.
Jeroen: En stel, jij hebt nu mijn rol en Mark Rutte zit tegenover je. Wat zou je van hem willen weten?
Menno: Oh, dat is een goeie.
Jeroen: Of wat zou je willen vragen? Ik praat even door, dan kun jij een beetje nadenken. Maar ik ben ook benieuwd… Je bewondert hem in zekere zin. Je hebt soms ook wel eens gedacht: nou, even klaar mee. Maar wat zou je willen weten? Waarvan je kan leren, of om in zijn ziel te kunnen kijken? Of ik doe maar wat suggesties.
Menno: Ik zou wel van hem willen weten wat hij op dit moment – als hij nu nog premier van Nederland zou zijn, in de huidige omstandigheden – hoe hij het zou aanpakken. Dat zou ik wel heel interessant vinden. En volgens mij is hem dat ook wel eens gevraagd, en dan zegt hij: “Nou, ik zit niet meer op die plek.” En daar doet hij dan niks mee. Maar ik zou het wel mooi vinden als hij het mij wél zou willen vertellen. Ik denk dat hij er absoluut wel een beeld bij zou hebben, hoe hij het zou doen.
Jeroen: Ik zou ook wel willen weten wat hem nou, deep inside, echt drijft. Want je moet toch ongelooflijk veel opofferen voor zo’n rol.
Menno: Ja.
Jeroen: Nou, de lijst is lang, denk ik. Maar je hebt sowieso geen privéleven meer.
Menno: Nee, nee. Ik denk ook dat hij dat niet of nauwelijks heeft.
Jeroen: Ik ben toch wel benieuwd, als je echt deep inside kijkt, of het dan toch de macht is. Of in die geschiedenisboekjes komen, als langstzittende premier en dat soort dingen. Of dat het maatschappelijk is. Ik weet niet… All of the above kan ook. Het blijft gissen. Maar leuk. We moeten zorgen dat je hem een keer te spreken krijgt. Leuk. Derde ongewone vraag: wat is het engste moment in je leven geweest?
Menno: Dat vind ik echt een hele goede vraag. En die… ik kan het zo even niet bedenken. Ik heb zat enge momenten gehad. Ik kan ook wel dingen bedenken die ik eng vind, maar die ben ik dan ook wel uit de weg gegaan. Zoals abseilen van de Euromast bijvoorbeeld, wat me een keer is aanbevolen. Daar heb ik echt beleefd voor bedankt. En dat soort dingen. Of bungeejumpen. Alleen al de gedachte eraan… dan krijg ik al kriebels in m’n buik gewoon.
Jeroen: Je hebt hoogtevrees dus?
Menno: Ja.
Jeroen: Ik denk: trap maar even de open deur in.
Menno: Maar zeker als ik ergens opsta… Ik heb het op geen enkele manier, bijvoorbeeld in een vliegtuig – dat vind ik juist heel erg prettig. Mijn vakantie begint echt al op Schiphol of Rotterdam Airport. Dat vind ik heerlijk. Maar als je ergens opstaat en dan zo naar beneden kijkt… dat vind ik vreselijk. Maar dat doe ik dan dus ook niet.
Jeroen: Vierde is, en je haalt aan: dit zijn de enige vragen die ik al van tevoren geef. Plus het boek. Dat is misschien wel goed voor luisteraars om nog een keer te benadrukken. Want verder deel ik geen vragen. Maar deze heb je wel gehad. Want dit zijn toch wel dingen waar je echt even over moet nadenken. Stel, ik geef jou nu 200 miljoen euro. En je moet het wel binnen een maand uitgeven. Waar gaat dat dan naartoe?
Menno: Ja, ik zou twee dingen doen. Ik zou 100 miljoen aan mijn zoon geven. Dan kan hij in ieder geval een eigen huis kopen.
Jeroen: Dat zou wel kunnen lukken voor dat bedrag in Nederland.
Menno: En ik zou zeker 100 miljoen in ons eigen hypotheekfonds stoppen.
Jeroen: Allebei even een kleine toelichting. Eerst even over je zoon. Want dat verpest toch totaal iemands leven?
Menno: Ja, van te veel geld word je wel lui, zeggen ze weleens. Dat is wel te veel, toch? 100 miljoen, dat is misschien ook een beetje meer.
Jeroen: Ik bedoel, ik wil het nu niet van hem afnemen. Maar meer: ik wil jóu leren kennen. En dat is toch wel interessant. Want als jij 100 miljoen had gehad… Ik weet niet of je wel anders had geleefd. Maar het zou zomaar kunnen.
Menno: Ja, het zou zomaar kunnen. Ik geloof ook niet dat ik het in één keer zou overmaken naar zijn rekening. Maar dat in een trust stoppen of iets. En daar bepaalde voorwaarden wellicht aan verbinden, waardoor hij er beschikking over zou kunnen krijgen. Ik zou in ieder geval een belangrijk deel ervoor zorgen dat zijn toekomst financieel zeker gesteld is. En het fonds?
Jeroen: Jullie eigen fonds?
Menno: Ja, ik zou daar zeker ook in investeren. Het klinkt misschien een beetje populair nu, maar dat is gewoon een goede en veilige belegging. Ik zou het niet in bitcoins gaan stoppen.
Jeroen: Maar dan zit het erin, er komt rendement uit… Moet het daar dan gewoon in blijven? Of wil je er dan ook nog iets mee doen?
Menno: Ik vind het ook wel mooi dat je een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebt. Die ook zeker in het begin gevoeld werd door pensioenfondsen: om geld te investeren, om ook de woningmarkt te stimuleren, en consumenten in staat te stellen om een goede hypotheek af te sluiten, om te kunnen wonen. Met name ook starters natuurlijk, die het moeilijk hebben. Het lijkt mij mooi om op die manier daar ook een bijdrage aan te leveren.
Jeroen: Laatste ongewone vraag – en dank trouwens voor het antwoord. Als je één beslissing uit het verleden zou mogen terugdraaien, welke zou dat dan zijn?
Menno: Ik heb altijd geleerd dat je nooit spijt moet hebben van iets wat je gedaan hebt. Je kunt alleen maar spijt hebben van iets wat je niet gedaan hebt. Dus daar ben ik even naar op zoek gegaan.
Jeroen: Iedereen doet toch weleens domme dingen?
Menno: Ja, je doet allemaal wel domme dingen. Maar het domste ding wat ik in ieder geval niet gedaan heb, is dat toen ik – ik ben echt aan mijn hoofd gezeurd door mijn toenmalige stiefzoon – om in bitcoins te beleggen toen ze op 10.000 stonden. En dat ik zei van: ja, ik ga niet in bitcoins beleggen. En dan liet hij me allerlei grafiekjes zien op zijn telefoon. Ik zeg: jongen, ik ga dat gewoon niet doen. Dat is allemaal onzin. En ja, had ik er toen maar een paar gekocht…
Jeroen: Vind je – even los van het immense rendement wat je dan had gemaakt, want ik geloof dat we ondertussen op 120 of zo staan – maar even los van het rendement, wat heel erg goed is: geloof je erin, in bitcoin? Als munt? Zie je de potentie?
Menno: Nou, ik heb me daar later wel wat meer in verdiept. Er wordt natuurlijk gezegd: er is geen onderliggende waarde. Euro’s en dollars hebben ook geen onderliggende waarde – de euro’s sowieso niet, en de dollar sinds Bretton Woods natuurlijk ook niet meer. Dus ja, klopt, hier zit ook geen onderliggende waarde aan. Maar wat ik wel mooi vind, is dat het decentraal is. En het is iets wat niet bijgedrukt kan worden. Er zijn er 21 miljoen van. Ik vind dat conceptueel wel mooi.
Jeroen: Zouden jullie niet ook een fonds kunnen maken met bitcoins om de hypotheken te financieren?
Menno: Ja, dat zou kunnen. Ik weet niet of we dat op dit moment zouden moeten doen. We krijgen overigens ook steeds meer vragen of klanten eigen middelen mogen inbrengen, voortvloeiend uit bitcoins. En daar kijken we natuurlijk ook wel naar.
Jeroen: Drie bitcoins is een huis.
Menno: Ja, inmiddels wel. Maar daar komt wel veel bij kijken. Ook het hele KYC-verhaal. Je moet wel even goed weten waar dat geld vandaan komt. En wij kijken nu wat we kunnen of moeten opzetten om dat te kunnen doen. Maar dat heeft wel behoorlijk wat voeten in de aarde. Je moet je systeem – en toch wel wat handjes – hebben om heel goed te gaan controleren waar dat geld dan uiteindelijk vandaan komt. Waar het zijn oorsprong heeft.
Jeroen: Als we naar de toekomst kijken, zijn er bepaalde dingen waarvan je zegt: dat zou ik echt heel gaaf vinden om nog eens in mijn leven te doen? Zakelijk dan wel privé?
Menno: Ik heb één ding eigenlijk toch nooit gedaan. En dat is hypotheekadviseur zijn. Of een assurantiekantoor hebben. En ik zou toch… Er kriebelt nog steeds wel iets. Ik zou echt nog wel in de nadagen van mijn carrière, na de dingen die ik nu gedaan heb, het toch denk ik gaaf vinden om een heel klein kantoortje te hebben – weer met een bureautje – en daar een beetje hypotheekadvies of iets te doen. Dat blijft toch wel kriebelen.
Jeroen: Laatste paar vragen. Tips voor starters. Hebben we alle 184 gevraagd. Heb je bepaalde tips waarvan je zegt: dat zou ik wel een starter op de arbeidsmarkt, in de financiële sector of bij jullie op kantoor willen meegeven?
Menno: Ja, kijk. Als je al starter bent, ben je eigenlijk al iets te laat. Ik zou – en dat adviseer ik Hein, mijn zoon, nu ook – gaan sparen. Zorg ervoor dat je eigen geld hebt.
Jeroen: Je hebt net 100 miljoen gegeven.
Menno: Dat komt wel goed. Maar dat is in die zin natuurlijk ook niet voor niks. Het was niet helemaal een grapje. Maar zorg ervoor dat je eigen geld hebt. Dus zorg ervoor dat je spaart, en dat je op een bepaald moment op die manier de woningmarkt op kunt. En zorg er dus ook voor dat je – aan het begin, waar we het net over hadden – gewoon lekker gaat werken en dat je uren maakt om dat voor elkaar te krijgen. Het blijkt gewoon, en wat we er ook van vinden, dat een eigen woning in je hele vermogensvorming – ook naar later toe – heel erg bepalend is voor welke route je gaat bewandelen. Nogmaals, of het goed of slecht is: het is wel de realiteit. Dus zorg er dan voor dat je dat op die manier doet. Dus dat zou ik starters willen adviseren.
Jeroen: Want jij had natuurlijk iets, zou ik willen stellen, iets heel unieks: dat je wist wat je wilde. En ik denk dat negen van de tien mensen die de arbeidsmarkt opkomen eigenlijk helemaal geen idee hebben wat ze willen gaan doen. Heb je daar nog tips voor, hoe je daarachter komt? Want jij had dat in een best wel unieke situatie, denk ik.
Menno: Ja, dat klopt wel. Ik herkende ook wel in mijn eindexamenjaar dat veel mensen bijvoorbeeld doorgingen met VWO, omdat ze het nog niet wisten. Of studies gekozen hebben omdat ze het eigenlijk nog niet helemaal wisten. Dus dat klopt wel, dat ik daar denk ik wat unieker in was. Ja, laat je gewoon goed voorlichten. Ga op veel plekken kijken. Laat je inspireren. Ga naar open dagen. En ga op zoek naar datgene wat je wil. En zoek niet een neutrale route, maar durf keuzes te maken. Juist ook omdat je nooit spijt kunt hebben van iets wat je gedaan hebt. Zoek het op. Stretch jezelf. Daag jezelf uit. En kom er zo op die manier achter waar je goed in bent en waar je niet goed in bent.
Jeroen: Het zou een heel mooi einde van de podcast kunnen zijn. Maar ik wil jou toch ook nog even de gelegenheid geven, voordat ik je ga bedanken, om je te vragen of er iets is waarvan je zegt: ja Jeroen, je hebt het over mijn jeugd gehad, je hebt het over mijn werk gehad, alle dingen over de sector, over je opleidingen enzovoort enzovoort — maar dat had ik toch ook nog graag willen delen hier.
Menno: Ik denk dat we alles wel zo’n beetje langs zijn gegaan, wat ik hier kan en wil vertellen, en wat ook interessant is. Dus complimenten ook aan jou. Mooi.
Jeroen: Nou ja, ik wil vooral jou bedanken. Heel erg leuk, Menno, dat je zo uitgebreid de tijd hebt genomen om met mij — en we hebben ook een toehoorder vandaag — dit verhaal te delen.
Ontzettend leuk. En om mijn dank kracht bij te zetten heb ik zo’n klein cadeautje voor je, als — nou ja, nogmaals als bedankje voor het leuke gesprek. Ik vind het heel fijn dat je zowel de persoonlijke als de zakelijke kant hebt willen belichten. En je hebt een duidelijk target voor jezelf hier benoemd. Dus dat gaan we een beetje volgen. Maar bovenal vind ik het heel leuk om jou te gaan volgen de komende tijd, wat je allemaal nog gaat doen. Dus nogmaals: Menno Luijten, directeur bij Munt Hypotheken, heel fijn dat je hier wilde zijn.
Menno: Dankjewel. Graag gedaan. Heel erg leuk om te doen.
Voice-over: Dit was Leaders in Finance. We hopen dat je deze aflevering met veel plezier hebt beluisterd. We stellen je feedback erg op prijs. Wat houdt je bezig? En over wie wil je meer horen? Laat het ons weten via een review, op onze socialmediakanalen of gewoon direct via e-mail. We kunnen het erg waarderen als je dat doet. Tot slot danken we onze partners voor hun steun. Dat zijn Kayak, EY, MeDirect en Roland Berger. Benieuwd wat we nog meer allemaal doen? Volg ons of kijk op leadersinfinance.nl. Tot de volgende Leaders in Finance en bedankt voor het luisteren.